Nadeelcompensatie
Nadeelcompensatie is een regeling voor schadevergoeding voor rechtmatig overheidsoptreden. Het gaat over schade boven het normale maatschappelijke risico en het bedrijfsrisico die iemand onevenredig zwaar treft. Directe schade is het gevolg van inperking van bestaande rechten van de eigenaar. Indirecte schade wordt veroorzaakt door activiteiten in de omgeving.
Direct naar de handreiking Nadeelcompensatie (pdf, 1 MB).
Inhoud deze pagina
- Schadevergoeding voor rechtmatig overheidsoptreden
- Regels nadeelcompensatie aanvulling op algemene regeling
- Voorwaarden voor vergoeding van schade
- Waardedaling van onroerende zaak bij indirecte schade
- Aanvraag schadevergoeding
- Regeling Algemene wet bestuursrecht over nadeelcompensatie
- Verhaal van nadeelcompensatie
- Wat verandert er en overgangsrecht
Schadevergoeding voor rechtmatig overheidsoptreden
Nadeelcompensatie gaat over de schade die de overheid rechtmatig veroorzaakt. Bijvoorbeeld langdurige wegopbrekingen of ernstige hinder door de aanleg van een metrostation. Maar ook bouwplannen, waardoor aangrenzende woningen in waarde dalen.
Schade komt alleen voor vergoeding in aanmerking als:
- De schade uitgaat boven het normale maatschappelijke risico of het normale bedrijfsrisico. Dit heet de abnormale last.
- De schade iemand in vergelijking met anderen onevenredig zwaar treft. Dus de last drukt onevenredig zwaar op een beperkte groep burgers of bedrijven. Dit is de speciale last.
Het gaat dus niet over schade door onrechtmatig handelen van de overheid. Het Burgerlijk Wetboek regelt de schadevergoeding voor onrechtmatig overheidshandelen.
Regels nadeelcompensatie aanvulling op algemene regeling
De basisregeling voor nadeelcompensatie staat in titel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In titel 4.5 Awb staan de grondslagen, inhoudelijke eisen en procedurele bepalingen over toekenning van nadeelcompensatie.
De regels over nadeelcompensatie in afdeling 15.1 van de Omgevingswet zijn een aanvulling op deze algemene regeling uit de Awb. De regels over nadeelcompensatie in de Omgevingswet hebben voorrang op de regels in de Awb.
Schadeoorzaken limitatief aangegeven
Nadeelcompensatie binnen de Omgevingswet gaat over besluiten of maatregelen:
- die rechtstreeks werkende rechten en verplichtingen voor burgers en bedrijven bevatten
- die rechtstreeks gevolgen hebben voor burgers en bedrijven door verandering van de fysieke leefomgeving
De schadeoorzaken zijn limitatief opgesomd in artikel 15.1 van de Omgevingswet. Dit betekent dat de wet de schadeoorzaken uitputtend regelt. Er zijn dus geen andere schadeoorzaken mogelijk dan die in de Omgevingswet staan. Staat een schadeoorzaak niet in artikel 15.1 dan is voor taken en bevoegdheden van de Omgevingswet ook de Awb-regeling niet mogelijk. Schadeoorzaken zijn bijvoorbeeld:
- een omgevingsvergunning of het weigeren daarvan
- een projectbesluit
- een regel in het omgevingsplan, waterschapsverordening, omgevingsverordening of algemene maatregel van bestuur. Deze moeten rechtstreekse rechten of verplichtingen voor burgers en bedrijven bevatten
- een maatwerkvoorschrift
- een programma dat een rechtstreekse titel is voor activiteiten, zoals een beheerplan voor een Natura 2000-gebied
Omgevingsvisies en instructieregels zijn bijvoorbeeld geen schadeoorzaken. Deze instrumenten hebben geen rechtstreekse rechten en verplichtingen voor burgers en bedrijven.
Omgevingsvergunning en projectbesluit exclusief schadeveroorzakend
Als een omgevingsplan regelt dat voor een activiteit een omgevingsvergunning nodig is, is niet het omgevingsplan de schadeoorzaak. Dat is in die situatie de omgevingsvergunning. Dit geldt ook voor de omgevingsverordening, waterschapsverordening en Omgevingswet. De omgevingsvergunning voor de activiteit is dus de exclusieve schadeoorzaak (artikel 15.1, lid 2 Omgevingswet).
