Toelaten veehouderij en geluid
Bij het toelaten van een veehouderij op een locatie of uitbreiding van een bestaande veehouderij speelt geluid vaak een rol. De regels in het omgevingsplan moeten er voor zorgen dat het geluid van veehouderijen bij onder andere woningen aanvaardbaar is. Dit is een instructieregel waar de gemeente zich aan moet houden bij het toelaten van activiteiten zoals veehouderijen op een locatie.
Invloed op de omgeving
Veehouderijen kunnen geluidhinder geven voor geluidgevoelige functies in de omgeving. Bijvoorbeeld door:
- installatiegeluid, zoals van ventilatoren
- geluid van laden en lossen
- verkeersbewegingen van landbouwvoertuigen
- inkuilen, pompen mest, uitrijden mest
Het gaat daarbij niet alleen om de activiteiten op het erf en bij de stallen. Ook de activiteiten op het weiland kunnen geluidhinder geven.
Maatregelen om geluid te beperken
Bij het toelaten van een veehouderij of uitbreiding van een bestaande veehouderij zijn er een aantal mogelijkheden om de hoeveelheid geluid op bestaande woningen of andere geluidgevoelige functies te verminderen. Enkele voorbeelden:
- afstand houden tussen veehouderijen en geluidgevoelige gebouwen
- beperkte tijden voor laden en lossen
- installaties (bijvoorbeeld ventilatoren) afschermen of aanpassen
- inrichting terrein afstemmen op geluidgevoelige gebouwen in de omgeving
Beoordelen en borgen
Bij het toelaten van een veehouderij bepaalt de gemeente zelf hoeveel geluid van een veehouderij op geluidgevoelige gebouwen aanvaardbaar is. De gemeente kan geluidgevoelige gebouwen beschermen met het opnemen van een immissiewaarde op de gevel van een geluidgevoelig gebouw, maatregelen of een combinatie ervan.
De instructieregels voor geluid door activiteiten staan in het Besluit kwaliteit leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bkl). Het geluid van de activiteit veehouderij moet aanvaardbaar zijn op geluidgevoelige gebouwen.
Voor de beoordeling van de aanvaardbaarheid van de hoeveelheid geluid van een veehouderij geldt het toepassingsbereik voor een veehouderij in paragraaf 3.6.1 van het Besluit activiteiten leefomgeving. Dit is geregeld in artikel 5.58 Bkl. Hierdoor vallen ook het geluid van functioneel ondersteunende activiteiten op dezelfde locatie, zoals het hooien van het gras, (telen van voedsel voor de dieren) onder de beoordeling van aanvaardbaarheid van geluid.
Standaardwaarden
De gemeente kan gebruik maken van de standaardwaarden uit tabel 5.65.1 in artikel 5.65 Bkl. Gebruikt een gemeente de standaardwaarden uit artikel 5.65 Bkl als beschermingsniveau in het omgevingsplan, dan is het geluid van een veehouderij op een geluidgevoelig gebouw aanvaardbaar (artikel 5.64, lid 1 Bkl). Heeft de gemeente een gebied aangewezen als agrarisch gebied, dan kan de gemeente voor het langtijdgemiddelde beoordelingsniveau LAr,LT een 5 dB(A) lagere immissiewaarde opnemen (artikel 5.65, lid 3 Bkl).
Een immissiewaarde in het omgevingsplan die gebaseerd zijn op de standaardwaarden van artikel 5.65 Bkl, hebben altijd betrekking op het geluid van alle werkzaamheden (dus ook op de weilanden) van de veehouderij.
Flexibiliteitsbepalingen
De gemeente kan ook gebruik maken van de flexibiliteitsbepalingen uit paragraaf 5.1.4.2.2 Bkl. In het omgevingsplan kan de gemeente per gebied, per activiteit of per locatie regels voor geluid stellen. Zo kan de gemeente bijvoorbeeld lagere of juist hogere immissiewaarden toestaan bij veehouderijen in een lintbebouwing, dan op andere plekken in het buitengebied. Bijvoorbeeld omdat in het lint veel woningen aanwezig zijn of juist meer menging met andere bedrijvigheid. Ook kan de gemeente alleen voor een gedeelte van de werkzaamheden van een veehouderij immissiewaarden opnemen. Voor specifieke werkzaamheden kunnen voorzieningen, gedragsregels of geen regels worden opgenomen. In ieder geval moet de gemeente motiveren dat het geluid van de veehouderij met de gekozen set regels aanvaardbaar is.
Staat er in het omgevingsplan al een gebiedsgerichte of aan een specifieke activiteit gekoppelde immissiewaarde, dan kan de gemeente in een nieuwe situatie daarbij aansluiten.
Meer informatie over de instructieregels vindt u op de pagina Instructieregels activiteit voor bereiken aanvaardbaar geluid.
Bedrijfswoning en voormalige bedrijfswoning
Er gelden geen geluidregels voor de eigen bedrijfswoning. Bij voormalige bedrijfswoningen (zoals de voormalige de plattelandswoning) kan de gemeente in het omgevingsplan bepalen dat opgenomen waarden voor het geluid van een activiteit, niet van toepassing zijn op een voormalige bedrijfswoning dat eerder functioneel verbonden was met die activiteit.
Stiltegebied
De provincie kan in haar omgevingsverordening stiltegebieden aanwijzen. In de omgevingsverordening staan regels over het voorkomen of beperken van geluid in deze stiltegebieden. Dit kunnen direct werkende regels zijn maar ook instructieregels voor het toelaten van activiteiten (zoals een veehouderij). Meer informatie vindt u op de pagina Instructieregels stiltegebieden.
Nevenactiviteiten
Nevenactiviteiten (die niet functioneel ondersteunend zijn) bij een veehouderij kunnen ook geluidgevoelig zijn of juist geluidhinder geven op de omgeving. De gemeente kan bepalen dat het geluid van alle werkzaamheden op de locatie, vallen onder de regels voor geluid van veehouderijen.
Gerelateerde pagina's
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.