Controle van chemische en biologische luchtwassers
Bij een controle van een luchtwassysteem zijn van belang: hoeveelheid waswater, zuurgraad, zuurverbruik, geleidbaarheid, spuiwaterdebiet, drukval en het elektriciteitsverbruik.
De controle van een biologisch luchtwassysteem verschilt op een aantal punten van een chemisch luchtwassysteem.
Een chemische luchtwasser werkt met zuur en een biologische luchtwasser met biomassa. Dit bioleven presteert niet onder alle (klimatologische) omstandigheden even goed. Het werkingsresultaat van een biologische luchtwasser kan daardoor meer fluctueren dan bij een chemische luchtwasser.
Invloed op werking van een luchtwassysteem
Een opleg- en afleverstrategie van ‘All-in’ en ‘All-out’ bij een biologische luchtwasser kan invloed hebben op de werking van een luchtwassysteem. Reden daarvoor is dat op het pakket (de filterwand) micro-organismen leven. Die micro-organismen kunnen alleen in leven blijven bij een voldoende aanbod van ammoniak. Worden in het dierenverblijf geen dieren gehouden en geen mest opgeslagen? Dan wordt het moeilijk om de micro-organismen actief te houden.