Lozingsvoorschriften voor het aanmaken gewasbeschermingsmiddelen of meststoffen op landbouwgronden (paragraaf 4.63 Bal)
Voor het aanmaken gewasbeschermingsmiddelen of meststoffen op landbouwgronden gelden lozingsvoorschriften uit paragraaf 4.63 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal). Voor het afvalwater van deze activiteit geldt een lozingsverbod.
Op deze pagina
Wat u moet weten over deze lozingsvoorschriften:
- Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
- Wanneer de regels van toepassing zijn
- Beste beschikbare technieken (BBT)
- Meldingseisen
- Verboden en voorwaarden Bal
- Gerelateerde wetgeving
- Controleaspecten
Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
Bij het spoelen van gebruikte verpakkingen, ontstaat het meeste afvalwater. Het kan ook vrijkomen bij het vullen van het doseervat, als iemand morst.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 3 en 4 van het Bal staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.63 van het Bal valt
- paragraaf 4.63 in hoofdstuk 3 van het Bal voor uw bedrijfstak is aangewezen
Het gaat om regels voor aan het aanmaken van gewasbeschermingsmiddelen of meststoffen op de percelen waar gewassen worden geteeld in de openlucht (weilanden inbegrepen).
Beste beschikbare technieken (BBT)
Afvalwater van deze activiteit wordt opnieuw gebruikt en niet geloosd (artikel 4.721 van het Bal). Dit is de beste beschikbare techniek (BBT).
Schoonmaken
Verpakkingen moeten na verbruik van de inhoud meteen worden schoongemaakt. Vaak is ter plekke specifieke reinigingsapparatuur aanwezig. Als die ontbreekt, wordt de lege verpakking omgespoeld met schoon water.
De schoongemaakte verpakking mag maar een minimale hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen of biociden bevatten. Niet meer dan 0,01% van de oorspronkelijk in de dichte verpakking aanwezige hoeveelheid (artikel 4.720 van het Bal). Deze bepaling volgt uit de richtlijn duurzaam gebruik.
Aanmaken
Het aanmaken van gewasbeschermingsmiddelen, biociden of bladmeststoffen gebeurt met oppervlaktewater, drinkwater of hemelwater uit een opslagvoorziening. Zorgvuldig werken en een paar eenvoudige voorzieningen helpen de meest gebruikelijke calamiteiten te voorkomen. Denk aan:
- het overlopen van een spuittank,
- het terugstromen van spuitvloeistof in de vulleiding
- morsen
Dit is te voorkomen met een tussenopslag of terugslagklep in de vulleiding bijvoorbeeld. Die zorgt dat de spuitvloeistof niet of nauwelijks rechtstreeks uit de spuittank terugvloeit.
Gebeurt het aanmaken in de buurt van een oppervlaktewaterlichaam? Dan moet dat op een afstand van ongeveer 2 meter (artikel 4.23 van het Bal). De afstand hangt af van de risico’s bij morsing. Een dijkje vermindert het risico, dan mag het dichterbij. Een aflopende helling verhoogt het risico juist. Dan is meer afstand nodig.
Meldingseisen
Er is geen verplichting om de activiteit te melden omdat er geen afvalwater mag worden geloosd (artikel 4.722). Voor het bevoegd gezag levert een melding geen bruikbare informatie op.
Verboden en voorwaarden Bal
Voor het afvalwater van deze activiteit geldt een lozingsverbod. Het moet worden hergebruikt in deze activiteit (artikel 4.722 van het Bal).
Gerelateerde wetgeving
Handelingen met gewasbeschermingsmiddelen en biociden vallen ook onder de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb). Het Bal stelt ook eisen aan handelingen met gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Daarin is geregeld dat het toezicht mede door de waterschappen kan worden uitgevoerd. Artikel 18.2 van de Omgevingswet wordt nog aangepast met de Invoeringswet Omgevingswet. Dit gebeurt om de extra regels die in het Bal staan ook met de bestuursrechtelijke handhavingsmogelijkheden van de gewasbeschermingsmiddelen- en biocidenwetgeving te kunnen handhaven.
Europese richtlijn
Van belang is de Richtlijn 2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 tot vaststelling van een kader voor communautaire actie ter verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden (PbEU 2009, L 309). Hieruit volgt dat in principe er geen gewasbeschermingsmiddelen of biociden in de verpakking mogen achterblijven. Op een verwaarloosbare hoeveelheid na.
Drinkwaterwet
De Drinkwaterwet geeft ook aan dat voorkomen moet worden dat het waterleidingnet verontreinigd raakt.
Afvalwetgeving
De schoongemaakte verpakking is afval. Daarvoor geldt titel 10.6 van de Wet milieubeheer (Wm):
- Het afval moet worden afgegeven aan een erkende inzamelaar (artikel 10.37 Wm).
- De gegevens hierover moeten worden bewaard (artikel 10.38 Wm).
Controleaspecten
Let bij het controleren van de regels goed op de volgende zaken:
- Wordt gewerkt volgens BBT?
- Wordt het gevaarlijke (vloeibare) bedrijfsafval correct afgevoerd?
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.