Categorieën ontwikkelingen voor verhaal financiële bijdragen
Het omgevingsplan kan bepalen dat bijdragen worden verhaald voor een ontwikkeling om de kwaliteit van de fysieke leefomgeving te verbeteren. Gemeenten kunnen dan een financiële bijdrage verhalen op initiatiefnemers van bouwactiviteiten. Dit heet de publiekrechtelijke afdwingbare financiële bijdrage. Deze regeling geldt voor verschillende categorieën ontwikkelingen.
Artikel 8.21 van het Omgevingsbesluit wijst de categorieën ontwikkelingen aan. Alleen voor deze categorieën ontwikkelingen voor verbetering van de fysieke leefomgeving kan in het omgevingsplan een financiële bijdrage worden gevraagd.
De volgende ontwikkelingen zijn aangewezen:
- aanpassing van de inrichting van het landelijk gebied voor verbetering van de landschappelijke waarden
- aanleg of verandering van aangewezen gebieden voor de bescherming van de natuur. Of voor het herstel van dier- en plantensoorten die van nature in Nederland in het wild voorkomen
- aanleg van infrastructuur voor verkeers- en openbaarvervoernetwerken van gemeentelijk of regionaal belang
- aanleg van recreatievoorzieningen die onderdeel zijn van de gemeentelijke of regionale groenstructuur
- ontwikkelingen om een evenwichtige samenstelling van de woningvoorraad te bereiken
- stedelijke herstructurering
Aanpassing inrichting landelijk gebied
De aanpassing van de inrichting van het landelijk gebied moet tot doel hebben de landschappelijke waarden te verbeteren. Het gaat over maatregelen in de fysieke leefomgeving. Bijvoorbeeld verbetering van de structuur van de landbouw of de kwaliteit van landschappen. Denk aan het verwijderen van vrijkomende agrarische bebouwing en herstel van landschappelijke elementen.
Bescherming natuurgebieden, dier- en plantensoorten
Het gaat om de aanleg of aanpassing van natuurgebieden en landschappen die het Rijk of de provincies hebben aangewezen. Bijvoorbeeld Natura 2000-gebieden en het Natuurnetwerk Nederland. Maar ook natuurgebieden die de gemeente in het omgevingsplan heeft aangewezen.
De maatregelen voor herstel van dier- en plantensoorten moet in de omgevingsvisie of in een programma onderbouwd worden. Hierin moet bijvoorbeeld staan waar de maatregelen plaatsvinden.
Het gaat in ieder geval over maatregelen voor de:
- vermindering van de stikstofdepositie of
- bescherming en verbetering van de chemische en ecologische kwaliteit van watersystemen.
Voorbeelden van maatregelen zijn: de aanleg van bijenlandschappen, gevarieerd groen voor een rijk dieren- en insectenleven, faunapassages, natuurvriendelijke oevers, vistrappen en vispassages.
Aanleg van infrastructuur
Aanleg van infrastructuur betreft verkeers- en openbaarvervoernetwerken van gemeentelijk of regionaal belang. Bijvoorbeeld de aanleg van een weg die de bereikbaarheid en het woon- en leefklimaat verbetert.
Als de aanleg van de weg noodzakelijk is voor de bouwactiviteit, dan valt deze weg onder kostenverhaal. En is de regeling over financiële bijdrage niet mogelijk. Zie ook Regeling publiekrechtelijke afdwingbare financiële bijdragen.
Aanleg van recreatievoorzieningen
Onder deze categorie vallen recreatievoorzieningen die onderdeel zijn van de gemeentelijke of regionale groenstructuur. Bijvoorbeeld parken en recreatiegebieden. In de omgevingsvisie of het omgevingsplan wordt meestal een groenstructuur opgenomen voor de samenhang tussen recreatiegebieden. Samenhang wordt vaak ook gerealiseerd door de recreatievoorzieningen via fiets- en wandelpaden te verbinden.
Evenwichtige samenstelling van de woningvoorraad
Voor het woon- en leefklimaat is de mix van woningen in prijsklassen belangrijk. De gemeente heeft meestal streefcijfers in een gemeentelijke visie vastgelegd voor de aantallen woningen voor sociale woningbouw, middeninkomens en vrije sector. Die percentages kunnen in het omgevingsplan worden vastgelegd.
Wordt op een locatie een lager percentage sociale woningen gebouwd? Dan kan een financiële bijdrage worden afgedwongen. Met de opbrengst kan op een andere plek een hoger percentage sociale woningen worden gebouwd.
Voor een verplichting tot betalen van een bijdrage voor sociale woningbouw op een andere locatie geldt een aantal voorwaarden. Zo moet het omgevingsplan de gewenste sociale huur- of koopwoningen specifiek toelaten. Of het omgevingsplan moet regelen dat op een woningbouwlocatie een verplicht deel van de woningen sociale huur of koop is. De aanwijzing van woningbouwcategorieën staat in artikel 5.161c van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Regelt het omgevingsplan dit niet, dan moet de sociale woningbouw voor de locatie in een programma staan.
Daarnaast moet er een financieel tekort zijn op de locatie waar een hoger percentage sociale woningen wordt gebouwd. Dit betekent dat bij een particuliere initiatiefnemer de inkomsten onvoldoende zijn om de kosten helemaal te verhalen. Of dat er een verlies is op de gemeentelijke exploitatie van die andere locatie.
Stedelijke herstructurering
Doel van stedelijke herstructurering is verbetering van het woon- en leefklimaat in oude wijken of gebieden met leegstandsproblemen. Bijvoorbeeld door het slopen van woningen, aanleg of het aanpassen van wegen of openbaar vervoer. Het gaat over andere functies of modernisering van gebieden.
Voor de herstructurering kan een programma worden gemaakt. Voor de motivering van de financiële bijdrage kan naar dit programma worden verwezen.
Handreiking Kostenverhaal en financiële bijdragen Omgevingswet
De Handreiking Kostenverhaal en financiële bijdragen Omgevingswet kunt u downloaden om uitgebreid informatie te vinden over onder andere de publiekrechtelijke afdwingbare financiële bijdrage.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.