Toelaten windturbines en natuur
Het toelaten van windturbines op een locatie kan effect hebben op de natuur. Windturbines kunnen bij de realisatie en door de ronddraaiende wieken hinder en schade opleveren voor beschermde dier- en plantsoorten en natuurgebieden. Bij het toelaten van windturbines speelt natuur mee bij een evenwichtige toedeling van functies aan locaties.
RvS-uitspraak windturbinepark
Een uitspraak van de Raad van State (RvS) over een windturbinepark heeft gevolgen voor het toepassen van direct werkende rijksregels voor windturbineparken onder de Omgevingswet, en in het verlengde daarvan ook voor vergunningverlening en ruimtelijke besluiten. Meer over de gevolgen van de RvS-uitspraak.
Invloed op de omgeving
Een windturbine kan effect hebben op de natuur door de locatie waar de windturbine geplaatst wordt (in of nabij een natuurgebied). Op de locatie zelf kan de windturbine schade aanrichten aan aanwezige flora en fauna. Planten en dieren kunnen verdwijnen door bijvoorbeeld het aanleggen van verharding, rooien van beplanting en dempen van sloten.
Ook kan de windturbine effect hebben op de flora en fauna in de omgeving. De ronddraaiende wieken zijn bijvoorbeeld gevaarlijk voor vogels en vleermuizen. Daarom is het van belang rekening te houden met foerageergebieden van vleermuizen en routes van trekvogels.
Beschermde natuurgebieden
Het plaatsen van windturbines kan effect hebben op natuurgebieden. Vooral als windturbines in het natuurgebied worden gerealiseerd. De beschermde natuurgebieden zijn:
- Natura 2000-gebieden. De Minister van Landbouw, Natuur en Visserij (LNV) wijst deze gebieden aan.
- Nationaal Natuurnetwerk Nederland (NNN). De Provincie wijst deze NNN-gebieden aan.
- Gebieden met bijzondere natuurwaarden. De Provincie of de Minister van Landbouw, Natuur en Visserij (LNV) wijst deze gebieden aan.
Maatregelen voor behoud van natuur
Bij het toelaten van windturbines op een locatie is er een beperkt aantal maatregelen mogelijk voor het behoud van de natuur:
- afstand houden tot natuurgebieden
- voorkomen van windturbines in foerageergebieden of routes trekvogels
- compensatie van natuur
Beoordeling en borging windturbines en natuur
Het toelaten van windturbines is alleen mogelijk als dit geen significant negatief effect heeft op de instandhouding van beschermde soorten en natuurgebieden.
Voor het bouwen van de windturbines kan een omgevingsvergunning voor natuur nodig zijn. Bij het toelaten op een locatie moet het aannemelijk zijn dat voor de windturbines een omgevingsvergunning verstrekt kan worden.
Natura 2000-gebied
Als er een mogelijk negatief effect is op een Natura 2000-gebied, dan is er een passende beoordeling nodig. Hierin worden de effecten op het Natura 2000-gebied omschreven en de maatregelen die nodig zijn om significant negatieve effecten te voorkomen. Het gaat daarbij om effect op de beschermde waarden in het Natura 2000-gebied. Deze staan in de beheerplannen.
Bij een passende beoordeling geldt ook een mer-plicht bij het omgevingsplan.
Te beschermen waarden NNN
Uit de regels in de omgevingsverordening blijkt wat de te beschermen waarden zijn voor het NNN en gebieden met bijzondere natuurwaarden. Het toelaten van de windturbines en windparken is alleen mogelijk als voldaan wordt aan de regels in de omgevingsverordening.