Lozingsvoorschriften laden en lossen van vaartuigen of drijvende werktuigen (paragraaf 4.107 Bal en decentrale regels)
Voor het voor het laden en lossen van vaartuigen of drijvende werktuigen gelden lozingsvoorschriften uit paragraaf 4.107 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal). Omdat transport ook over water gaat, vinden deze activiteiten vaak plaats in de nabijheid van oppervlaktewater.
Op deze pagina:
Wat u moet weten over deze lozingsvoorschriften:
- Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
- Wanneer de regels van toepassing zijn
- Beste beschikbare technieken (BBT)
- Verboden en voorwaarden Bal en bruidsschat
- Gerelateerde wetgeving
- Controleaspecten
- Let op: er gelden ook andere voorschriften
Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
Bij het laden en lossen van goederen in de buitenlucht kunnen goederen in oppervlaktewater vallen. Dit wordt juridisch gezien als afvalwater dat wordt geloosd op een oppervlaktewaterlichaam.
Verder ontstaat het afvalwater vooral door afstromend hemelwater, schrob- en spoelwater of uit water van een nevelgordijn om het verstuiven van goederen tegen te gaan.
Bij het laden en lossen kunnen goederen namelijk verstuiven. Daarom zijn ze ingedeeld in stuifklassen S1, S2, S3 en S4. Bij stuivende goederen die bevochtigd worden, ontstaat afvalwater. De betekenis van de stuifklassen is als volgt:
Stuifklassen
Stuifgevoeligheid |
Niet bevochtigbaar |
Wel bevochtigbaar |
---|---|---|
Sterk stuifgevoelig |
S1 |
S2 |
Licht stuifgevoelig |
S3 |
S4 |
Goederen zijn of inert of niet-inert. De eisen die gesteld worden aan het afvalwater dat vrijkomt het laden en lossen van deze goederen zijn hiervan afhankelijk.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 3 en 4 van het Bal staat of de regels gelden. De regels gelden als:
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.107 van het Bal valt
- paragraaf 4.107 in hoofdstuk 3 van het Bal voor uw bedrijfstak is aangewezen
Er staan ook lozingsregels voor deze activiteit in het omgevingsplan en in de waterschapsverordening. Welke regel geldt, hangt af van de lozingsroute(s).
Let op: voor lozingen op regionaal oppervlaktewater gelden de lozingseisen uit het Bal én de bruidsschatregels.
Decentrale regels
Totdat de gemeente in het omgevingsplan zelf lozingsregels heeft opgesteld, geldt het tijdelijk deel van het omgevingsplan: de bruidsschat. U vindt de regels in paragraaf 22.3.8.6.
Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet gelden ook de regels die van rechtswege zijn toegevoegd aan de waterschapsverordening: bruidsschat van de waterschapsverordening. U vindt de regels in afdeling 2.7 en 2.8. Deze regels komen van rechtswege te staan in het nieuwe gedeelte van de waterschapsverordening. Deze regels blijven gelden tot het waterschap deze regels wijzigt.
Bruidsschat aanpassen
Na inwerkingtreding van de Omgevingswet kunnen gemeenten en waterschappen de bruidsschatregels omzetten naar regels die beter passen bij de lokale situatie. Bij deze omzetting moeten gemeente én waterschap wel rekening houden met de taken en bevoegdheden van het andere bestuursorgaan. Men moet met elkaar rekening houden vanwege de samenhang van de instrumenten.
Beste beschikbare technieken (BBT)
Voorkomen dat goederen in het water terechtkomen is de beste beschikbare techniek Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Lozen is alleen toegestaan, als de lader/losser er alles aan doet, om dat te voorkomen.
Voorkom morsingen
Bij het laden en lossen van schepen wordt hieraan in ieder geval voldaan als
- de afstand tussen wal en schip zo klein mogelijk is, en in ieder geval niet groter dan 5 m, of
- het schip waarin of waaruit wordt overgeslagen met de wal wordt verbonden door een ponton of een morsklep
Het voorkomen van verontreiniging van oppervlaktewater is een essentieel onderdeel van een goede bedrijfsvoering. Eventuele morsverliezen in de nabijheid van oppervlaktewater of riolering moeten zo snel mogelijk worden opgeruimd. Een andere maatregel is het direct opruimen van morsverliezen op kades, steigers, pontons en scheepsdelen. Direct betekent meteen na het beëindigen van het laden en lossen, of in ieder geval binnen 24 uur.
