Milieubelastende activiteit akkerbouw of veehouderij
Als weilanden en akkers onderdeel zijn van een milieubelastende activiteit, betekent dat dat er rijksregels van toepassing zijn voor die weilanden en akkers. Deze rijksregels staan in het Bal.
Op weilanden en akkers gaat het om het telen van gewassen en het grazen van dieren. Het telen van gewassen valt onder de milieubelastende activiteit Telen van gewassen in de openlucht (hierna: Akkerbouw). Dit geldt ook voor weilanden bij agrarische bedrijven omdat hier gras wordt geteeld.
Weilanden kunnen functioneel ondersteunend zijn aan de veehouderij als de agrariër ze voor het grazen van de landbouwhuisdieren gebruikt. Bijvoorbeeld bij een grondgebonden veehouderij, zoals een melkrundveehouderij. Als dat het geval is, maken de weilanden ook deel uit van de aanwijzing van de milieubelastende activiteit Veehouderij, vanwege de effecten van het grazen van dieren op de weilanden.
Ligging weilanden en akkers
Het is niet verplicht om gegevens te verstrekken over de ligging van weilanden en akkers (zie artikel 3.204 lid 2 en 3.210 lid 3 van het Bal).
Weilanden en akkers niet vergunningplichtig
Weilanden en akkers vallen meestal niet binnen de vergunningplicht van een veehouderij. Bij een veehouderij is de installatie vergunningplichtig. Weilanden kunnen, als er dieren grazen, functioneel ondersteunend zijn aan de veehouderij. Maar dit betekent niet dat ze ook onderdeel zijn van de installatie. Er is meestal geen technische samenhang met de installatie voor het houden van dieren, tenzij het gaat om een uitloop direct aan de stal. Dan zou er wel een samenhang kunnen zijn. Dit betekent dat weilanden en akkers bijna nooit onder de vergunningplicht vallen.
In de BBT-conclusies (BBT staat voor beste beschikbare technieken) staan eisen voor het uitrijden van mest, maar dit maakt niet dat het onderdeel is van de installatie. De invulling van BBT-eisen voor emissiearm uitrijden is op rijksniveau geregeld in paragraaf 3.2.20 van het Bal.
Milieubelastende activiteit Mest uitrijden
Het uitrijden van mest valt onder de aangewezen milieubelastende activiteit Het op of in de bodem brengen van meststoffen in paragraaf 3.2.20 van het Bal. Het is een bedrijfstakoverstijgende activiteit. Het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) is het bevoegd gezag (zie artikel 2.8 van het Bal). Functioneel ondersteunende activiteiten zijn geen onderdeel van de aanwijzing. De veehouderij of het akkerbouwbedrijf wordt dus nooit onderdeel van de milieubelastende activiteit Mest uitrijden. En de minister van LVVN kan dus ook nooit bevoegd gezag worden voor de veehouderij of akkerbouw.
Milieubelastende activiteit Gewasbeschermingsmiddelen gebruiken
De regels voor het gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen staan in paragraaf 4.64 van het Bal en gelden voor de milieubelastende activiteit Akkerbouw. Alleen bij gebruik nabij oppervlaktewater moet het bedrijf een melding doen. Dit hoeft niet elke keer weer opnieuw. De regels voor het aanmaken van gewasbeschermingsmiddelen op landbouwgrond staan in paragraaf 4.63 van het Bal. Hiervoor geldt geen meldingsplicht.
Geur
Het Bal stelt geen regels over geur bij activiteiten op weilanden en akkers. Gemeenten kunnen hierover in het omgevingsplan regels stellen. Bij het opstellen van een omgevingsplan moet de gemeente zich houden aan de instructieregels in het Besluit kwaliteit leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Artikel 5.92, Bkl (Aanvaardbaarheid van geur), geldt voor alle activiteiten. Dus ook voor activiteiten op een weiland of akker. De gemeente moet onderbouwen dat de geur aanvaardbaar is, maar dit betekent niet automatisch dat er regels voor geur nodig zijn.
Zie voor meer informatie: Geur door veehouderijen en andere landbouwactiviteiten.
Geluid
Het Bal stelt geen regels over geluid bij activiteiten op weilanden en akkers. Gemeenten kunnen hierover in het omgevingsplan regels stellen. De regels van afdeling 22.3, bruidsschat omgevingsplan Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup), gelden niet voor het verrichten van werkzaamheden met een mobiele installatie op een weiland of akker (zie artikel 22.41, lid 2, onder f).
Bij het opstellen van een omgevingsplan moet de gemeente zich houden aan de instructieregels in het Bkl. Artikel 5.59, Aanvaardbaarheid van geluid, geldt voor alle activiteiten. Dus ook voor activiteiten op een weiland of akker. De gemeente moet onderbouwen dat het geluid aanvaardbaar is. Dit betekent niet dat geluidnormen noodzakelijk zijn. De gemeente kan weilanden en akkers uitzonderen van de geluidnormen. En eventueel gebruiksregels stellen.
Zie voor meer informatie: Regels over geluid voor agrarische bedrijven.
Verder lezen