Lozingsvoorschriften voor substraatteelt van gewassen in de openlucht – paragraaf 4.73 Bal
Voor het op substraat telen van gewassen in de openlucht gelden de lozingsvoorschriften uit paragraaf 4.73 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Er kunnen ook regels in het omgevingsplan en de waterschapsverordening worden opgenomen. Drainwater afkomstig van substraatteelt op een niet-doorlatende ondergrond wordt niet geloosd. Het hemelwater afkomstig uit een opvangvoorziening ook niet.
Op deze pagina:
Wat u moet weten over deze lozingsvoorschriften:
- Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
- Wanneer de regels van toepassing zijn
- Beste beschikbare technieken (BBT)
- Meldingseisen
- Verboden en voorwaarden Bal
- Maatwerk bij de teelt van aardbeien
- Controleaspecten
- Let op: er gelden ook andere voorschriften
Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
Om een plant te laten groeien kan men substraat gebruiken in plaats van grond. Er zijn 2 soorten substraat:
- plantaardig (kokosvezel, veen en potgrond)
- niet oorspronkelijk plantaardig. (steenwol en glaswol)
Bij deze activiteit kan ook drainwater vrijkomen. Drainwater is voedingswater dat niet is opgenomen door het gewas en uit het substraat loopt.
Substraat past in goten, potten, containers en andere vormen van substraathouders. Bij de teelt op substraat in de openlucht staan de substraathouders op een niet-doorlatende of een doorlatende ondergrond. Bij een doorlatende ondergrond (zand of doek) loopt het hemel- of drainwater in de grond. Bij een niet-doorlatende ondergrond (aaneengesloten verharding zoals beton betonplaten, asfalt of folie) stroomt het af en kan het worden opgevangen.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 3 en 4 van het Bal staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- paragraaf 4.73 in hoofdstuk 3 van het Bal voor uw bedrijfstak is aangewezen
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.73 van het Bal valt
Er kunnen ook lozingsregels voor deze activiteit in het omgevingsplan en in de waterschapsverordening worden opgenomen. Welke regel geldt, hangt af van de lozingsroute. De regels van het Bal gelden voor lozingen op rijkswater. Voor lozingen op regionaal oppervlaktewater kunnen ook bruidsschatregels gelden, naast de lozingseisen uit het Bal.
Decentrale regels
In paragraaf 22.3.9 van het tijdelijk deel van het omgevingsplan (bruidsschat) en afdeling 2.13 bruidsschat van de waterschapsverordening (bruidsschat) staan de regels voor lozen bij telen, kweken, spoelen of sorteren van gewassen.
Deze gaan beide inhoudelijk niet in op substraatteelt van gewassen in de openlucht.
Bruidsschat aanpassen
Na inwerkingtreding van de Omgevingswet kunnen gemeenten en waterschappen de bruidsschatregels omzetten naar regels die beter passen bij de lokale situatie. Bij deze omzetting moeten gemeente én waterschap wel rekening houden met de taken en bevoegdheden van het andere bestuursorgaan. Men moet met elkaar rekening houden vanwege de samenhang van de instrumenten.
Beste beschikbare technieken (BBT)
Het zoveel mogelijk voorkomen dat meststoffen en chemische gewasbeschermingsmiddelen door uit- of afspoeling (via de bodem of de niet doorlatende ondergrond) in een oppervlaktewaterlichaam terechtkomen is de beste beschikbare techniek Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Substraatteelt op een doorlatende ondergrond.
Daarom mag men alleen kunstmeststoffen gebruiken als deze de werkzame stoffen over een langere periode afgeven. Dit zijn kunstmeststoffen met een speciale coating waardoor de voedingsstoffen geleidelijk vrijkomen. Ze kunnen beter worden benut door minder uitspoeling.
Of men gebruikt een druppelsysteem waarbij de waterafgifte is afgestemd op de behoefte van het gewas. Daarmee is ook de kunstmeststoffenafgifte afgestemd.
Substraatteelt op een niet doorlatende ondergrond
Voor deze teeltwijze geldt een gebod (artikel 4.781 van het Bal): vang in ieder geval al het drainwater op en gebruik het opnieuw. Er zijn geen eisen voor de grootte van de opvangvoorziening, maar uit die opvangvoorziening mag niet worden geloosd.
First flush
Daarnaast geldt, dat men na een bemesting of bespuiting de eerste 50 m3 hemelwater per hectare teeltoppervlak moet kunnen opvangen. Zo wordt geborgd dat bij een regenbui het eerste afvloeiende water altijd wordt opgevangen. Het is niet toegestaan dat dit zogenoemde first flush hemelwater wordt geloosd. Er kunnen resten meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen in zitten.
Hemelwater dat na de first flush komt, wordt als schoon hemelwater gezien. Als dan de opvangvoorziening vol zou zijn, mag de rest als hemelwater worden geloosd. De opvangvoorziening mag namelijk niet overstromen.
