Toegankelijkheid bouwwerken voor mensen met een handicap
De regels over de toegankelijkheid van bouwwerken voor mensen met een handicap staan in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
- Actieplan Toegankelijkheid voor de bouw
- Bestaand bouwwerk
- Nieuw te bouwen bouwwerken
- Bereikbaarheid en toegankelijkheid buitenberging bij nieuwe woningen
- Drempelhoogte bij nieuwe woning
- Drempelhoogte bij nieuw gebouw zonder toegankelijkheidssector
- Drempelhoogte bij nieuw gebouw met toegankelijkheidssector
- Goed bereikbaar vanaf de openbare weg
- Infoblad toegankelijk bouwen
- Toegankelijkheidssector
Actieplan Toegankelijkheid voor de bouw
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft in samenwerking met organisaties van mensen met een beperking een 'actieplan Toegankelijkheid voor de bouw (verwijst naar een andere website)' opgesteld. De aanleiding voor het opstellen van dit actieplan vormde de motie Volp.
Met het actieplan zetten partijen in op het vergroten van het bewustzijn over goede toegankelijkheid. Belangrijk is daarom mensen met een beperking al vanaf de ontwerpfase bij een (ver)bouwproject te betrekken. Het actieplan vraagt ook om meer aandacht in opleidingen voor het thema toegankelijkheid. Het ministerie van BZK heeft de afgelopen jaren gewerkt aan het eenvoudig beschikbaar stellen van eenduidige richtlijnen voor toegankelijk bouwen en verbouwen.
Uitgangspunt is dat het verbeteren van de toegankelijkheid gebeurt op basis van vrijwillige afspraken tussen partijen. Zo is er een vrijwillige NEN-norm voor toegankelijkheid van gebouwen (NEN 9102:2025) beschikbaar. Gratis te downloaden op de website van de NEN. Bij achterblijvende resultaten bekijkt de minister van BZK of het nodig is om aanvullende wettelijke voorschriften op te stellen.
Bestaand bouwwerk
Sommige bestaande bouwwerken moeten goed bereikbaar zijn en blijven vanaf de openbare weg door mensen met een handicap. Dat is wanneer het pad eerder is aangelegd en daarmee werd voldaan aan de eisen voor bereikbaarheid op het moment van bouwen (artikel 6.49 Bouwbesluit 2012 of artikel 4.192 Bbl). Op deze manier wordt vastgelegd dat het pad in stand moet blijven.
Nieuw te bouwen bouwwerken
Voor nieuw te bouwen bouwwerken staan de toegankelijkheidseisen voor personen met een handicap in:
- Bbl paragraaf 4.6.1 Bereikbaarheid, algemeen
- Bbl paragraaf 4.6.2 Toegankelijkheidssector
- Bbl paragraaf 4.6.3 Bereikbaarheid van een bouwwerk
Niet elk nieuw bouwwerk hoeft toegankelijk te zijn voor personen met een handicap. Dit hangt af van:
- de aard waarvoor het gebouw wordt gebruikt
- de omvang van het gebouw
De precieze regels staan in de genoemde paragrafen. Hieronder wordt een aantal regels toegelicht.
Drempelhoogte bij nieuwe woning
Bij een nieuwe woning (uitgezonderd woonwagen) mag de drempel van een hoofdtoegang van de woning maximaal 0,02 m hoog zijn (artikel 4.182 lid 2 Bbl). Vanaf 1 januari 2026 geldt dat ook voor een drempel naar een privé buitenruimte zoals een balkon of tuin. Een hellingbaan is verplicht als de hoogte meer is dan 0,02 m. Verder mag het totale hoogteverschil tussen die toegangen van de woning en het aansluitende terrein ,of een gemeenschappelijke verkeersroute, maximaal 1 m zijn. Ook al is er een hellingbaan.
Is er een gemeenschappelijke buitenruimte bij de woning zoals een gemeenschappelijk balkon bij een studentenflat? Dan mogen de drempels op één van de routes tussen de woning en de gemeenschappelijke buitenruimte maximaal 0,02 m hoog zijn (artikel 4.182 lid 5 Bbl). Een hellingbaan of lift is verplicht als de hoogte meer is dan 0,02 m.
