Trillingen in het projectbesluit

Trilling als onderdeel van het projectbesluit

Met name bij infrastructurele projecten, zoals de aanleg of wijziging van wegen, spoorwegen en vaarwegen, is het aspect trillingen van belang (paragraaf 5.1.2 van de Omgevingswet). De overheid kan dan de projectprocedure gebruiken. Het projectbesluit beschrijft op welke wijze bij de vaststelling ervan rekening is gehouden met het aspect trillingen. Voorafgaand aan de vaststelling van een projectbesluit is er een proces van onderzoek naar de mogelijke gevolgen van trillinghinder. Als er maatregelen nodig zijn, beschrijft het projectbesluit welke maatregelen dit zijn.

Evenwichtige toedeling van functies aan locaties

In de Omgevingswet zijn regels opgenomen over het projectbesluit (paragraaf 5.2.1 van de Omgevingswet). Een projectbesluit wijzigt het omgevingsplan met regels die nodig zijn voor het uitvoeren, in werking hebben of in stand houden van een project.

Op het moment dat dit aan de orde is, is ook artikel 4.2, lid 1, van de Omgevingswet van toepassing (artikel 5.53, lid 1, van de Omgevingswet). Dat betekent dat in het projectbesluit in ieder geval de regels worden opgenomen die nodig zijn voor een evenwichtige toedeling van functies aan locaties. Dit geldt dan voor het gebied waarvoor het projectbesluit gaat gelden.

Bij de aanleg en wijzigen van een spoorweg hanteert het Rijk haar beleidsregel voor trillingen.

Trillingen door activiteiten in het projectbesluit

Op basis van artikel 9.1, lid 1 en 2, van het Besluit kwaliteit leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bkl) gelden de instructieregels uit het Bkl over trillingen door activiteiten ook voor projectbesluiten die worden vastgesteld door het dagelijks bestuur van het waterschap, Gedeputeerde Staten of een minister. Voor infrastructurele projecten, zoals de aanleg of wijziging van wegen, spoorwegen en vaarwegen, bevat het Bkl geen instructieregels over trillingen.