Het plaatsen van de meeste warmtepompen is vergunningvrij, ongeacht de regels in het omgevingsplan. Als de warmtepomp aan de regels in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) voldoet is er geen vergunning voor de technische bouwactiviteit nodig.
Warmtepomp is een bouwwerk
Het aanbrengen van een warmtepomp aan een bestaand bouwwerk is een verandering van dat bouwwerk. Dat volgt ook uit de definitie van 'bouwwerk' in bijlage I van de Omgevingswet, waarin ook is aangegeven: '…met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties…'.
Een warmtepomp is geen bijbehorend bouwwerk. Dit volgt uit de definitie van bijbehorend bouwwerk in bijlage 1 bij artikel 1.1 van het Bbl.
Ruimtelijke bouwregels omgevingsplan
In het omgevingsplan staan de ruimtelijke bouwregels over bouwwerken, zoals een bouwvlak waarbinnen gebouwd moet worden, of de maximale hoogte van een gebouw. Ook het plaatsen van een warmtepomp moet aan deze bouwregels voldoen, omdat deze deel uitmaakt van het bouwwerk.
Het Rijk heeft in het Besluit bouwwerken leefomgeving geregeld dat een warmtepomp vaak zonder een omgevingsvergunning geplaatst kan worden, ongeacht de regels in het omgevingsplan.
Ruimtelijke bouwregels, vergunningvrij, geen omgevingsplanactiviteit
In artikel 2.29 van het Bbl zijn bouwactiviteiten door het Rijk aangewezen, die een initiatiefnemer zonder omgevingsvergunning voor een omgevingsplanactiviteit mag uitvoeren. De regels in het omgevingsplan zijn niet van toepassing op deze vergunningvrije bouwactiviteiten. Dit geldt ook voor een warmtepomp met een hoogte van maximaal 1 meter, en een oppervlakte van maximaal 2 m2 (artikel 2.29, onder r, Bbl). De maximale hoogte van 1 meter wordt vanaf de grond gemeten (artikel 2.23, Bbl). Voor warmtepompen die niet aan deze eisen voldoet, moet er worden voldaan aan de ruimtelijke bouwregels in het omgevingsplan.
Inperking vergunningvrije omgevingsplanactiviteiten bouwwerken vanwege cultureel erfgoed
Warmtepompen kunnen soms ook op of bij bijzondere locaties of gebouwen geplaatst worden, bijvoorbeeld op of bij een rijksmonument of gemeentelijk monument. Er gelden dan beperkingen voor het vergunningvrij bouwen (artikel 2.30 Bbl).
Tijdelijk deel omgevingsplan
Tot eind 2031 kunnen ruimtelijke bouwregels nog in het tijdelijk deel van het omgevingsplan staan. Gemeenten zetten het tijdelijk deel omgevingsplan de komende periode om in het nieuw deel omgevingsplan. Na 2031 staan alle ruimtelijk bouwregels in het nieuw deel omgevingsplan.
De regels in het tijdelijk deel omgevingsplan die relevant zijn voor het plaatsen van de warmtepomp staan in de bruidsschat. Als de warmtepomp binnen de regels van het omgevingsplan past, valt het plaatsen ervan in principe onder de binnenplanse vergunningplicht voor een omgevingsplanactiviteit bouwwerken uit artikel 22.26, bruidsschat. Het plaatsen van een warmtepomp is vergunningvrij als het bouwvolume daarbij niet uitbreidt. Dat criterium is hetzelfde als uit artikel 3, onderdeel 8, van bijlage II van het voormalige Besluit omgevingsrecht. Daar werd het zo toegepast, dat als een warmtepomp kleiner was dan 0,5 m (haaks gemeten op de gevel of het dak) het daaraan voldoet. Dit komt terug in artikel 22.24, lid 1, van de bruidsschat. De gemeente bepaalt of er al dan niet sprake is van uitbreiding van het bouwvolume.
Voor meer informatie zie de webpagina over Vergunningvrije airco's en warmtepompen.
Nieuw deel omgevingsplan
Sinds 1 januari 2024 kan de gemeente de regels in het omgevingsplan aanpassen en de omgevingsplanactiviteit anders gaan regelen. De regels in het nieuw deel omgevingsplan kunnen per locatie verschillen. Met deze regels voldoet het bevoegd gezag aan een evenwichtige toedeling van functies aan locaties Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Aspecten bij warmtepompen zijn ruimtelijke inpassing en geluid.
Meer informatie hierover vindt u op de webpagina Ruimtelijk inpassen warmtepomp.
Bouwregels technische bouwactiviteit Bbl
Of het plaatsen van een warmtepomp vergunningplichtig is bepalen artikel 2.26 en artikel 2.27, lid 1, onder b, van het Bbl. Het komt erop neer dat als de draagconstructie niet wijzigt het vergunningvrij is. In de meeste gevallen is voor het plaatsen van een warmtepomp dus geen vergunning voor de technische bouwactiviteit nodig. Bij twijfel of de draagconstructie wijzigt, bepaalt de gemeente dit.
Het op de grond plaatsen van een warmtepomp bij een bouwwerk is ook vergunningvrij omdat het lager is dan 5 meter.
Regels bodemenergiesystemen
Sommige warmtepompen zijn onderdeel van een bodemenergiesysteem. Voor bodemenergiesystemen kunnen specifieke aanleg- en gebruiksregels in het Bal staan. Lees meer informatie hierover op de pagina over bodemenergiesystemen
Plaatsen warmtepomp in het Omgevingsloket
In het Omgevingsloket vragen initiatiefnemers een vergunning voor een warmtepomp aan met de activiteit 'warmtepomp plaatsen'.