De omgevingsvergunning is dus het schadeveroorzakend besluit als deze nodig is vanuit:
- het omgevingsplan
- de omgevingsverordening
- de waterschapsverordening
- de Omgevingswet
Als het projectbesluit het omgevingsplan verandert, geldt het projectbesluit als schadeveroorzakend besluit. Dit regelt artikel 15.1, lid 3 van de Omgevingswet. Het bestuursorgaan dat het projectbesluit neemt, besluit dan ook over de aanvraag om schadevergoeding.
Voorwaarden voor vergoeding van schade
De schade moet redelijkerwijs toe te rekenen zijn aan de schadeoorzaak. De schade moet:
- het rechtstreekse gevolg zijn van het besluit of de maatregel. Bijvoorbeeld de bouw van een woning of aanleg van een weg.
- het gevolg zijn van de feitelijke uitvoering van de activiteit. Bijvoorbeeld een tijdelijke wegafsluiting.
- het gevolg zijn van de activiteit, die pas later zichtbaar wordt. Bijvoorbeeld schade door grondwateronttrekking kan zich jaren later openbaren.
Verschil directe en indirecte schade
Directe schade is schade die het gevolg is van het aanpassen van bestaande rechten. Bijvoorbeeld het beperken van de uitbreidingsmogelijkheden van het eigen bedrijf. Indirecte schade is schade veroorzaakt door activiteiten in de omgeving. Bijvoorbeeld waardedaling van een woning door de bouw van een hoge flat op het buurperceel.
Geen vergoeding voor schaduwschade en immateriële schade
Soms ontstaat er al schade door de aankondiging van een toekomstig besluit. De schade in de periode totdat het besluit is genomen, wordt schaduwschade genoemd. Dat is het negatieve effect op de waarde van onroerende zaken door de voorbereiding van een besluit of activiteit. De Omgevingswet vindt dit een normaal maatschappelijk risico, dat iedere eigenaar zelf moet dragen. De regeling nadeelcompensatie uit afdeling 15.1 van de Omgevingswet voorziet niet in vergoeding van deze schaduwschade.
Ook immateriële schade, zoals verlies van woongenot, komt niet voor vergoeding in aanmerking (artikel 15.2 Omgevingswet).
Geen nadeelcompensatie als schadevergoeding op andere manier is verzekerd
Er is geen recht op schadevergoeding door nadeelcompensatie als de schadevergoeding op een andere manier is verzekerd. Dit regelt artikel 4:126 van de Awb. Daardoor is er ook geen recht op nadeelcompensatie voor gedoogplichten volgens hoofdstuk 10 van de Omgevingswet. Voor deze gedoogplichten geldt een bijzondere schadevergoedingsregeling in afdeling 15.2 van de Omgevingswet.
Passieve risicoaanvaarding concreet geregeld
Het bevoegd gezag kan onbenutte mogelijkheden die een omgevingsplan op een locatie biedt, wijzigen. Een omgevingsplan kan bijvoorbeeld uitbreiding van bedrijfsgebouwen toestaan. Als het bedrijf deze mogelijkheid niet gebruikt, kan deze mogelijkheid tot uitbreiding worden geschrapt.
Het bedrijf kan door deze omgevingsplanwijziging schade lijden. De Omgevingswet regelt dat als iemand de kans heeft gekregen om nieuwe mogelijkheden te benutten, maar dat niet heeft gedaan, hij geen recht meer heeft op schadevergoeding. Dat heet passieve risicoaanvaarding. Dit is risicovol stil zitten van een aanvrager als hij vergoeding van directe schade vraagt.
Voor passieve risicoaanvaarding gelden de volgende eisen:
- de activiteit die vervalt, was 3 jaar mogelijk.
- minimaal een jaar ervoor heeft het bevoegd gezag bekendgemaakt dat de activiteit niet meer mogelijk zou worden.
- tussen deze bekendmaking en het wijzigingsbesluit heeft de eigenaar geen voorbereidingen getroffen om de activiteit toch te doen.
Peildatum hangt af van type schade
Het type schade bepaalt de peildatum waarop de schade wordt vastgesteld.
- Als de schade bij het besluit kan worden vastgesteld, zoals een waardedaling, dan is dat de peildatum.
- Bij een andere type schade, zoals inkomensschade, bepaalt in eerste aanleg het bevoegd gezag de peildatum.
- Voor waardedaling van een onroerende zaak bij indirecte schade, gelden bijzondere regels over de peildata. Artikel 15.3 en 15.4 van de Omgevingswet regelen dit.
Waardedaling van onroerende zaak bij indirecte schade
Onderdeel van nadeelcompensatie is de schadevergoeding voor waardedaling van onroerende zaak bij indirecte schade. Er is verschil in procedures bij een omgevingsvergunning, een melding of informatieverplichting en een vergunningvrije activiteit.
Aanvraag schadevergoeding
De schadevergoedingsaanvraag hoeft niet te worden ingediend tijdens de procedure over het besluit dat de schade heeft veroorzaakt. Lees meer over de aanvraagprocedure op de pagina Procedure voor het verzoek om nadeelcompensatie.
Regeling Algemene wet bestuursrecht over nadeelcompensatie
Afdeling 15.1 van de Omgevingswet is een aanvulling op titel 4.5 van de Awb. Afdeling 15.1 heeft voorrang op titel 4.5 van de Awb. Maar regelt afdeling 15.1 van de Omgevingswet een onderwerp niet? Dan geldt de Awb. Dit geldt voor:
- de grondslag voor toekenning van nadeelcompensatie (artikel 4:126 Awb)
- eisen aan een aanvraag om schadevergoeding (artikel 4:127 Awb)
- de mogelijkheid om een bijdrage te vragen voor de behandeling van een aanvraag (artikel 4:128 Awb)
- de vergoeding van redelijke kosten ter voorkoming of beperking van schade en proceskosten (artikel 4:129 Awb)
- algemene bepalingen over beslistermijn (artikel 4:130 Awb) en verjaringstermijn (artikel 4:131 Awb)
Verhaal van nadeelcompensatie
Het bevoegd gezag kan de kosten van nadeelcompensatie geheel of gedeeltelijk verhalen op de initiatiefnemer. Dit kan worden geregeld in een overeenkomst (artikel 13.3c Omgevingswet). De Vereniging van Nederlandse Gemeenten heeft een modelovereenkomst nadeelcompensatie opgesteld. De initiatiefnemer is belanghebbende bij het besluit tot toekenning van de schadevergoeding.
Publiekrechtelijk kostenverhaal is alleen mogelijk voor gevallen die in artikel 8.1a van het Omgevingsbesluit zijn aangewezen voor waterbeheer. Het bevoegd gezag kan de betaalde nadeelcompensatie publiekrechtelijk verhalen, tenzij:
- de schadevergoeding redelijkerwijs voor rekening van het bestuursorgaan moet blijven
- de schadevergoeding voldoende op andere manier is verzekerd (artikel 13.3d Omgevingswet)
De overheid kan de geraamde kosten van schadevergoeding ook verhalen via de regeling van het kostenverhaal bij gebiedsontwikkeling. Met de initiatiefnemer kan een overeenkomst worden gesloten over kostenverhaal. In deze overeenkomst kan dan de schadevergoeding worden meegenomen. Bij publiekrechtelijk kostenverhaal worden ook de geraamde kosten van nadeelcompensatie op de aanvrager verhaald. De kosten voor nadeelcompensatie staan op de kostensoortenlijst (bijlage IV Omgevingsbesluit). Het is verboden kostenverhaalsplichtige activiteiten uit te voeren als de kosten nog niet zijn betaald. Dit regelt artikel 13.12 van de Omgevingswet.
Wat verandert er en overgangsrecht
Informatie over de verschillen tussen Nadeelcompensatie en de planschaderegeling onder de Wet ruimtelijke ordening en het overgangsrecht vindt u op de pagina Nadeelcompensatie: wat verandert er en overgangsrecht.