Het is verplicht om al het opgevangen water opnieuw te gebruiken als gietwater. Het water in de opvangvoorziening moet hiervoor geschikt blijven. Daarom moet het aangevuld worden met natriumarm water, zoals hemelwater. Het hangt uiteindelijk af van de aard van de teelt hoe groot de opvangvoorziening moet zijn. Degene die de activiteit verricht kan dat het beste zelf bepalen.
Ondergrens first-flush-eis
De first-flush-eis (BBT) van 50 m3 hemelwater per hectare kan onevenredig zwaar zijn voor een kleinschalige teelt in potten of containers. Daarom is er een ondergrens opgenomen:
- Het teeltoppervlak bedraagt niet meer dan 500 m2.
- Er worden alleen langzaam werkende kunstmeststoffen gebruikt.
Teelt van aardbeien op trayvelden op een niet-doorlatende ondergrond
Op een niet-doorlatende ondergrond worden ook aardbeien geteeld. Dit gebeurt op zogenaamde trayvelden. Omdat de first-flush-eis (BBT) van 50 m3 hemelwater per hectare onevenredig zwaar kan zijn voor deze teelt, is deze eis niet van toepassing (artikel 4.781 van het Bal).
Wel geldt voor deze teelt als BBT (artikel 4.782 van het Bal):
- Het drainwater wordt opgevangen in een opvangvoorziening.
- Het drainwater wordt opnieuw gebruikt.
- Na het bemesten of het bespuiten van de gewassen met gewasbeschermingsmiddelen, wordt altijd de eerste 30 m3 per hectare teeltoppervlakte aan drainwater en hemelwater (first flush) opgevangen in een opvangvoorziening.
- Het opgevangen hemelwater wordt gebruikt als gietwater.
Meldingseisen
Volgens artikel 2.17 van het Bal moet de melder van de activiteit altijd de volgende gegevens aanleveren:
- de aanduiding van de activiteit: op substraat telen van gewassen in de openlucht
- naam en adres van degene die de activiteit, bedoeld in hoofdstuk 3 Bal, verricht
- het adres waarop de activiteit, bedoeld in hoofdstuk 3 Bal, plaatsvindt
- de dagtekening
Verboden en voorwaarden Bal
Voor doelmatig beheer van afvalwater wordt drainwater afkomstig van substraatteelt op een niet-doorlatende ondergrond niet geloosd. Hemelwater afkomstig uit een opvangvoorziening ook niet (artikel 4.783 van het Bal).
Gerelateerde wetgeving
Als de tuinder het afvalwater uit de opvangvoorziening(en) echt kwijt wil, moet het op een andere manier worden afgevoerd. Daarvoor geldt titel 10.6 van de Wet milieubeheer (Wm):
- Het afval moet worden afgegeven aan een erkende inzamelaar of verwerker (artikel 10.37, Wm).
- De gegevens hierover moeten worden bewaard (artikel 10.38, Wm).
Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Handelingen met gewasbeschermingsmiddelen en biociden vallen ook onder de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb). Het Bal stelt ook eisen aan handelingen met gewasbeschermingsmiddelen en biociden. Daarin is geregeld dat het toezicht ook door de waterschappen kan worden uitgevoerd.
Artikel 18.2 van de Omgevingswet wordt nog aangepast met de Invoeringswet Omgevingswet. Dit gebeurt om de extra regels die in het Bal staan ook met de bestuursrechtelijke handhavingsmogelijkheden van de gewasbeschermingsmiddelen- en biocidenwetgeving te kunnen handhaven.
Controleaspecten
Let bij het controleren van de regels goed op de volgende zaken:
- Wordt gewerkt volgens BBT? Dan wordt ook voldaan aan artikel 5 van de nitraatrichtlijn en bijlage III, onder 1 en onder 3.
- Wordt er drainwater afkomstig van substraatteelt geloosd op een niet-doorlatende ondergrond?
- Wordt er hemelwater geloosd afkomstig van een opvangvoorziening?
Let op: er gelden ook andere voorschriften
Naast lozingsvoorschriften gelden ook andere voorschriften. Die vindt u op de pagina Opslaan van gebruikt substraatmateriaal.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Beste beschikbare technieken (BBT)
Het meest doeltreffende en geavanceerde ontwikkelingsstadium van de activiteiten en exploitatiemethoden waarbij de praktische bruikbaarheid van speciale technieken om het uitgangspunt voor de emissiegrenswaarden en andere vergunningvoorwaarden te vormen is aangetoond, met als doel emissies en gevolgen voor het milieu in zijn geheel te voorkomen, of wanneer dit niet mogelijk is, te beperken, waarbij wordt verstaan onder:
- technieken: zowel de toegepaste technieken als de wijze waarop de installatie wordt ontworpen, gebouwd, onderhouden, geëxploiteerd en ontmanteld
- beschikbare: op zodanige schaal ontwikkeld dat de betrokken technieken, kosten en baten in aanmerking genomen, economisch en technisch haalbaar in de betrokken industriële context kunnen worden toegepast, onafhankelijk van de vraag of die technieken wel of niet binnen Nederland worden toegepast of geproduceerd, mits zij voor de exploitant op redelijke voorwaarden toegankelijk zijn,
- beste: het meest doeltreffend voor het bereiken van een hoog algemeen niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel
Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.