Laden en lossen niet-inerte goederen
Deze BBT-eisen gelden voor het laden en lossen van niet-inerte goederen in de buitenlucht (artikel 2.31 van de bruidsschat waterschapsverordening). En voor (artikel 2.34 van de bruidsschat waterschapsverordening):
- het bedrijfsmatig overslaan van niet-inerte goederen
- het overslaan van zout voor het strooien op wegen
- het overslaan van niet-inerte goederen die vrijkomen bij een werk
- het overslaan van niet-inerte goederen die nodig zijn in een werk
Verder is het verboden om een grijper te dompelen in het oppervlaktewater. Laad- en losactiviteiten boven een oppervlaktewaterlichaam (bijvoorbeeld bovendeks en op steigers) zijn toegestaan. Laden en lossen wordt niet gezien als opslag.
Voorkom morsingen tijdens transport
Niet-inerte goederen mogen niet bovendeks getransporteerd worden. Zijn er tijdens transport bovendeks goederen waaruit vloeibare (bodembedreigende) stoffen kunnen lekken? Dan moeten maatregelen worden genomen om te voorkomen dat deze vloeistof in het oppervlaktewater komt. Hiervoor is als erkende maatregel een lekbak opgenomen.
Verboden en voorwaarden Bal en bruidsschat
Bij het laden en lossen van een vaartuig of drijvend werktuig moet de afstand tot de wal zo klein mogelijk zijn. Deze afstand mag overbrugd worden door een ponton of een morsklep. Dit staat in artikel 4.1106 van het Bal en artikel 2.31 en 2.34 van de bruidsschat waterschapsverordening.
Goederen waaruit stoffen kunnen lekken, worden opgesteld boven een lekbak (artikel 4.1106 van het Bal).
Gerelateerde wetgeving
Er kan gevaarlijk afval ontstaan. Dat moet anders worden afgevoerd. Daarvoor geldt titel 10.6 van de Wet milieubeheer (Wm):
- Afval moet worden afgegeven aan een erkende inzamelaar (artikel 10.37 Wm)
- De gegevens hierover moeten worden bewaard (artikel 10.38 Wm).
Controleaspecten
Let bij het controleren van de regels goed op de volgende zaken:
- Gelden de regels van het omgevingsplan?
- Gelden de regels van de nieuwe waterschapsverordening of de regels van de bruidsschat waterschapsverordening?
- Wordt gewerkt volgens BBT?
- Wat wordt er geladen of gelost? Zijn het inerte of niet-inerte goederen?
- Hoe wordt voorkomen dat goederen in het oppervlaktelichaam terecht komen?
- Wordt het gevaarlijke (vloeibare) bedrijfsafval correct afgevoerd?
Let op: er gelden ook andere voorschriften
Houd ook rekening met:
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Beste beschikbare technieken (BBT)
Het meest doeltreffende en geavanceerde ontwikkelingsstadium van de activiteiten en exploitatiemethoden waarbij de praktische bruikbaarheid van speciale technieken om het uitgangspunt voor de emissiegrenswaarden en andere vergunningvoorwaarden te vormen is aangetoond, met als doel emissies en gevolgen voor het milieu in zijn geheel te voorkomen, of wanneer dit niet mogelijk is, te beperken, waarbij wordt verstaan onder:
- technieken: zowel de toegepaste technieken als de wijze waarop de installatie wordt ontworpen, gebouwd, onderhouden, geëxploiteerd en ontmanteld
- beschikbare: op zodanige schaal ontwikkeld dat de betrokken technieken, kosten en baten in aanmerking genomen, economisch en technisch haalbaar in de betrokken industriële context kunnen worden toegepast, onafhankelijk van de vraag of die technieken wel of niet binnen Nederland worden toegepast of geproduceerd, mits zij voor de exploitant op redelijke voorwaarden toegankelijk zijn,
- beste: het meest doeltreffend voor het bereiken van een hoog algemeen niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel
Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.