Bereikbaarheid en toegankelijkheid buitenberging bij nieuwe woningen
De drempel van ten minste een toegang van de buitenberging heeft een hellingbaan als de drempelhoogte meer dan 0,02m is (artikel 4.182 lid 4 Bbl).
Een verplichte buitenberging moet toegankelijk zijn vanaf de openbare weg of een gemeenschappelijke verkeersruimten. Dus zonder eerst de woning binnen te gaan. Een hoogteverschil tussen de toegang van de bergruimte en het aansluitende terrein of een gemeenschappelijke verkeersruimte van meer dan 0,02 m wordt overbrugd door een lift of hellingbaan (artikel 4.172 lid 3 Bbl).
Vanaf de openbare weg naar de toegang van een buitenberging of de toegang van de gemeenschappelijk verkeersruimte is een verhard pad. Het pad moet een breedte van minimaal 1,1 m hebben. Grotere hoogteverschillen dan 0,02 m worden overbrugd met een helling volgens artikel 4.30 (artikel 4.192 Bbl).
Drempelhoogte bij nieuw gebouw zonder toegankelijkheidssector
Gaat het om een nieuw woongebouw of nieuw gebouw met een winkelfunctie, gezondheidszorgfunctie, bijeenkomstfunctie voor alcoholgebruik (zoals cafés) of voor film, muziek, theater of het kijken van sport? En het gebouw heeft geen toegankelijkheidssector? Dan mag de drempel van een hoofdtoegang maximaal 0,02 m hoog zijn (artikel 4.182 lid 1 en 7 Bbl). Een hellingbaan is verplicht als de hoogte meer is dan 0,02 m. Verder mag het totale hoogteverschil tussen die toegang van het gebouw en het aansluitende terrein maximaal 1 m zijn. Ook al is er een hellingbaan. Deze verplichtingen gelden niet voor alle toegangen maar voor één toegang.
Drempelhoogte bij nieuw gebouw met toegankelijkheidssector
Gaat het om een nieuw gebouw met toegankelijkheidssector? Dan mogen de drempels op één van de routes tussen een toegankelijkheidssector en het aansluitende terrein maximaal 0,02 m hoog zijn. Als de hoogte meer is dan 0,02 m, is een hellingbaan of lift verplicht. Het hoogteverschil tussen een op die route gelegen hoofdtoegang van de toegankelijkheidssector en het aansluitende terrein mag niet groter dan 1 m zijn. Ook al is er een hellingbaan of lift (artikel 4.189 Bbl) .
Extra routes tussen de toegankelijkheidssector en het aansluitende terrein hoeven niet aan deze verplichtingen te voldoen. Dit betekent dat er wel een andere route mag zijn die over een trap loopt.
Goed bereikbaar vanaf de openbare weg
Als er een maximale drempelhoogte geldt (zie hiervoor), dan moet een hoofdtoegang van het gebouw ook goed te bereiken zijn vanaf de openbare weg (artikel 4.192 Bbl). Dat betekent dat er een pad of steiger moet zijn als de hoofdtoegang niet direct aan de openbare weg ligt. Daarvoor geldt:
- Zo’n pad of steiger moet minstens 1,1 m breed zijn; bij een woonfunctie die niet in een woongebouw ligt geldt 0,85 m breedte
- Een doorgang op zo’n pad of steiger moet een vrije breedte hebben van minstens 0,85 m en een vrije hoogte van minstens 2 m
- Op zo’n pad of steiger mag het hoogteverschil maximaal 0,02 m zijn. Als het hoogteverschil meer is, dan moet er een hellingbaan zijn die voldoet aan artikel 4.30 Bbl
Infoblad toegankelijk bouwen
In het infoblad toegankelijk bouwen (verwijst naar een andere website) staat meer informatie over toegankelijkheidseisen.
Toegankelijkheidssector
Een toegankelijkheidssector is het deel van het gebouw dat bestaat uit een of meer met elkaar verbonden ruimten die mede bestemd zijn voor gebruik door bezoekers.
In het gedeelte waar personen met een handicap kunnen komen, moet een rolstoelgebruiker zich in ieder geval zelfstandig kunnen verplaatsen. Dat wil zeggen: voldoende manoeuvreerruimte en geen voor een rolstoel onoverbrugbare hoogteverschillen.