Lozingsvoorschriften afvalwater van het telen van gewassen in een gebouw - paragraaf 4.79, 6.2.7.4 en 7.2.7.4 Bal
Voor het telen van gewassen in een gebouw gelden lozingsvoorschriften uit paragraaf 4.79, 6.2.7.4 en 7.2.7.4 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal). Er staan ook regels in het omgevingsplan en de waterschapsverordening. Het gaat om proceswater en ander afvalwater dat vrijkomt bij deze activiteit. De voorkeursroute is het gelijkmatig verspreiden van het te lozen afvalwater over landbouwgronden, of lozen in een vuilwaterriool.
Op deze pagina
Wat u moet weten over deze lozingsvoorschriften:
- Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
- Wanneer de regels van toepassing zijn
- Beste beschikbare technieken (BBT)
- Meldingseisen voor de lozing
- Verboden en voorwaarden Bal
- Verboden en voorwaarden Bal en bruidsschat
- Controleaspecten
- Let op: er gelden ook andere voorschriften
Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
Bij het telen van gewassen in een gebouw ontstaat afvalwater:
- als proceswater niet hergebruikt kan worden
- tijdens het reinigen en ontsmetten van ruimten
- bij het broeien (sneller laten groeien door warmte) van bloembollen of -knollen
- bij het trekken van witlof op een substraat als potgrond
Proceswater is water dat gebruikt wordt als substraat. Bij de gangbare teelt worden meststoffen en soms gewasbeschermingsmiddelen aan het proceswater toegevoegd.
Bedekte teelt
Het telen van gewassen in een gebouw wordt ook 'bedekte teelt' genoemd. Hieronder vallen:
- het trekken van witlof
- de paddenstoelenteelt
- de teelt van kiemgroente (bijvoorbeeld taugé)
- het broeien van bloembollen en bloemknollen in schuurkassen
De zijwanden van een schuurkas zijn niet van glas, zoals bij ‘gewone’ kassen. Daarom vallen kassen niet onder deze activiteit en schuurkassen wel.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 3 en 4 van het Bal staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- paragraaf 4.79 in hoofdstuk 3 van het Bal voor uw bedrijfstak is aangewezen
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.79 van het Bal valt
Voor lozingen in oppervlaktewater, waarvoor het Rijk beheerder is, staan regels in paragraaf 6.2.7.4 van het Bal. Voor lozingen in de Noordzee staan regels in paragraaf 7.2.7.4 van het Bal.
Er staan ook lozingsregels voor deze activiteit in het omgevingsplan en in de waterschapsverordening. Welke regel geldt, hangt af van de lozingsroute(s).
Let op: voor lozingen op regionaal oppervlaktewater gelden de lozingseisen uit het Bal én de bruidsschatregels.
Decentrale regels
Totdat de gemeente in het omgevingsplan zelf lozingsregels heeft opgesteld, geldt het tijdelijk deel van het omgevingsplan: de bruidsschat. U vindt de regels in paragraaf 22.3.9.
Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet gelden ook de regels die van rechtswege zijn toegevoegd aan de waterschapsverordening: bruidsschat van de waterschapsverordening. U vindt de regels in afdeling 2.13. Deze regels komen van rechtswege te staan in het nieuwe gedeelte van de waterschapsverordening. Deze regels blijven gelden tot het waterschap deze regels wijzigt.
Bruidsschat aanpassen
Na inwerkingtreding van de Omgevingswet kunnen gemeenten en waterschappen de bruidsschatregels omzetten naar regels die beter passen bij de lokale situatie. Bij deze omzetting moeten gemeente én waterschap wel rekening houden met de taken en bevoegdheden van het andere bestuursorgaan. Men moet met elkaar rekening houden vanwege de samenhang van de instrumenten.
Beste beschikbare technieken (BBT)
Het is het best om niet te lozen.
Bij de teelt van witlof is het mogelijk om een nagenoeg gesloten systeem te maken. Bijvoorbeeld door ontsmetting van het proceswater (daarbij hoeft geen afvalwater te ontstaan). De productie van witlof duurt 3 tot 4 weken. Dit heet een ‘trek’. Aan het eind van een trek kan proceswater overblijven. Die hoeveelheid kan worden beperkt door de toevoer van proceswater aan de trekbakken op tijd stop te zetten.
