Belangrijkste kenmerken mantelzorgwoning
Mantelzorg is intensieve zorg of ondersteuning. Mantelzorg vindt plaats tussen mensen die een sociale relatie met elkaar hebben. Hiervoor kan het wenselijk zijn om bij elkaar te wonen, maar toch een eigen woonruimte te hebben. Mantelzorg vindt altijd plaats bij een bestaande woning. Bijvoorbeeld in een bijgebouw, uitbouw of een gedeelte van een woning. Het gaat om tijdelijk gebruik, zolang de mantelzorg nodig is. Het is geen extra woning. Als er geen sprake meer is van mantelzorg, mag het bijgebouw of de uitbouw niet als extra reguliere woning worden gebruikt.
Instrumenten ruimtelijk inpassen mantelzorgwoning
Omgevingsplan
Meestal verloopt het ruimtelijk inpassen van een mantelzorgwoning via het omgevingsplan of buitenplanse omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit.
Voor het omgevingsplan is de gemeente aan zet. De omgevingsvergunning is op aanvraag van de initiatiefnemer. De motivering en afwegingen zijn in beide gevallen vergelijkbaar. Wel is een omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit concreter, omdat het gaat om de aanvraag van een concreet plan. Maatregelen zijn soms al in de aanvraag opgenomen of kunnen als voorwaarde bij de vergunning gelden.
Tijdelijk deel omgevingsplan
Het tijdelijk deel van het omgevingsplan bevat regels voor mantelzorgwoningen. Deze staan in de bruidsschat en de bestaande planologische regels (bestemmingsplannen). Bij het ruimtelijk inpassen beoordeelt de gemeente of de mantelzorgwoning voldoet aan de bouwregels. Het gebruiken van deel van een bestaande woning, uitbouw of bijbehorend bouwwerk voor mantelzorg is vergunningvrij (artikel 22.36, Bruidsschat).
Meer informatie over de bouwregels voor mantelzorg vindt u op de pagina Bouwregels mantelzorgwoning. Belangrijk daarbij is dat afloop van de mantelzorg het gebouw niet als zelfstandige woonruimte in stand mag blijven.
Past een aanvraag van een initiatiefnemer niet binnen de regels voor vergunningvrij bouwen voor mantelzorg? Dan is er een omgevingsvergunning omgevingsplanactiviteit nodig.
Omgevingsthema's toelaten mantelzorgwoning tijdelijk deel
Bij het toelaten van een mantelzorgwoning kunnen omgevingsthema's, zoals externe veiligheid, geluid en geur van belang zijn.
Externe veiligheid
Het gebruiken van deel van een bestaande woning, uitbouw of bijgebouw voor mantelzorg is vergunningvrij (artikel 22.36, Bruidsschat). Hierop geldt een uitzondering voor externe veiligheid. Het gebruik als mantelzorgwoning is niet vergunningvrij als het gebouw bijvoorbeeld binnen een veiligheidszone of plaatsgebonden risicocontour ligt (artikel 22.39, Bruidsschat).
Geluid en geur
Bij huisvesting in de woning (of een uitbreiding van de woning) valt de mantelzorg onder de woonfunctie. Voor de bescherming van de woonfunctie gelden de instructieregels voor geluid en geur.
Bij huisvesting bij een woning gaat het om de bouw en/of het gebruik van een bijbehorend bouwwerk bij de woning. Het bijbehorende bouwwerk bij de woning heeft geen woonfunctie, maar is ondergeschikt aan de woonfunctie. De instructieregels voor geluid en geur zien niet op de bescherming van deze bouwwerken.
Artikel 22.36, onder c maakt het gebruik van een bijbehorend bouwwerk voor huisvesting in verband met mantelzorg mogelijk. Maar daarmee verandert niet de functie van het betreffende bouwwerk in het omgevingsplan.
Paragraaf 12.1.5 van het Besluit kwaliteit leefomgeving regelt dit specifiek voor geluid. Hier is aangeven dat vergunningvrije gebouwen en mantelzorgwoningen niet geluidgevoelig zijn.
NB aanvullen vangnetregeling > Bkl zet niet alle geluidsbronnen uit, dit wordt gerepareerd
Nieuw deel omgevingsplan
Voor het nieuwe deel Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) bepaalt de gemeente zelf of en welke regels er voor mantelzorgwoningen in het omgevingsplan komen. Daarbij moet het omgevingsplan voldoen aan het evenwichtig toedelen van functies en aan de instructieregels uit het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Zo kunnen gemeenten regelen dat nieuwe mantelzorgwoningen niet mogelijk zijn in verband met externe veiligheid, geluid, geur en trilling.