Elektronische monitoring bij systemen met meerdere luchtwassers
Bij luchtwassystemen die bestaan uit meerdere luchtwassers moeten sommige parameters per luchtwasser worden geregistreerd. Andere parameters kunnen voor het totale systeem worden geregistreerd.
Meerdere luchtwassers
Er zijn luchtwassystemen die bestaan uit meerdere luchtwassers die het waswater uit één reservoir gebruiken. Daarvoor is niet expliciet vastgelegd welke parameters per individuele luchtwasser moeten worden geregistreerd en welke parameters centraal kunnen worden geregistreerd.
Voor de registratie van de verschillende parameters zijn de regels hetzelfde geformuleerd. Toch is het niet logisch om ze allemaal op dezelfde manier te registreren. Sommige parameters moeten per luchtwasser gemeten worden en sommige kunnen centraal geregistreerd worden.
- Centrale registratie: De zuurgraad en de geleidbaarheid van het waswater zijn in het gehele systeem ongeveer gelijk. Het is niet zinvol om die op meerdere plekken in het systeem te meten. Het spuiwater komt meestal op één plek uit het systeem. De spuiwaterproductie kan dus alleen daar worden gemeten.
- Per luchtwasser: Aan de drukval valt te zien of de filterpakketten niet zodanig zijn vervuild dat ze niet goed meer werken. Daarom moet de drukval van iedere luchtwasser apart worden geregistreerd.
- Centraal of per luchtwasser: Systemen met meerdere luchtwassers registreren vaak alleen het totale elektriciteitsverbruik van de waswaterpompen. Het antwoord op de vraag of dat mag is ingewikkeld. Hieronder leggen we het uit.
Registratie elektriciteitsverbruik
Aan het elektriciteitsverbruik is te zien of een waswaterpomp aanstaat en of hij het vereiste vermogen levert. Als de pomp uitstaat werkt de luchtwasser niet. Als de pomp niet het vereiste vermogen levert, worden de filterpakketten niet volledig bevochtigd. Dan werkt de luchtwasser niet goed. In de opleveringsverklaring moet het vereiste vermogen staan.
In luchtwassystemen met meerdere luchtwassers geeft het totale verbruik van de waswaterpompen aan of alle pompen samen het vereiste vermogen hebben geleverd. Als één van de pompen heeft uitgestaan of een lager vermogen heeft geleverd dan vereist, is dat te zien aan een lager totaal elektriciteitsverbruik.
Frequentieregelaars
Frequentieregelaars kunnen het vermogen van de pompen naar beneden brengen. Dit mag uitsluitend op voorwaarde dat de filterpakketten voldoende worden bevochtigd. Dat moet uit de opleveringsverklaring blijken. Worden er frequentieregelaars toegepast in systemen met meerdere luchtwassers? Dan is extra aandacht nodig voor het eenduidig aantonen dat alle onderdelen van de luchtwasser aangestaan hebben en voldoende vermogen hebben geleverd.
Wat moet de veehouder doen?
Is het totale elektriciteitsverbruik lager dan vereist? Dan moet de veehouder onmiddellijk maatregelen treffen om de goede werking van het luchtwasser te waarborgen. Daarvoor moet de veehouder achterhalen welke pomp uitstaat of onvoldoende vermogen levert. Hij ziet dat aan de gegevens van de elektronische monitoring en aan de laagdebietalarmering. Aan het geluid van de waswaterpomp hoort hij of deze aanstaat.
Toezicht en handhaving
De toezichthouder moet in staat zijn om de goede werking van de luchtwassers op basis van de elektronische monitoring te controleren. Hij weet meestal niet wanneer welke laagdebietalarmering in werking is getreden. Dat hoeft de veehouder niet te registreren. Blijkt uit de gegevens van de elektronische monitoring dat het totale elektriciteitsverbruik lager is dan vereist? Dan kan de toezichthouder handhaven op artikel 4.829 lid 2 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Luchtwassystemen kunnen zeer complex zijn, met meerdere waswaterpompen met verschillende vermogens en frequentieregelaars. Bij zulke ingewikkelde systemen is het mogelijk dat de toezichthouder niet kan beoordelen of het luchtwassysteem goed werkt, doordat alleen het totale elektriciteitsverbruik wordt geregistreerd. Het bevoegd gezag kan dan met een maatwerkvoorschrift Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) regelen dat het elektriciteitsverbruik per waswaterpomp wordt geregistreerd.
Registratie waswaterdebiet
Registratie van het waswaterdebiet is niet verplicht. Bij sommige luchtwassystemen wordt het waswaterdebiet als extra parameter geregistreerd. Dit gebeurt soms per individuele luchtwasser en soms op één punt in het systeem. Als het per luchtwasser wordt geregistreerd geeft het de volgende informatie:
- als de waswaterpomp uitstaat is het debiet 0 (liter per uur)
- als sproeikoppen verstopt zijn is het waswaterdebiet lager dan in de opleveringsverklaring opgegeven (of dan het zou moeten zijn bij een goed werkende luchtwasser)
Daarom wordt de registratie van het waswaterdebiet per luchtwasser door de TAP als gelijkwaardig gezien aan de registratie van het elektriciteitsverbruik per waswaterpomp.
Meerdere wasstappen
Er zijn ook luchtwassers met verschillende na elkaar geschakelde wasstappen (water, biologisch, chemisch), die aparte reservoirs voor het waswater hebben. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een biologische wasstap en een chemische. Als wasstappen een eigen waswaterpomp hebben, moet volgens het Technisch Informatiedocument luchtwassystemen voor de veehouderij het elektriciteitsverbruik van elke waswaterpomp apart geregistreerd worden. De zuurgraad en de geleidbaarheid moeten apart worden gemeten bij reinigingsfasen waarvoor grenswaarden zijn vastgelegd in de systeembeschrijving. Het is hierbij niet nodig om de drukval van elke reinigingsfase apart te meten.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Maatwerkvoorschrift
Maatwerkvoorschrift als bedoeld in artikel 4.5, Omgevingswet. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
Artikel 4.5, Omgevingswet bepaalt dat het bevoegd gezag met een maatwerkvoorschrift een algemene regel voor een activiteit in een concrete situatie specifiek kan maken.