Cumulatie van geur bij veehouderijen en overige landbouwactiviteiten
In het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) is een algemene instructieregel opgenomen voor het beoordelen van geur. Onderdeel van de instructieregel is dat de gemeente bij het opstellen van het omgevingsplan rekening moet houden met geur door activiteiten (artikel 5.92, eerste lid Bkl). Deze verplichting betekent onder meer dat de gemeente cumulatie, waar mogelijk, moet voorkomen.
Wat cumulatie betekent
Cumulatie is de optelsom van geur van allerlei activiteiten en functies die bijdragen aan de geurbelasting. Het kan dus gaan om stallen, mestopslagen, mestbewerking en mest uitrijden.
Cumulatie van geur door meerdere activiteiten
Er moet gekeken worden naar mogelijke cumulatie bij de toedeling van functies aan locaties (ruimtelijke scheiding functies). Het is aan de gemeente om een aanpak te maken als er cumulatief overbelaste situaties voorkomen. De gemeente heeft hierin beleidsruimte. Gemeenten kunnen bijvoorbeeld:
- werken met emissieplafonds (gebruiksruimte),
- direct werkende regels opstellen in het omgevingsplan ter voorkoming van cumulatieve geur. Bijvoorbeeld een verplichting om bepaalde mestbewerking alleen inpandig uit te voeren,
- individuele normen voor stallen vaststellen die afwijken van de in het Bkl genoemde standaardwaarden, waarbij in de onderbouwing rekening is gehouden met effecten van cumulatie,
- een omgevingsplanactiviteit vergunningplicht instellen voor bepaalde bijzondere situaties (bijvoorbeeld grote mestverwerking). De gemeente stelt hier dan ook beoordelingsregels voor op. Of
- een omgevingswaarde voor cumulatieve geurhinder vaststellen. Deze omgevingswaarde wordt dan gebruikt bij het verlenen van vergunningen en bij het toelaten van functies op locaties.
Cumulatie via de omgevingsvergunning
Bij het oprichten, uitbreiden of wijzigen van een veehouderij hebben bijna alle veehouderijen een omgevingsvergunning voor de milieubelastende activiteit nodig (vergunning voor de milieubelastende activiteit veehouderij).
Bij de beoordeling of een vergunning voor een milieubelastende activiteit kan worden verleend, moet significante verontreiniging worden beoordeeld (artikel 8.9 Bkl). Cumulatieve geurbelasting is een vorm van verontreiniging.
Bij het beoordelen van significante verontreiniging moet rekening gehouden worden met het omgevingsplan (op het moment van inwerkingtreding is dat voor geur de bruidsschat).
Ook bij bruidsschat geldt beoordelen cumulatie
In de bruidsschat Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) staan alleen de individuele normen voor de geurbelasting en geen regels voor cumulatie. De individuele normen houden ook nog geen rekening met cumulatie. Het bevoegd gezag toetst bij een omgevingsvergunning voor de milieubelastende activiteit aan deze individuele normen (immers, als die individuele norm zou worden overschreden, dan is er zeker sprake van significante verontreiniging), maar moet daarnaast ook een beoordeling van de cumulatieve geurbelasting doen.
Dat er geen normen voor cumulatieve geurbelasting in de bruidsschat staan, betekent dus niet dat cumulatie niet beoordeeld mag worden. Het moet zelfs, want het is onderdeel van het beoordelen van significante verontreiniging. Dus zolang het omgevingsplan alleen nog de regels van de bruidsschat bevat, wordt cumulatie via de omgevingsvergunning getoetst.
In veel gevallen heeft de gemeente vóór inwerkingtreding van de Omgevingswet via de geurverordening een eigen afwijkende individuele norm vastgesteld. De bruidsschat zorgt ervoor dat die eigen norm de norm in het tijdelijke omgevingsplan is.
Een door de gemeente vastgestelde afwijkende norm kan wel rekening houden met cumulatie. Bij de vaststelling van de hoogte van die norm is dan rekening gehouden met mogelijke cumulatie. Dit de gemeente gebruiken in de overweging of cumulatie van geur voldoende wordt voorkomen.
Wanneer de gemeente een nieuw omgevingsplan vaststelt, gelden de eventuele daarin opgenomen regels voor cumulatie en/of een eventuele aangepaste individuele norm. De veehouderij moet dan aan de regels in het omgevingsplan voldoen. En nieuwe stallen of wijzigingen toetst de gemeente aan dat omgevingsplan. Bij het verlenen van de vergunning voor de milieubelastende activiteit moet eveneens rekening gehouden worden met het omgevingsplan (artikel 8.9, derde lid Bkl).
Cumulatie bij overige landbouwactiviteiten beoordelen
Artikel 5.92 geldt bij het opstellen van het omgevingsplan voor zowel veehouderijactiviteiten als overige landbouwactiviteiten. Of er sprake is van cumulatie, hangt af van de aard van de omgeving, het type en omvang van de activiteiten en de nabijheid van andere activiteiten. Omdat er voor veel landbouwactiviteiten geen emissiefactoren voor geur zijn, zal de beoordeling vaak kwalitatief van aard zijn. Het is aan de gemeente of hierover aanvullende regels of beleid voor wordt opgesteld.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.
Bruidsschat
De term ‘bruidsschat’ wordt gebruikt voor de regels die door het Rijk als onderdeel van het Invoeringsbesluit Omgevingswet automatisch zijn toegevoegd aan het tijdelijk deel van het omgevingsplan van alle gemeenten en aan elke waterschapsverordening.
In de bruidsschat staan regels over activiteiten die voor inwerkingtreding van de Omgevingswet door het Rijk werden gesteld. Onder de Omgevingswet is het stellen van deze regels gedecentraliseerd naar gemeenten en waterschappen. De regels van de bruidsschat zijn een bijzondere vorm van overgangsrecht.