Rechtsbescherming en voorkeursrecht
De rechtsbescherming bij het voorkeursrecht is deels bestuursrechtelijk en deels privaatrechtelijk van karakter. De bestuursrechtelijke rechtsbescherming verloopt volgens de procedures van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de privaatrechtelijke rechtsbescherming volgens het Wetboek van burgerlijke rechtsvordering.
Bestuursrechtelijke rechtsbescherming
Voorkeursrechtbeschikking
Tegen de voorkeursrechtbeschikking staat bestuursrechtelijke rechtsbescherming open. Belanghebbenden kunnen volgens de Awb een bezwaarschrift indienen tegen de voorkeursrechtbeschikking. Belanghebbenden zijn de eigenaar en alle rechthebbenden die in hun mogelijkheden worden beperkt door het voorkeursrecht. Na de beslissing op bezwaar kan de belanghebbende nog beroep instellen bij de rechtbank. En hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.
Het bezwaar en beroep hebben geen schorsende werking. Dat betekent dat de gevolgen van het besluit niet worden gepauzeerd. De voorkeursrechtbeschikking blijft dus gelden. De belanghebbende die bezwaar of beroep heeft ingesteld kan de president van de rechtbank vragen om de voorkeursrechtbeschikking te schorsen. Dat heet een voorlopige voorzieningsprocedure. Dit is een aparte procedure.
Besluit weigering ontheffing aanbiedingsplicht
Tegen het besluit van het bevoegd gezag over het weigeren van ontheffing van de aanbiedingsplicht staat bezwaar en beroep open. Dat kan op grond van de Awb.
Samenloopprocedure
Het kan voorkomen dat een (kortdurende) voorkeursrechtbeschikking van het college van burgemeester en wethouders of Gedeputeerde Staten al is gevolgd door een voorkeursrechtbeschikking van de gemeenteraad of Provinciale Staten in de fase van bezwaar of beroep. Daarvoor is een samenloopprocedure. Het bezwaar en beroep tegen de voorkeursrechtbeschikking van het college wordt dan geacht te zijn gericht tegen de (inmiddels tot stand gekomen) voorkeursrechtbeschikking van de gemeenteraad of Provinciale Staten (artikel 16.32c en artikel 16.92 van de Omgevingswet).
Privaatrechtelijke rechtsbescherming
Uitspraak in prijsvaststellingsprocedure en procedure tot overdracht van het goed
De prijsvaststellingsprocedure valt binnen het burgerlijk procesrecht. Tegen de uitspraak van de rechtbank in de prijsvaststellingsprocedure en de procedure tot overdracht van het goed staat geen hoger beroep open. Wel is beroep in cassatie bij de Hoge Raad mogelijk (artikel 16.123, lid 3 van de Omgevingswet).
Uitspraak op verzoek nietigverklaring
Als de overheid (de publiekrechtelijke rechtspersoon) bij de burgerlijke rechter een verzoek tot nietigverklaring van een rechtshandeling wegens strijd met voorkeursrecht heeft gedaan (artikel 9.22 van de Omgevingswet), volgt een uitspraak van de rechtbank. Daartegen staat hoger beroep en beroep in cassatie open. Als de rechtbank het verzoek toewijst, geldt de oorspronkelijke rechtstoestand weer.