Uitleg over stedenbouwkundige kwaliteit
Stedenbouwkundige kwaliteit is de kwaliteit van de gebouwde omgeving en de openbare ruimte. Deze kwaliteit heeft onder andere invloed op de herkenbaarheid en het gebruik van een gebied. Hij wordt beïnvloed door (maatschappelijke) ontwikkelingen als de druk op de woningmarkt, verdichting van stedelijke gebieden en energietransitie.
De beoordeling van de stedenbouwkundige kwaliteit is altijd gebiedsspecifiek. De waardering van een stedenbouwkundige omgeving wordt onder andere bepaald door:
- de maat en schaal van de bebouwing
- afwisseling tussen bebouwd en onbebouwd
- herkenbaarheid door duidelijke routes en herkenningspunten
- benutten van cultuurhistorische waarden
- voldoende groen
- materiaalgebruik
Al deze elementen dragen bij aan de belevings- en gebruikswaarde, en daarmee de stedenbouwkundige kwaliteit van een gebied. Ook het voorkomen van leegstand en verloedering zorgt ervoor dat de kwaliteit van gebied behouden blijft.
De stedenbouwkundige kwaliteit heeft een duidelijke relatie met andere omgevingsthema's zoals cultureel erfgoed en duurzame verstedelijking.
Stedenbouwkundige kwaliteit in de Omgevingswet
Naast veiligheid en gezondheid is 'een goede omgevingskwaliteit' opgenomen in de centrale doelstelling (artikel 1.3 Omgevingswet). Dit geeft aan dat bijvoorbeeld cultureel erfgoed, architectonische kwaliteit van bouwwerken, stedenbouwkundige kwaliteit en kwaliteit van natuur en landschap belangrijk zijn. Het gaat daarbij om zowel de menselijke beleving van de fysieke leefomgeving als de waarden die de maatschappij toekent aan de identiteit van gebieden.
Overheden moeten stedenbouwkundige kwaliteit meenemen bij het evenwichtig toedelen van functies aan locaties Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) in het omgevingsplan (artikelen 2.4 en 4.2 Omgevingswet).
Er gelden voor stedenbouwkundige kwaliteit slechts enkele instructieregels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) van de Rijksoverheid. Hierdoor heeft de gemeente de vrijheid om stedenbouwkundige kwaliteit zelf in te vullen. Daarbij kan ze wettelijke instrumenten gebruiken, zoals de omgevingsvisie en het omgevingsplan.
Stedenbouwkundige kwaliteit in omgevingsvisie
Het belangrijkste instrument om de ambitie voor stedenbouwkundige kwaliteit vast te leggen, is de omgevingsvisie Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Dit speelt op verschillende schaalniveaus.
Omgevingsvisie Rijk
De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) bevat onder andere de volgende nationale belangen:
- het realiseren van een goede omgevingskwaliteit
- het behouden en versterken van cultureel erfgoed en landschappelijke en natuurlijke kwaliteiten
Het is van nationaal belang de kernkwaliteiten van stad en land te borgen. Dit uit zich in bescherming van waardevolle, open en kwetsbare landschappen en bebouwde gebieden, uitgaand van hun kernkwaliteiten.
Bij (stedelijke) groei, verdichting, transformatie of krimp is het van belang rekening te houden met:
- unieke gebieden, structuren en objecten
- archeologische monumenten
- gebouwde of aangelegde monumenten
- beschermde stads- en dorpsgezichten
- (genomineerde) werelderfgoed- en wederopbouwgebieden
De kernkwaliteiten kunnen ook benut worden bij ruimtelijke opgaven en transformaties, bijvoorbeeld met de inzet van ruimtelijk ontwerp.
Overigens gaat de Nota Ruimte de huidige NOVI vervangen, waarschijnlijk in 2026.
Omgevingsvisie provincie
Een provinciale omgevingsvisie kan een beschrijving bevatten van de ruimtelijke kwaliteit. Bijvoorbeeld van de stedenbouwkundige structuur en het beleid voor ruimtelijke kwaliteit. Op provinciaal niveau gaat het bijvoorbeeld om de grens tussen het open landschap en de verstedelijking en de cultuurhistorische waarden.
Omgevingsvisie gemeente
De gemeentelijke omgevingsvisie kan een beschrijving van de stedenbouwkundige kwaliteit bevatten en het beleid gericht op deze stedenbouwkundige kwaliteit. Op gemeentelijk niveau gaat het dan om bijvoorbeeld de hoofdstructuur van een dorp of stad en de structuur van gebieden, zoals woonwijken, bedrijventerreinen en het centrum. Hieruit kan volgen dat de stedenbouwkundige kwaliteit op bepaalde plekken behouden moet blijven en op andere plekken versterkt kan worden. Stedenbouwkundige kwaliteit speelt ook een rol bij de keuze van ontwikkellocaties en de stedenbouwkundige invulling (zoals structuur, bouwhoogte, dichtheid) van een ontwikkellocatie.
Instructieregels stedenbouwkundige kwaliteit Rijk
Bij het opstellen van het gemeentelijke omgevingsplan moet de gemeente voldoen aan de instructieregels. Deze staan in paragraaf 5.1.5 van het Besluit kwaliteit leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bkl): Beschermen van landschappelijke of stedenbouwkundige waarden en cultureel erfgoed. Hierin staan instructieregels over:
Stedenbouwkundige kwaliteit in gemeentelijke omgevingsplan
Een gemeente kan grotendeels zelf bepalen of ze regels wil stellen in het omgevingsplan over het behoud of versterking van de stedenbouwkundige kwaliteit. Bijvoorbeeld door het vastleggen van onder meer de ruimtelijke hoofdstructuur, bouwhoogten en bebouwingspercentages. Of door het voorkomen van activiteiten of bebouwing die de stedenbouwkundige kwaliteit kunnen schaden.