Ruimtelijke inpassing gemeentelijke weg en geluid
Bij de ruimtelijke inpassing van een gemeentelijke weg speelt geluid meestal een belangrijke rol. Het geluid van gemotoriseerd verkeer op een weg is onderdeel van de evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Instructieregels zorgen dat bij deze inpassing van gemeentelijke wegen het geluid op woningen en andere geluidgevoelige gebouwen aanvaardbaar is.
Invloed op de omgeving
Het geluid afkomstig van een weg hangt af van vele factoren:
- de aard van het verkeer (bijvoorbeeld wel of geen vrachtverkeer)
- aantallen voertuigen
- het type wegdek
- de snelheid van het verkeer
- afscherming (afschermende bebouwing of geluidschermen)
Maatregelen voorkomen geluidsoverlast
Via maatregelen kan het mogelijk zijn om een aanvaardbaar leef- en verblijfsklimaat bij een weg te creëren. Het gaat dan bijvoorbeeld om de volgende maatregelen:
- Genoeg afstand houden tussen de weg en omliggende gevoelige functies.
- Stil asfalt aanleggen.
- De aanleg van een geluidswal of scherm tussen de weg en omliggende gevoelige functies.
- Aantallen voertuigen verminderen (bijvoorbeeld door éénrichtingsverkeer of een verbod op vrachtverkeer).
Maatregelen gericht op het verkeer op de weg, zoals de instelling van éénrichtingsverkeer, worden geregeld via de Wegenverkeerswet 1994. Hoewel het belangrijkste doel van deze wet verkeersveiligheid is, speelt ook de bescherming van het milieu een rol in de besluitvorming.
Meer informatie vindt u op de pagina Gebruiksregels gemeentelijke weg.
Beoordelen en borgen
Bij de ruimtelijke inpassing van een gemeentelijke weg is geluid onderdeel van de evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Het Rijk geeft hieraan, vanuit het landelijk belang van de bescherming van de gezondheid, sturing aan via instructieregels. Deze staan in artikel 5.1.4.2a.3 van het Bkl: Geluid afkomstig van wegen en lokale spoorwegen zonder geluidproductieplafonds als omgevingswaarden.
De gemeente bepaald voor de specifieke situatie welk geluid op de omliggende geluidgevoelige gebouwen aanvaardbaar is. Zij voldoet daarbij aan de instructieregels. Er geldt een grenswaarde voor het geluid in geluidgevoelige ruimten van geluidgevoelige gebouwen. De instructieregels zijn van toepassing op aangewezen geluidgevoelige gebouwen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om woningen, scholen en ziekenhuizen.
Maatregelen die nodig zijn vanwege de aanvaardbaarheid van het geluid van de weg worden geborgd via regels in het omgevingsplan
Uitzonderingen instructieregels
De instructieregels voor de ruimtelijke inpassing van een gemeentelijke weg gelden niet voor alle wegen. De weg moet:
- verhard zijn
- een verkeersintensiteit hebben van meer dan 1.000 motorvoertuigen per etmaal als kalenderjaargemiddelde
- geen woonerf zijn
In situaties waarvoor geen instructieregels gelden blijft het geluid van een weg nog altijd onderdeel van de evenwichtige toedeling van functies aan locaties.
Verkeersmodel
Het geluid van een gemeentelijke weg wordt onder andere bepaald door de verkeersintensiteit van de weg. Deze wordt meestal bepaald via een verkeersmodel. Voor een evenwichtige toedeling van functies moeten ook toekomstige ontwikkelingen worden meegenomen.
Het bevoegd gezag bepaalt wat op basis van de instructieregels aanvaardbaar is en hoe dit geborgd wordt in de toelatingsregels.