Er zitten bijna altijd gewasbeschermingsmiddelen op bloembollen en bloemknollen. Telers voegen bij het trekken ook nog gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen aan het proceswater toe.
Het is tegenwoordig technisch goed mogelijk om het proceswater opnieuw te gebruiken. Daarom is hergebruik als voorschrift opgenomen in artikel 4.794 van het Bal.
Meldingseisen voor de lozing
Naast de algemene indieningsvereisten moet uit de melding het maximale teeltoppervlak blijken.
Verboden en voorwaarden Bal
Volgens artikel 4.795 van het Bal zijn de voorkeursroutes voor lozing van het afvalwater:
- gelijkmatige verspreiding over landbouwgronden
- lozen in een vuilwaterriool
Bij lozing op een vuilwaterriool is de emissiegrenswaarde 300 mg/l voor onopgeloste stoffen, gemeten in een steekmonster.
Verboden en voorwaarden Bal en bruidsschat
Ligt een vuilwaterriool of zuiveringtechnisch werk op meer dan 40 meter van de perceelgrens? Is het gelijkmatig verspreiden van het te lozen afvalwater over landbouwgronden niet mogelijk? Dan mag ook geloosd worden op:
- rijkswateren en de Noordzee (artikel 6.56g en 7.61g van het Bal)
- regionaal oppervlaktewater (artikel 2.46 van de bruidsschat waterschapsverordening)
Gemeten in een steekmonster zijn de emissiegrenswaarden dan:
- onopgeloste stoffen: 100 mg/l
- biochemisch zuurstofverbruik: 60mg/l
- chemisch zuurstofverbruik: 300 mg/l
Een gemeente of waterschap is niet bevoegd om de voorkeursroute van een lozing op te heffen. Is er een andere lozingsroute in het omgevingsplan of waterschapsverordening is toegestaan? Dan geldt de voorkeursroute niet als verplichting voor de initiatiefnemer.
Berekening afstand perceelgrens
De afstand wordt berekend over de kortste lijn waarlangs aansluiting daadwerkelijk kan plaatsvinden. Die afstand is niet altijd hemelsbreed de kortste lijn. Dit komt door privaatrechtelijke belemmeringen of de aanwezigheid van bijvoorbeeld een waterkering.
Vond de lozing voor 2013 plaats? Dan wordt de afstand berekend vanaf de plek waar het afvalwater vrijkomt in plaats van vanaf de perceelgrens.
Controleaspecten
Let bij het controleren van de lozingsvoorschriften goed op de volgende zaken:
- Gelden de regels van het omgevingsplan of de regels van de bruidsschat omgevingsplan?
- Gelden de regels van de nieuwe waterschapsverordening of de regels van de bruidsschat waterschapsverordening?
- Is er maatwerk voor een andere lozingsroute?
- Wordt er gewerkt volgens BBT?
- Is er sprake van biologische teelt? Zo ja, is er een Skal-certificaat?
- Ieder bedrijf dat biologische producten produceert, verwerkt, verpakt, importeert, verhandelt of opslaat, moet over een Skal-certificaat beschikken. Bij een melding zit dan een kopie van het Skal-certificaat. De term 'biologisch' is wettelijk beschermd. De Stichting Skal controleert dit.
Meten en bemonsteren
Voldoet de lozing aan de emissiegrenswaarden? Voor het bemonsteren en analyseren van afvalwater gelden de volgende normen:
- voor het bemonsteren van afvalwater: NEN 6600-1. Het monster wordt niet gefiltreerd. Bij het analyseren van een monster worden onopgeloste stoffen meegenomen.
- voor het conserveren van een monster: NEN-EN-ISO 5667-3
- voor analyse van een monster voor onopgeloste stoffen: NEN-EN 872
- voor het biochemisch zuurstofverbruik: ISO 5815-1/2 of NEN-EN 1899-1/2
- voor chemisch zuurstofverbruik: NEN-ISO 15705
Riooltekening
Bij lozing op een riool is er een riooltekening waar duidelijk op staat:
- op welke punten welk afvalwater wordt geloosd.
- of de lozingspunten zijn aangesloten op het eigen vuilwaterriool of een schoonwaterriool.
- op welke lozingsroutes het eigen vuilwaterriool en het schoonwaterriool uitkomen.
Let op: er gelden ook andere voorschriften
Houd ook rekening met Sectoroverstijgende agrarische lozingsaspecten.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.