Omgevingsplan
In het omgevingsplan staan regels voor de bescherming tegen geluid door activiteiten, zoals een windturbine. De regels voor windturbines en windparken (met een rotordiameter van meer dan 2 meter) staan eerst in het tijdelijk deel van het omgevingsplan Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup): in de bruidsschat en in de planologische regels. In de planologische regels kan bijvoorbeeld het type of de maximale hoogte van de windturbine staan. Gemeenten kunnen daarna de regels voor geluid van de windturbines en windparken op hun grondgebied aanpassen. Deze komen dan in het nieuwe deel van het omgevingsplan Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Tijdelijk deel omgevingsplan
Dit tijdelijke deel bestaat uit de bruidsschat Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en planologische regels (voormalige bestemmingsplannen/projectbesluiten). Voor 1 of 2 windturbines staan er regels over geluid in de bruidsschat omgevingsplan. Deze regels gelden niet voor windparken (3 of meer windturbines). Dit is het gevolg van een Raad van State-uitspraak.
Regels voor 1 of 2 windturbines in de bruidsschat omgevingsplan
De regels in het tijdelijk deel van het omgevingsplan hebben betrekking op aanwezige en tijdelijke geluidgevoelige gebouwen bij één of twee windturbines (artikel 1.1 en 22.55 bruidsschat omgevingsplan).
Het beschermingsniveau bij één of twee windturbines is voor geluid in de bruidsschat gelijk aan het beschermingsniveau uit het Activiteitenbesluit. De afwijkende beoordelingsmaten uit het Activiteitenbesluit (Lden en LNight) zijn in de bruidsschat gehandhaafd. Dit staat in artikel 22.76 bruidsschat.
Bestaande maatwerkvoorschriften voor geluid uit de tijd voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet blijven geldig (artikel 8.1.5 Invoeringsbesluit Omgevingswet).
De algemene mogelijkheid voor het opstellen van maatwerkvoorschriften in de bruidsschat geldt ook voor geluid. De instructieregels uit het Bkl gelden bij het stellen van een maatwerkvoorschrift op grond van de bruidsschat.
Het geluid bij windturbines en windparken moet u berekenen met behulp van via bijlage XXVI van de Omgevingsregeling. Dit is op grond van artikel 22.78 bruidsschat geregeld in de Omgevingsregeling.
De volgende gegevens worden geregistreerd en 5 jaar bewaard:
- de emissieterm LE, gebaseerd op de effectieve werking gedurende het afgelopen kalenderjaar
- bij een handhavingsmeting: de benodigde gegevens ter bepaling van de windsnelheid op ashoogte.
Dit staat in artikel 22.77 bruidsschat.
Planologische regels
Daarnaast kunnen ook in de bestaande planologische regels (voormalige bestemmingsplannen/projectbesluiten) in het tijdelijk deel omgevingsplan gebruiksregels staan. Als gevolg van de Raad van State-uitspraak kunnen er voor windparken die zijn toegelaten na 30 juni 2021 ook regels over geluid in staan.
Regels in nieuw deel omgevingsplan
Op basis van de instructieregels van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) gelden de regels in het nieuwe deel van het omgevingsplan ook voor geprojecteerde geluidgevoelige gebouwen. De instructieregels voor windturbines en nieuwe windparken uit het Bkl zijn gericht op het gebruik van immissiewaarden voor het borgen van het beschermingsniveau. Andere regels gericht op geluid, zoals de werkingsduur, mogen niet in het nieuwe deel van het omgevingsplan staan (zie voor meer informatie "Toelaten windturbines en geluid")
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) en bestaande windparken
Voor niet-gewijzigde windparken (3 of meer windturbines) die voor 30 juni 2021 in werking mochten zijn gelden de regels in paragraaf 4.30a Windturbine: tijdelijke regels geluid. Voor nieuwe of na 30 juni 2021 gewijzigde windparken gelden er geen regels voor geluid in het Bal.
Meer informatie over regels over windturbines in het Bal vindt u onder Milieubelastende activiteit windturbine (paragraaf 3.2.4 Bal).
Omgevingsvergunning mba
In een omgevingsvergunning milieubelastende activiteiten die is verleend na de Raad van State uitspraak (1 juli 2021) kunnen ook gebruiksregels over geluid staan. Vaak zullen de regels uit het omgevingsplan of de voorschriften bij een bopa of een projectbesluit al voldoende bescherming bieden. Er zijn dan geen aanvullende gebruiksregels nodig.