Zoeken in deze site

Regels water opslaan van goederen (paragraaf 4.104 Bal)

Voor het opslaan van goederen gelden regels over water uit paragraaf 4.104 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Afvalwater afkomstig van het opslaan van lekkende, uitlogende of vermestende goederen moet worden geloosd in het vuilwaterriool.

Op deze pagina

Wanneer de regels van toepassing zijn

In hoofdstuk 3 en 4 van het Bal staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:

Voorkomen ontstaan afvalwater

In artikel 4.1056 van het Bal staat dat het ontstaan van afvalwater zoveel mogelijk moet worden voorkomen. Daarom moet het water dat eerder met de opgeslagen goederen in contact is geweest, gebruikt worden voor het bevochtigen van opgeslagen stuifgevoelige goederen.

Lozingsroutes

De voorgeschreven lozingsroute voor afvalwater afkomstig van het opslaan van lekkende, uitlogende en vermestende goederen is lozen in het vuilwaterriool. Het gaat daarbij alleen om de goederen die zijn ingedeeld in bijlage IVA, deel A, B of C. Dat staat in artikel 4.1058 van het Bal.

De gemeente of het waterschap kan bij maatwerkvoorschrift of vergunningvoorschrift een andere lozingsroute toestaan. In dat geval mag het afvalwater ook via die andere route worden geloosd. Zie voor meer informatie over alternatieve lozingsroutes bij maatwerkvoorschrift of vergunningvoorschrift de pagina Algemene systematiek van lozen in decentrale regels en voorschriften.

Emissiegrenswaarden

Er mag alleen op het vuilwaterriool geloosd worden als het te lozen water voldoet aan de emissiegrenswaarden uit artikel 4.1059 van het Bal, gemeten in een steekmonster:

  • som van de metalen arseen, chroom, koper, lood, nikkel en zink: 1 mg/l
  • minerale olie: 20 mg/l
  • polycyclische aromatische koolwaterstoffen: 50 μg/l
  • onopgeloste stoffen: 300 mg/l

Als uit de goederen, bedoeld in artikel 4.1058 van het Bal, alleen olie kan lekken, geldt een grenswaarde van 20 mg/l olie, gemeten in een steekmonster. Wanneer door preventieve maatregelen niet aan deze norm voldaan kan worden, moet een olieafscheider en slibvangput geplaatst worden. Het afvalwater afkomstig van die opslag moet hier voor vermenging met ander afvalwater doorheen worden geleid.

Meetmethode

Het Bal bevat voor deze activiteit geen verplichting tot bemonsteren. Maar als deze activiteit wordt bemonsterd, gelden de volgende normen:

  • Op het bemonsteren van afvalwater is NEN 6600-1 van toepassing, en een monster is niet gefiltreerd.

  • Op het conserveren van een monster is NEN-EN-ISO 5667-3 van toepassing.

  • Bij het analyseren van een monster worden onopgeloste stoffen meegenomen, en op het analyseren is van toepassing:

    • voor onopgeloste stoffen: NEN-EN 872

    • voor olie: NEN-EN-ISO 9377-2

    • voor arseen, chroom, koper, lood, nikkel en zink: NEN 6966 of NEN-EN-ISO 17294-2 of NEN-EN-ISO 11885, waarbij de elementen worden ontsloten volgens NEN-EN-ISO 15587-1 of NEN-EN-ISO 15587-2

    • voor polycyclische aromatische koolwaterstoffen: NEN-EN-ISO 17993

Meer informatie over bemonsteren is te vinden op de pagina Meten, bemonsteren en analyseren afvalwater.

Riooltekening

De initiatiefnemer moet een riooltekening hebben waar duidelijk op staat:

  • op welke punten welk afvalwater wordt geloosd
  • of de lozingspunten zijn aangesloten op het eigen vuilwaterriool of een schoonwaterriool
  • op welke lozingsroutes het eigen vuilwaterriool en het schoonwaterriool uitkomen

Andere inhoudelijke regels

Naast regels over water gelden ook andere regels. Deze staan op de pagina Inhoudelijke regels opslaan van goederen.

Zie ook