Gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewateren
Gewasbeschermingsmiddelen die in de land- en tuinbouw worden toegepast komen via verschillende (emissie)routes in het oppervlaktewater. Concentraties zijn vaak hoger dan de toegestane normen. Gewasbeschermingsmiddelen zijn daarmee een van de belangrijkste oorzaken voor problemen met de waterkwaliteit en het behalen van gestelde doelen.
Regelgeving voor gewasbeschermingsmiddelen
De toelating van gewasbeschermingsmiddelen is geregeld in Europa. De basis hiervoor is de Europese regelgeving voor het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen (Verordening 1107/2009/EG). Op basis van deze verordening wordt bepaald of een werkzame stof (giftig voor een doelorganisme) op basis van een veilig gebruik kan worden toegelaten in Europa. Het toelaten van gewasbeschermingsmiddelen met daarin de werkzame stof gebeurt op nationaal niveau en binnen 3 zones die Europa verdelen in noord, midden en zuid. De regels voor de toelating in Nederland zijn vastgelegd in de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb), inclusief het bijhorende besluit en de onderliggende regeling. Voor de Nederlandse markt geldt dat gewasbeschermingsmiddelen alleen zijn toegelaten na goedkeuring van het College voor de Toelating van Gewasbeschermingsmiddelen en Biociden, het CTGB.
Naast de regels voor het op de markt brengen is er regelgeving die het gebruik van toegelaten gewasbeschermingsmiddelen duurzamer kan maken. De Richtlijn duurzaam gebruik van pesticiden (128/2009/EG) stelt lidstaten in staat om aanvullende gebruiksmaatregelen te treffen om de emissies naar water verdergaand te reduceren. Het gaat dan om extra driftreducerende technieken, grotere spuitvrije zones langs water of gebruiksverboden in bepaalde beschermde gebieden. Deze aanvullende regels worden in Nederland vastgelegd in de milieuregelgeving, zoals het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).
Bronnen van gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater
Het blijkt dat agrarisch gebruik van gewasbeschermingsmiddelen de grootste belasting veroorzaakt van het Nederlandse oppervlaktewater. De bijdrage van het niet-landbouwkundig gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is slechts een paar procent van het totale gebruik. De waargenomen normoverschrijdingen hebben derhalve voor het overgrote deel een agrarische oorsprong. Een uitzondering hierop vormt het toepassen van onkruidbestrijdingsmiddelen op verhardingen. Dit gebruik leidt tot directe afspoeling naar oppervlaktewater. Dat geeft aanleiding tot aanzienlijke emissies die normoverschrijding veroorzaken bij innamelocaties voor drinkwater.
Emissieroutes naar oppervlaktewater
Gewasbeschermingsmiddelen kunnen via een groot aantal verschillende emissieroutes in het oppervlaktewater terechtkomen. De omvang en het belang van deze verschillende emissieroutes lopen sterk uiteen. Het is belangrijk om bij het belang van de routes rekening te houden met:
- de bijdrage die een bepaalde emissieroute levert aan de in het oppervlaktewater optredende concentratie aan gewasbeschermingsmiddelen (bijv. in µg/liter)
- de bijdrage die geleverd wordt aan de belasting van het oppervlaktewater in termen van jaarvracht (bijv. kg/jaar)
Bijdrage aan vrachten
Uit onderzoek blijkt dat de emissieroutes afspoeling en uitspoeling vanuit agrarische percelen en atmosferische depositie de grootste vrachten aan gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater geven.
Bijdrage aan concentraties
Andere emissieroutes zoals drift (overwaaien van spuitnevel), morsen, erfemissies, het spuien van drainagewater in de glastuinbouw en het lozen van spoelwater zijn verantwoordelijk voor kortdurende piekbelastingen met hoge concentraties in het oppervlaktewater. Juist de hoge piekconcentraties zijn de oorzaak van normoverschrijdingen in het oppervlaktewater.
Bestrijdingsmiddelenatlas
Op de website www.bestrijdingsmiddelenatlas.nl zijn metingen van gewasbeschermingsmiddelen in oppervlaktewater van alle waterbeheerders samengebracht. De atlas geeft op grond van meetgegevens een landelijk beeld van gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater. De atlas maakt onderscheid in gegevens van monitoringslocaties voor de Kaderrichtlijn Water (KRW), het Landelijk Meetnet Gewasbeschermingsmiddelen (LM-GBM) en meetpunten uit andere monitoringsprogramma’s.