Lozen van brijn bij gietwaterbereiding (paragraaf 4.80 Bal en decentrale regels)
Voor het bereiden van gietwater gelden lozingsvoorschriften uit paragraaf 4.80 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Er staan ook regels in de waterschapsverordening. Bij de bereiding van gietwater kan brijn ontstaan. Dit brijn wordt in principe niet geloosd.
Op deze pagina
Wat u moet weten over omgaan met brijn bij gietwaterbereiding:
- Hoe brijn bij de bereiding van gietwater ontstaat
- Wanneer de regels van toepassing zijn
- Verboden en voorwaarden Bal
- Vergunning, maatwerkvoorschrift of maatwerkregel
- Verboden en voorwaarden bruidsschat waterschapsverordening
- Gerelateerde wetgeving
- Controle en toezicht
- Meten en bemonsteren
Hoe brijn bij de bereiding van gietwater ontstaat
Natriumarm gietwater is een belangrijke grondstof voor de glastuinbouw. Daarmee wordt de hoeveelheid te lozen drainagewater kleiner. Ook is er een vermindering in de emissie van stikstof en fosfor. De glastuinbouw gebruikt hemelwater van het kasdek voor natriumarm gietwater. Dit hemelwater vangt het bedrijf op in hemelwaterbassins.
Hemelwater kan in belangrijke mate in de behoefte aan natriumarm gietwater voorzien, maar niet volledig. De vraag van de gewassen in de kas naar gietwater loopt namelijk niet gelijk met de natuurlijke neerslag. Daardoor is er soms een tekort aan natriumarm gietwater. In de omgeving van de glastuinbouw is vaak wel grond- of oppervlaktewater beschikbaar. Dat water kan worden onttrokken en gebruikt als gietwater.
Voor direct gebruik op een gewas is dit water vaak te zout. Daarom wordt het ontdaan van zout met omgekeerde osmose of ionenwisselaars. Hierbij ontstaat afvalwater. Dit noemen we brijn.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 3 en 4 van het Bal staat wanneer de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- de activiteit onder paragraaf 3.6.2 Glastuinbouw valt, en
- de activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.80 van het Bal valt
In paragraaf 3.6.2 van het Bal staan regels voor de milieubelastende activiteit glastuinbouw. Uitleg over wanneer deze paragraaf geldt staat op de pagina Milieubelastende activiteit glastuinbouw (paragraaf 3.6.2 Bal).
Als een glastuinbouwbedrijf onder de milieubelastende activiteit valt, moet het bedrijf voor het bereiden van gietwater voldoen aan de algemene regels van paragraaf 4.80 van het Bal (artikel 3.206 onder p van het Bal).
Verboden en voorwaarden Bal
Brijn dat ontstaat bij het bereiden van natriumarm gietwater mag in beginsel niet worden geloosd (artikel 4.801 van het Bal).
Voor brijn zijn geen algemeen gewenste lozingsroutes beschikbaar. Het brijn bestaat uit het zoute residuwater dat overblijft na het zuiveren van water. Het gaat hierbij om relatief grote hoeveelheden afvalwater. Het afvalwater kan ook ijzer, organische stoffen, zware metalen en aluminium bevatten.
Behandeling in een rioolwaterzuivering is weinig zinvol, omdat zouten daarin niet verwijderd worden. Ook leidt het lozen tot onnodige hydraulische belasting van de zuivering. Vanwege de vervuiling met zouten is lozen op een oppervlaktewaterlichaam ongewenst. Lozen in de bodem is ook ongewenst. Dat is namelijk in strijd met een duurzaam bodemgebruik. Ook staat lozen in de bodem op gespannen voet met het standstill-beginsel van de Grondwaterrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water. Daarom is een verbod voor lozen in het Bal opgenomen.
Mocht degene die de activiteit verricht toch voor inzet van omgekeerde osmose of ionenwisselaars kiezen, dan moet degene voor een andere verwijderingsmethode dan lozen van het brijn kiezen. Bijvoorbeeld voor afvoer via een tankwagen naar een erkende verwerker.
Vergunning, maatwerkvoorschrift of maatwerkregel
Afwijken van het lozingsverbod (artikel 4.801 van het Bal) kan via een maatwerkvoorschrift (artikel 2.13 Bal) of een maatwerkregel (artikel 2.12 Bal).
Er zijn regels voor vergunningen en maatwerk voor het lozen van brijn op of in de bodem of op een vuil- of hemelwaterriool (milieubelastende activiteit) aan bod. Datzelfde geldt voor het lozen van brijn op een oppervlaktewaterlichaam of een zuiveringtechnisch werk (lozingsactiviteit).
Lozen van brijn op of in de bodem of op een vuil- of hemelwaterriool
Maatwerkvoorschrift
De initiatiefnemer kan een verzoek voor een maatwerkvoorschrift bij de gemeente indienen. Diegene zal moeten onderbouwen waarom de lozing kan plaatsvinden. Daarbij moet diegene voldoen aan de inhoudelijke verplichtingen van de specifieke zorgplicht (artikel 2.11 Bal). Zie Inhoud specifieke zorgplicht milieubelastende activiteit.
De gemeente als bevoegd gezag beoordeelt of de lozing toelaatbaar is en onder welke voorwaarden.
Maatwerkregel
In theorie kan de gemeente in het omgevingsplan ook een maatwerkregel opnemen als het lozen van brijn in een specifiek gebied onder voorwaarden mogelijk is. Dit zal echter lastig te onderbouwen zijn, want de gemeente versoepelt dan de regels van het Bal en het is nadelig voor het milieu.
In de bruidsschat bij het omgevingsplan zijn geen regels hierover opgenomen.
Lozen van brijn op oppervlaktewaterlichaam of een zuiveringtechnisch werk (lozingsactiviteit)
Maatwerkvoorschrift
De initiatiefnemer kan een verzoek voor een maatwerkvoorschrift bij het waterschap (regionaal oppervlaktewater) of de minister van Infrastructuur en Waterstaat (rijkswater) indienen. Uitleg over het bevoegd gezag staat op de pagina Bevoegd gezag algemene rijksregels lozingen. Rijkswaterstaat voert de taak voor de minister uit (zie Taken Rijkswaterstaat). De initiatiefnemer moet onderbouwen waarom de lozing kan plaatsvinden. Daarbij moet diegene voldoen aan de inhoudelijke verplichtingen van de specifieke zorgplicht (artikel 2.11 Bal). Op de pagina Inhoud specifieke zorgplicht milieubelastende activiteit staan deze verplichtingen onder artikel 2.11 derde lid Bal.
Rijkswaterstaat (voor rijkswater) en het waterschap (voor regionaal oppervlaktewater) beoordelen als bevoegd gezag voor lozingen in oppervlaktewater of op een zuiveringtechnisch werk of de lozing toelaatbaar is en onder welke voorwaarden.
Maatwerkregel
In de bruidsschat bij de waterschapsverordening is een maatwerkregel opgenomen voor het lozen van brijn. Hieronder wordt dit verder toegelicht.
Dat er juridische mogelijkheden zijn, zegt nog niets over de vraag of een lozing in een specifiek geval ook nodig en aanvaardbaar is. Dat wordt beoordeeld door het bevoegd gezag. De beoordelingscriteria staan op de pagina Beoordelingskader voor lozing van brijn.
Verboden en voorwaarden bruidsschat waterschapsverordening
Lozen op regionaal oppervlaktewater (waterschap)
Voor het bereiden van water voor agrarische activiteiten staan er voorschriften in de bruidsschat van de waterschapsverordening. Volgens artikel 2.49 is lozen van brijn van omgekeerde osmose of ionenwisselaars voor agrarische activiteiten op oppervlaktewater mogelijk. Hierbij gelden de volgende eisen:
- chloride: maximaal 200 mg/l
- ijzer: maximaal 2 mg/l
Artikel 4.801 van het Bal (lozingsverbod voor brijn) is niet van toepassing als wordt voldaan aan de voorwaarden van de bruidsschat.
Let op: het waterschap kan de voorschriften van de bruidsschat wijzigen of laten vervallen. Ga na wat er in de waterschapsverordening van het betreffende waterschap staat.
Gerelateerde wetgeving
Op het per as (bijvoorbeeld een tankauto) of per boot afvoeren van brijn is de afvalstoffenwetgeving van toepassing. Deze blijft vooralsnog achter in de Wet milieubeheer.
Voor het onttrekken van grondwater is vaak ook een omgevingsvergunning of een melding voor een wateronttrekkingsactiviteit vereist op grond van de waterschapsverordening. Zie voor meer informatie de pagina Hoofdlijnen wateronttrekkingsactiviteiten.
In afdeling 3.1 van de bruidsschat waterschapsverordening staan eisen voor het onttrekken en infiltreren van grondwater.
Het bevoegd gezag (waterschap of Rijkswaterstaat) is verantwoordelijk voor het onttrekken van grondwater en oppervlaktewater. En voor het beoordelen van de toelaatbaarheid van de onttrekking.
In grondwaterbeschermingsgebieden kan de provincie aanvullende eisen stellen. Meer informatie vindt u op de pagina Grondwater in de omgevingsverordening.
Controle en toezicht
Let bij toezicht en handhaving op de volgende zaken:
- Is er een apparaat dat door omgekeerde osmose nutriëntenarm water produceert met brijn als bijproduct?
- Loost het bedrijf het brijn op of in de bodem, in het riool of op oppervlaktewater?
- Heeft het bedrijf een toestemming (vergunning, maatwerkvoorschrift of voldoet het bedrijf aan een maatwerkregel) voor lozing van brijn?
- Gelden er specifieke regels uit de waterschapsverordening voor de brijnlozing?
Meten en bemonsteren
Voor het bemonsteren en analyseren van afvalwater zijn de volgende eisen van kracht:
- Voor het bemonsteren van afvalwater geldt NEN 6600-1. Het monster wordt niet gefiltreerd. Bij het analyseren van een monster worden onopgeloste stoffen meegenomen.
- Voor het conserveren van een monster geldt NEN-EN-ISO 5667-3.
- Voor chloride geldt NEN-EN-ISO 15682.
- Voor onopgeloste stoffen geldt NEN-EN 872.
- Voor biochemisch zuurstofverbruik geldt ISO 5815-1/2 of NEN-EN 1899-1/2.
- Voor chemisch zuurstofverbruik geldt NEN 6633 of NEN-ISO 15705.
Begrip: Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Lees meer op Inhoud Besluit activiteiten leefomgeving.