Kruimelgevallenregeling is vervallen
Sinds de inwerkingtreding van de Omgevingswet bestaan de zogenoemde kruimelgevallen niet meer. Het onderscheid tussen artikel 2.12, lid 1, onderdeel a, sub 2o en 3o, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is er niet meer.
Voor de inwerkingtreding van de Omgevingswet kon voor een aantal aangewezen kruimelgevallen met de reguliere procedure een vergunning worden verleend om af te wijken van het bestemmingsplan. Onder de Omgevingswet geldt voor de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA) standaard de reguliere procedure. Een kruimelgevallenregeling is onder de Omgevingswet daarom niet meer nodig.
Het bevoegd gezag kan, onder voorwaarden, op een aanvraag voor een BOPA wel de uitgebreide procedure van toepassing verklaren, bijvoorbeeld op verzoek van de aanvrager. Informatie hierover staat op Procedure BOPA.
De gemeente heeft binnen de gestelde voorwaarden nu meer vrijheid om te bepalen of de reguliere procedure of de uitgebreide procedure wordt toegepast.
Beoordeling BOPA
Een BOPA moet onder meer voldoen aan de instructieregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl), aan de omgevingsverordening, en aan een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Informatie over de beoordelingsregels staat op Beoordelen BOPA.
Verschil beoordeling BOPA en kruimelgeval
De instructieregels van het Rijk (hoofdstuk 5 Bkl) gelden bij de beoordeling van elke aanvraag om een BOPA. Voorheen golden de instructieregels van het Rijk uit het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening niet voor de aangewezen kruimelgevallen.
Ook een verschil in beoordeling is, dat een kruimelgeval werd getoetst aan een goede ruimtelijke ordening. Een BOPA wordt verleend met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Dit betekent niet dat de onderzoeksverplichting voor de aanvrager sterk is uitgebreid. Als voorheen voor een project kon worden volstaan met een summiere onderbouwing, zal ook nu kunnen worden volstaan met een summiere onderbouwing van de aanvraag. De door de aanvrager in te dienen gegevens moeten voldoende zijn om het besluit te motiveren. Aan de motivering zullen zwaardere eisen worden gesteld bij grotere projecten en/of de afwijking ten opzichte van het omgevingsplan groter is.
Gemeentelijk kruimelgevallenbeleid
Veel gemeenten hebben beleid over de wijze van beoordeling van aanvragen voor kruimelgevallen. Dat beleid, dat veelal in beleidsnota’s is vastgelegd, kan onder de Omgevingswet nog steeds worden gebruikt.
Beleid en beleidsregel
Bij het gemeentelijk beleid moet onderscheid worden gemaakt tussen een beleidsregel in de zin van artikel 1:3 lid 4 Awb en beleid dat geen beleidsregel is. Beleidsregels gaan altijd over hoe de overheid omgaat met een wettelijke bevoegdheid. Burgers en bedrijven kunnen hier een beroep op doen bij het bestuursorgaan en de rechter. Beleid dat geen beleidsregel is, is zelfbindend voor het bestuursorgaan en heeft geen bijzondere rechtsgevolgen. Het bestuursorgaan mag altijd het beleid wijzigen. Meer informatie staat op Beleidsregels.
Informatie over de gevolgen van de inwerkingtreding van de Omgevingswet voor oude beleidsdocumenten staat op Bestaand gemeentelijk beleid onder de Omgevingswet.