Innovatieve technieken voor behandelen van mest

Behandelen van mest

Het behandelen van mest is een aangewezen milieubelastende activiteit in paragraaf 3.6.8 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal). In de praktijk zijn er innovatieve technieken om mest te behandelen. Als drogen, indampen, verbranden, composteren of covergisten geen onderdeel is van die techniek om mest te behandelen, is er geen vergunningplicht volgens paragraaf 3.6.8.

De eisen in paragraaf 4.87 (mestbehandeling) gelden, maar zijn mogelijk ontoereikend om de gevolgen voor het milieu te voorkomen of te beperken. Met maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften kan het bevoegd gezag dan aanvullende eisen stellen.

Het grootschalig behandelen van mest is een aangewezen milieubelastende activiteit in paragraaf 3.3.14 van het Bal. Hiervoor is altijd een omgevingsvergunning milieubelastende activiteiten (mba) nodig.

Onderdeel van de vergunningplicht veehouderij

Als het behandelen van mest gebeurt bij een veehouderij, kan de mestbehandeling onderdeel zijn van de vergunningplichtige installatie. Het behandelen van mest kan functioneel ondersteunend zijn aan een veehouderij en kan dan onderdeel zijn van de vergunningplichtige andere milieubelastende installatie voor het houden van dieren. De mestbehandeling kan ook onderdeel zijn van de vergunningplichtige IPPC-installatie. In die gevallen kunnen in die omgevingsvergunning voor de milieubelastende activiteit voorschriften worden opgenomen.

Welke voorschriften

De initiatiefnemer moet informatie aanleveren over de techniek en de gevolgen voor het milieu en genomen maatregelen. Op basis daarvan kan het bevoegd gezag beoordelen of er nadere eisen met maatwerkvoorschrift of vergunningvoorschrift nodig zijn. Het kan nodig zijn om maatregelen die worden genomen, te borgen. Als bijvoorbeeld emissies worden voorkomen door deze door een koolfilter of luchtwasser te leiden, kan het zinvol zijn om eisen op te nemen voor een goede werking daarvan.

Informatie bij ambtshalve maatwerk

In artikel 2.20 van het Bal is geregeld dat het bevoegd gezag informatie kan opvragen, die nodig is om een maatwerkbesluit te kunnen nemen. Dit is geregeld in artikel 16.56 van de Omgevingswet als het gaat om maatwerk via vergunningvoorschriften.

Informatie bij aanvraag vergunning of maatwerk

De informatie bij een aanvraag omgevingsvergunning mba staat in hoofdstuk 7 van de Omgevingsregeling. Zie artikel 7.3 (algemeen), artikel 7.4 (participatie), artikel 7.124 (IPPC-veehouderij), artikel 7.125 (niet-IPPC-veehouderij) en de artikelen 7.128 en 7.129 (mestbehandeling). Zie artikel 7.217 bij een maatwerkvoorschrift op aanvraag.

De aanvrager van een omgevingsvergunning of een maatwerkbesluit moet daarnaast alle overige gegevens verstrekken die nodig zijn voor het besluit op de aanvraag. Dit staat in artikel 4:2, lid 2, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Als deze gegevens ontbreken en de aanvrager ze niet alsnog verstrekt, mag het bevoegd gezag de aanvraag buiten behandeling laten volgens artikel 4:5 van de Awb.

Testen nieuwe techniek

Gaat het om het testen van een techniek om die daarna permanent te gaan gebruiken? Dan kan het bevoegd gezag een bedrijf met een maatwerkvoorschrift of een vergunningvoorschrift toestemming verlenen om de nieuwe techniek te testen en daarna te gebruiken. Het bedrijf hoeft dan tijdens de testperiode niet te voldoen aan de regels voor normale situaties. De testperiode duurt maximaal 9 maanden. Dit is geregeld in artikel 8.35 van het Besluit kwaliteit leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bkl), als het testen onderdeel is van de vergunningplicht en in artikel 2.13, lid 3 Bal als er geen vergunningplicht is.

Dit is alleen mogelijk als de nieuwe techniek, als die commercieel zou worden ontwikkeld:

• een hoger of ten minste hetzelfde beschermingsniveau voor het milieu kan opleveren, en
• grotere kostenbesparingen kan opleveren dan de voor die activiteit bestaande beste beschikbare technieken

Het toestaan van een testperiode hoeft niet altijd te betekenen dat er in die periode geen enkele eis geldt. Het bevoegd gezag kan bijvoorbeeld eisen stellen aan de duur van testen, de hoeveelheid materiaal of de emissie.