Op deze pagina
Wat u moet weten over deze lozingsvoorschriften:
Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
De aard van de soort 'steen' die worden bewerkt is van invloed op de mate van vervuiling van het afvalwater dat bij het mechanisch bewerken van steen. Onder steen valt niet alleen natuursteen, maar ook beton, baksteen of kunststeen (composietmateriaal) en puin. Bij het verwerken van bijvoorbeeld kunststeen of composietmateriaal, kan het afvalwater vervuild zijn met kunststoffen.
Puin van een sloopproject bijvoorbeeld bevat naast steen ook nog andere materialen. Er is in deze paragraaf geen onderscheid gemaakt tussen afvalstoffen en niet-afvalstoffen. Dus ook als het steen een afvalstof is dan valt het mechanisch bewerken ervan onder deze paragraaf. Tenzij gewerkt wordt met een (tijdelijke) mobiele puinbreker.
Mechanische nabewerkingshandelingen die binnen de betonproductenindustrie plaatsvinden, vallen onder ook de reikwijdte van deze afdeling.
Koelwater
Mechanische bewerking van steen gaat over verschillende soorten werkzaamheden. Denk aan zagen, frezen, schuren, zoeten (zeer glad maken) en polijsten, frijnen (smalle groefjes maken), boucharderen (oppervlak ruw maken), graveren, trommelen of stralen. Veel van deze bewerkingen worden met machines uitgevoerd die vaak met water worden gekoeld.
Een aantal steenhouwbewerkingen kan ook handmatig worden uitgevoerd, zoals frijnen, boucharderen en graveren.
Stofbestrijding
Bij mechanische bewerking van veel soorten natuursteen en kunststeen ontstaat kristallijn respirabel kwartsstof. Deze stof is kankerverwekkend. Respirabel wil zeggen dat de stofdeeltjes zo klein zijn, dat ze kunnen doordringen tot in de longblaasjes. Om die reden wordt vaak ’nat’ gewerkt bij bewerkingen waar deze stof vrijkomt.
Ook bij het breken van puin komt stofvrij, daarom wordt ook daar 'nat' gewerkt.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 3 en 4 van het Bal staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
Gebeurt deze activiteit bij een huishouden, school, het uitoefenen van een beroep of bedrijf aan huis? Dan gelden deze regels niet.
Deze paragraaf is niet van toepassing op afvalwater dat vrijkomt bij het mobiel breken van bouwafval en sloopafval. Het gaat daarbij om bouwafval en sloopafval als bedoeld in afdeling 7.2 van het Besluit bouwwerken leefomgeving.
Beste beschikbare technieken (BTT)
Het is het best om niet te lozen. Dit kan door droogreinigen of het gebruik van een gesloten watersysteem. Hierdoor wordt een afvalwaterstroom voorkomen. Bij een gesloten watersysteem wordt water dat als eerst als koelmiddel, spoelmiddel of smeermiddel na een bezinkproces opnieuw gebruikt (artikel 4.308 van het Bal).
Stuiven bij het breken van steenachtig materiaal in de buitenlucht moet de bewerker zoveel mogelijk voorkomen. Om dit stuiven te voorkomen, kan deze het te breken steenachtig materiaal bevochtigen. Daarbij moet deze zoveel mogelijk voorkomen dat afvalwater ontstaat. Dit kan door de sproei-installatie af te stemmen op de behoefte. Ook dat is beste beschikbare techniek (BBT) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Bezinkvoorziening
De lokale behandeling van afvalwater van het mechanisch bewerken van steen bestaat uit een voldoende gedimensioneerde bezinkvoorziening (artikel 4.310 van het Bal). Er is geen plicht om dit afvalwater op het riool te lozen. Binnen het bedrijf kan men het afvalwater door de toepassing van deze bezinkvoorziening opnieuw als koelmiddel, spoelmiddel of smeermiddel gebruiken.
Alleen als er geloosd wordt, moet dat via een voldoende gedimensioneerde bezinkvoorziening naar de voorgeschreven route.
Flocculanten
Bij polijstwerkzaamheden komen zeer fijne deeltjes in het afvalwater. Soms wordt dan gebruik gemaakt van flocculanten om het bezinkproces te versnellen. Bij het gebruik van flocculanten moet worden voorkomen dat flocculanten worden geloosd. Een juiste dosering, die is afgestemd op de hoeveelheid onopgeloste stoffen is hiervoor van cruciaal belang. In dergelijke gevallen kan het bevoegd gezag met een maatwerkvoorschrift nadere eisen stellen.
Verboden en voorwaarden
De voorkeursroute is lozen op het vuilwaterriool.
Er mag alleen geloosd worden, als het te lozen water afkomstig is van het mechanisch bewerken van steen, anders dan natuursteen of beton (artikel 4.309 van het Bal). Ook mag er alleen geloosd worden als het gehalte aan onopgeloste stoffen niet meer dan 300 milligram per liter bedraagt (artikel 4.310 van het Bal).
Voor afvalwater afkomstig van het bewerken van natuursteen of beton is geen lozingsroute voorgeschreven in het Bal. Dit afvalwater kan direct op het oppervlaktewater of op of in de bodem worden geloosd, omdat het relatief schoon afvalwater is.
Controleaspecten
Let bij het controleren van de regels goed op de volgende zaken:
Riooltekening
Bij lozing op een riool is er een riooltekening waar duidelijk op staat:
- op welke punten welk afvalwater wordt geloosd
- of de lozingspunten zijn aangesloten op het eigen vuilwaterriool of een schoonwaterriool
- op welke lozingsroutes het eigen vuilwaterriool en het schoonwaterriool uitkomen
Meten en bemonsteren
Voldoet de lozing aan de emissiegrenswaarden? Kan het te lozen afvalwater op een doelmatige wijze worden bemonsterd? Voor het bemonsteren en analyseren van afvalwater gelden de volgende normen:
- voor het bemonsteren van afvalwater: NEN 6600-1
Het monster wordt niet gefiltreerd. Bij het analyseren van een monster worden onopgeloste stoffen meegenomen.
- voor het conserveren van een monster: NEN-EN-ISO 5667-3
- voor analyse van een monster voor onopgeloste stoffen: NEN-EN 872
Let op: er gelden ook andere voorschriften
Naast de lozingsvoorschriften in het Bal gelden ook andere voorschriften. Deze vindt u op de pagina inhoudelijke regels mechanisch bewerken van steen.