Pluimveebedrijven en gezondheid
Pluimveehouderijen spelen een belangrijke rol bij de emissies van fijnstof en endotoxinen. Pluimveebedrijven worden sinds 2007 in verband gebracht met longontsteking bij omwonenden. Maar sinds 2015 is deze specifieke relatie niet meer zichtbaar.
Gezondheidseffecten
Onderzoek veehouderij en gezondheid
In 2011 hebben wetenschappers in het oosten van Noord-Brabant en in Noord-Limburg een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke effecten van intensieve veehouderij op de gezondheid van omwonenden. Dit IVG-onderzoek (Intensieve Veehouderij en Gezondheid) liet zien dat rondom intensieve veehouderij meer longontstekingen voorkwamen. Dit gold voor alle jaren tussen 2006 en 2009. Een deel hiervan is waarschijnlijk te verklaren door de Q-koortsuitbraak van 2007-2010.
Onderzoeken VGO
In 2016 hebben de wetenschappers een vervolgonderzoek uitgevoerd in hetzelfde gebied: 'Veehouderij en Gezondheid Omwonenden'. In dit VGO-onderzoek hebben ze nog meer huisartsgegevens gebruikt dan in het IVG-onderzoek. Het onderzoek laat verbanden zien tussen pluimveehouderijen en longontsteking voor de jaren 2009-2013. In 2017 hebben de wetenschappers een 2e rapport 'Veehouderij en gezondheid omwonenden – aanvullende studies' (VOG2) gepubliceerd. Daarin doen ze verslag van nieuwe analyses en bevestigen ze de eerdere resultaten.
In 2018 verschenen de VGO3-resultaten van aanvullende analyses voor de jaren 2014-2016. Voor 2014 is het verband tussen pluimveebedrijven en longontsteking minder duidelijk. En voor 2015 en 2016 is geen relatie zichtbaar. Een onderzoek uit de Verenigde Staten uit mei 2018, laat wel een verband zien tussen het wonen nabij pluimveebedrijven en een verhoogde kans op longontsteking.
Advies Gezondheidsraad
In reactie op de VGO-onderzoeken heeft de Gezondheidsraad in 2018 een advies uit over gezondheidsrisico’s rond veehouderijen. De Gezondheidsraad concludeert dat mensen die in de buurt van veehouderijen wonen, vaker bepaalde luchtwegproblemen hebben. Meerdere onderzoekgegevens geven daarvoor meer of minder sterke aanwijzingen.
Het is nog onvoldoende duidelijk of de gevonden verbanden oorzakelijk zijn. En er zijn nog geen algemene aanvaarde wetenschappelijke inzichten. Daarvoor is de gegevensbasis nog te smal, volgens de Gezondheidsraad.
De Gezondheidsraad adviseert om de uitstoot van fijnstof en ammoniak verder te beperken. Dit is inclusief dode en levende organische bestanddelen.
Vervolgonderzoek VGO3 in ander gebied
In 2019 hebben wetenschappers een VGO3-deelstudie uitgevoerd in een nieuw gebied (Gelderland, Utrecht en Overijssel). In dit onderzoek was de specifieke relatie tussen pluimveehouderijen en longontsteking niet zichtbaar. Wel zagen de onderzoekers relatief grote verhogingen van het aantal longontstekingen in plattelandsgemeenten met veel intensieve veehouderijen.
Deze verhoging kan niet alleen door de lokale aanwezigheid van geitenhouderijen worden verklaard. Regionale luchtverontreiniging, met name door primair en secundair fijnstof en endotoxinenemissies uit veehouderijbedrijven met andere diersoorten speelt mogelijk ook een rol.
Vanwege de relatief hoge emissie van fijnstof blijven mogelijke gezondheidseffecten in regio’s met veel pluimveehouderijen in vervolgonderzoek een punt van aandacht.
Meer informatie over gezondheidsonderzoeken
Zie voor meer informatie de website van het RIVM en het Kennisplatform veehouderij en humane gezondheid.
Omgevingsvergunning
Voor pluimveehouderijen toetst het bevoegd gezag de fijnstofuitstoot aan de omgevingswaarden voor fijnstof. Het bevoegd gezag kan een aanvullende beoordeling voor endotoxinen doen.
Omgevingsplan
Het bevoegd gezag kan vanwege gezondheidsrisico’s uit voorzorg al dan niet besluiten om wijzigingen of uitbreidingen wel of niet toe te staan. Dit is een bestuurlijke afweging.