Vergunning omgevingsplanactiviteit bij wijzigingsbevoegdheid en uitwerkingsplicht
De Wet ruimtelijke ordening gaf de mogelijkheid dat burgemeester en wethouders het bestemmingsplan wijzigen of uitwerken. Hiervoor moest een wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht in het bestemmingsplan staan. De Omgevingswet kent deze wijzigingsbevoegdheid en uitwerkingsplicht niet. Deze zijn onder de Omgevingswet wel onderdeel van het tijdelijk deel van het omgevingsplan.
Wijzigingsbevoegdheid en uitwerkingsplicht onder oud recht
Burgemeester en wethouders konden met een wijzigingsbevoegdheid in het bestemmingsplan de bestemming wijzigen. Bijvoorbeeld de bestemming detailhandel wijzigen in de bestemming wonen. Bij een uitwerkingsplicht moesten burgemeester en wethouders een uitwerkingsplan vaststellen. In een uitwerkingsplan voor bijvoorbeeld wonen konden bouwvlakken en bouwhoogten worden vastgesteld.
Wijzigingsbevoegdheid en uitwerkingsplicht geen basis in Omgevingswet
De Omgevingswet bevat geen basis om een wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplanplicht in een omgevingsplan op te nemen. De Omgevingswet bevat een algemene regeling voor de gemeenteraad om de bevoegdheid tot het vaststellen van delen van het omgevingsplan te delegeren aan burgemeester en wethouders. Dit regelt artikel 2.8 Omgevingswet.
Wijzigingsbevoegdheid en uitwerkingsplicht wel in tijdelijk deel omgevingsplan
Onder de Omgevingswet zijn de wijzigingsbevoegdheid en uitwerkingsplicht wel onderdeel van het tijdelijk deel van het omgevingsplan. Maar burgemeester en wethouders kunnen op basis van de Omgevingswet geen wijzigingsplan of uitwerkingsplan meer vaststellen. Als voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet een ontwerp ter inzage is gelegd, blijft het oude recht van toepassing en is vaststelling nog wel mogelijk.
Vergunning binnenplanse omgevingsplanactiviteit
In artikel 22.26 bruidsschat Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) is in het omgevingsplan een vergunningplicht opgenomen voor omgevingsplanactiviteit bouwwerken. Voor verlening van deze omgevingsvergunning moet de activiteit voldoen aan de regels van het omgevingsplan (zie beoordelingsregels in artikel 22.29 bruidsschat).
Als een bouwactiviteit in strijd is met het omgevingsplan, kan de vergunning toch binnenplans worden verleend. Dit geldt als de omgevingsplanactiviteit bouwwerken niet in strijd is met de regels van de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht. Dus als deze past in de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht in het tijdelijk deel van het omgevingsplan. Dit regelt artikel 22.32 bruidsschat. Burgemeester en wethouders hebben hierbij beslissingsruimte. Zij zijn dus niet verplicht tot het verlenen van de vergunning.
Ook als er geen strijd is met de wijzigingsbevoegdheid of uitwerkingsplicht moeten burgemeester en wethouders beoordelen of het bouwplan uit een oogpunt van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties aanvaardbaar is. Dit is in lijn met de jurisprudentie onder de Wet ruimtelijke ordening dat bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid of een uitwerkingsplicht de goede ruimtelijke ordening werd beoordeeld.
Het college toetst hierbij ook aan de instructieregels, instructies en voorbereidingsbesluiten. Dit regelen de artikelen 22.32, lid 2, en 22.33 bruidsschat.
Kostenverhaal via overeenkomst
Toepassing van artikel 22.32 bruidsschat is mogelijk als het kostenverhaal via een overeenkomst is geregeld. Het bestuursorgaan moet voor kostenverhaalplichtige activiteiten de kosten verhalen. Als de kosten niet zijn betaald, geldt een bouwverbod (afdeling 13.6 Omgevingswet).
Is er geen overeenkomst gesloten dan kan medewerking worden verleend met toepassing van een omgevingsvergunning voor buitenplanse omgevingsplanactiviteit of wijziging van het omgevingsplan.
Nadeelcompensatie
Op basis van een omgevingsvergunning met toepassing van artikel 22.32 bruidsschat kan een aanvraag om nadeelcompensatie worden ingediend. Deze vergunning is een schadeveroorzakend besluit in de zin van artikel 15.1 Omgevingswet.
Aanvraag voor alleen een functieverandering
Is er bij een aanvraag geen sprake van bouwen, dan is artikel 22.32 bruidsschat niet van toepassing. De gemeente kan dan een vergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit verlenen. Voor de motivering zal het wel helpen als het plan past binnen de wijzigingsbevoegdheid.
Er is één situatie bij strijd met het omgevingsplan waarin zonder bouwactiviteiten toch een binnenplanse omgevingsvergunning kan worden verleend. Dit kan als deze gebruiksactiviteit ook al was geregeld in een binnenplanse afwijking in het tijdelijk deel van het omgevingsplan. Dit regelt artikel 22.282 bruidsschat. Lees meer op Overgangsrecht binnenplanse afwijkvergunning in bestemmingsplan en beheersverordening.
Voorbeeld verbouwing horecapand tot woning
Stel dat een belanghebbende een omgevingsvergunning vraagt voor de verbouwing van het horecapand naar een woning op deze locatie. Het gaat hier om een verzoek om vergunning voor een omgevingsplanactiviteit bouwwerken. Dus niet om een vergunning voor de technische bouwactiviteit.
Het tijdelijk deel van het omgevingsplan (voorheen bestemmingsplan) geeft aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid de bestemming 'horeca' te wijzigen in de bestemming 'wonen'. Voor deze wijzigingsbevoegdheid gelden de volgende voorwaarden:
- Er mag maximaal 1 woning worden toegevoegd.
- De regels van de bestemming 'wonen' gelden.
- De gebruiksmogelijkheden van aangrenzende percelen mogen niet onevenredig worden beperkt.
Burgemeester en wethouders kunnen voor de verbouwing naar een woning een omgevingsvergunning voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit verlenen, mits:
- het een omgevingsplanactiviteit bouwwerken is (artikel 22.26 bruidsschat)
- de bouwactiviteit past binnen de 3 genoemde voorwaarden van de wijzigingsbevoegdheid in het tijdelijk deel van het omgevingsplan (artikel 22.32, lid 1 bruidsschat)
- er sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties
- de bouwactiviteit voldoet aan de overige beoordelingsregels
Voor toepassing van artikel 22.32 bruidsschat is niet vereist dat de bouwactiviteit gepaard gaat met een wijziging van de functie. Het kan ook gaan om een bouwactiviteit die past binnen de toegestane functie op een locatie.
Bruidsschat
De term ‘bruidsschat’ wordt gebruikt voor de regels die door het Rijk als onderdeel van het Invoeringsbesluit Omgevingswet automatisch zijn toegevoegd aan het tijdelijk deel van het omgevingsplan van alle gemeenten en aan elke waterschapsverordening.
In de bruidsschat staan regels over activiteiten die voor inwerkingtreding van de Omgevingswet door het Rijk werden gesteld. Onder de Omgevingswet is het stellen van deze regels gedecentraliseerd naar gemeenten en waterschappen. De regels van de bruidsschat zijn een bijzondere vorm van overgangsrecht.