Op deze pagina
Wat u moet weten over deze lozingsvoorschriften:
Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
Bij de oogst van bloembollen en -knollen wordt ook aanhangende grond (tarra) geoogst. Dat doen telers om beschadiging van de bloembollen en bloemknollen te voorkomen. Zij scheiden grond, bloembollen en -knollen door te zeven en met water te spoelen. Daarbij ontstaat afvalwater: voorspoelwater.
Bij niet-biologische teelt zitten er nog resten van chemische gewasbeschermingsmiddelen aan de geoogste gewassen. Die komen tijdens het wassen in spoelwater en slib terecht. Dit voorspoelwater wordt via een recirculatiesysteem opnieuw gebruikt. Een belangrijk onderdeel van dat systeem is het bezinkbassin. Daarin blijven bezinkbare stoffen en verontreinigingen uit het voorspoelwater achter. Zo kan men het voorspoelwater meerdere malen gebruiken.
Tot slot worden de gespoelde gewassen nagespoeld. Dit naspoelwater gebruiken telers opnieuw als aanvulling op het voorspoelwater. Tot het naspoelwater niet meer geschikt is. De teler moet dus vooraf goed inschatten hoe groot het (bezink)bassin moet zijn. Anders raakt het te vol. De hoeveelheid gebufferd voorspoelwater neemt wel af door verdamping.
Onder spoelen wordt niet het sorteren met een waterdumper verstaan.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In de hoofdstukken 3 en 4 van het Bal staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- paragraaf 4.69 in hoofdstuk 3 van het Bal voor uw bedrijfstak is aangewezen
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.69 van het Bal valt
Er kunnen ook lozingsregels voor deze activiteit in het omgevingsplan en in de waterschapsverordening worden opgenomen. Welke regel geldt, hangt af van de lozingsroute. De gemeente kan maatwerkregels stellen over het lozen in de bodem en de riolering. Het waterschap kan maatwerkregels stellen over lozen in regionaal oppervlaktewater.
Beste beschikbare technieken (BBT)
Hergebruik van het spoelwater is de beste beschikbare techniek Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (BBT). Dit is bedoeld om het watergebruik zoveel mogelijk te beperken. Het spoelen van de geoogste gewassen moet daarom in minimaal 2 fasen plaatsvinden: voorspoelen en naspoelen.
De gebruikte bezinkbassins mogen geen verontreinigende stoffen uitspoelen. Het beschermingsniveau moet minstens voldoen aan de stand der techniek zoals beschreven in de Handreiking aanleg, beheer en monitoring bezinkbassins voor de bloembollensector van de Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer (SIKB).
Alleen naspoelwater mag worden geloosd, als het niet anders kan. Maar ook deze afvalwaterstroom moet volgens de specifieke zorgplicht van artikel 2.11 zoveel mogelijk beperkt worden. De hoeveelheid te gebruiken naspoelwater moet daarom ook minimaal zijn (artikel 4.755 van het Bal).
Meldingseisen
Volgens artikel 2.17 van het Bal moet de melder van de activiteit altijd de volgende gegevens aanleveren:
- de aanduiding van de activiteit: spoelen van niet-biologisch geteelde bloembollen of bloemknollen
- naam en adres van degene die de activiteit - bedoeld in hoofdstuk 3 Bal - verricht
- het adres waarop de activiteit - bedoeld in hoofdstuk 3 Bal - plaatsvindt
- de dagtekening
Verboden en voorwaarden Bal
Voorspoelwater wordt niet geloosd (artikel 4.756 van het Bal).
De voorkeursroute voor het lozen van naspoelwater is het gelijkmatig verspreiden over landbouwgronden (artikel 4.757 van het Bal). Het bevoegd gezag kan een andere lozingsroute toestaan via een maatwerkvoorschrift.
Lozen mag alleen als het te lozen water niet meer geschikt is voor hergebruik (artikel 4.757 van het Bal).
Controleaspecten
Let bij het controleren van de regels goed op de volgende zaken: