Lozing van afvalwater uit rioolwaterzuiveringsinstallaties (paragraaf 4.49 Bal)
Het lozingsvoorschrift voor de activiteit Behandeling van stedelijk afvalwater in een rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) gaat over het lozen van afvalwater uit communale rwzi's (in beheer bij een overheid). Een rwzi zuivert afvalwater dat wordt aangevoerd door vuilwaterriolen. Een rwzi heet ook wel een zuiveringtechnisch werk.
Inhoud
- Toepassingsgebied
- Vindplaats
- Doelmatige werking van het zuiveringtechnisch werk
- Locatie van het lozingspunt
- Verboden en voorwaarden
- Emissiegrenswaarden: BZV, CZV en onopgeloste stoffen
- Emissiegrenswaarden: totaal stikstof en totaal fosfor
- Bemonstering en monitoring
- Maatwerk
- Controleaspecten
Toepassingsgebied
Een rwzi zuivert afvalwater dat wordt aangevoerd door vuilwaterriolen. In hoofdstuk 4 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal) staat dat afvalwater in een vuilwaterriool kan of mag worden geloosd. Voor deze activiteiten geldt dat onder dezelfde voorwaarden dan ook direct op een zuiveringtechnisch werk mag worden geloosd (artikel 3.2 lid 2 Bal).
Op basis van artikel 2.15 kunnen afwijkingen zijn opgenomen in de waterschaps- en omgevingsverordening.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 3 en 4 van het Bal staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.49 van het Bal valt, en
- paragraaf 4.49 in hoofdstuk 3 van het Bal voor uw bedrijfstak is aangewezen
Doelmatige werking van het zuiveringtechnisch werk
Een rwzi moet men zo ontwerpen, bouwen, organiseren en onderhouden dat met normaal weer de rwzi goed werkt. Ongebruikelijke situaties blijven daarbij buiten beschouwing. Denk daarbij aan:
- extreme neerslag
- onvoorzienbare calamiteiten
- voorzienbare voorvallen, zoals groot onderhoud en verbouwingen op het zuiveringtechnische werk zelf.
De dimensionering van de zuiveringtechnische werken in Nederland gebeurt op basis van de richtlijnen van de Vereniging van Zuiveringbeheerders van de waterschappen.
Daarnaast zijn de documenten over het ontwerp en beheer van zuiveringtechnische werken van belang. Deze stelt de Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer (STOWA) op in samenwerking met de waterschappen. Zie stowa.nl.
Locatie van het lozingspunt
De locatie van het lozingspunt moet op zo’n manier dat gekozen zijn dat de gevolgen voor het watermilieu minimaal zijn. De toetsing van de gevolgen voor het watermilieu vindt plaats met de 'immissietoets'.
De toetsing kan men aanvullen met een watermodel speciaal voor het oppervlaktewaterlichaam waarop men loost.
Verboden en voorwaarden
Emissiegrenswaarden: BZV, CZV en onopgeloste stoffen
Voor de parameters Biochemisch zuurstofverbruik (BZV), Chemisch zuurstofverbruik (CZV) en onopgeloste bestanddelen, zijn maximale grenswaarden voor etmaalmonsters opgenomen. Rioolwaterzuiveringsinstallaties moeten het stedelijk afvalwater zuiveren tot grenswaarden:
- 20 mg/l BZV
- 125 mg/l CZV
- onopgeloste stoffen 30 mg/l
Voor het berekenen van het aantal inwonerequivalenten (i.e.) gebruikt men BZV met 54 gram zuurstofverbruik per etmaal.
Emissiegrenswaarden: totaal stikstof en totaal fosfor
De grenswaarden voor totaal stikstof en totaal fosfor:
- Fosfor
- 1,0 mg/l bij rwzi's met een ontwerpcapaciteit van meer dan 100.000 i.e.
- en 2,0 mg/l bij rwzi's met een ontwerpcapaciteit van 2.000 tot en met 100.000 i.e.
- stikstof
- 10 mg/l bij rwzi's met een ontwerpcapaciteit van 20.000 i.e. of meer
- en 15 mg/l bij rwzi's met een ontwerpcapaciteit van 2.000 tot 20.000 i.e.
Deze grenswaarden zijn niet berekend per etmaal, maar als voortschrijdende jaargemiddelde concentraties. Het voortschrijdend jaargemiddelde biedt de mogelijkheid om op elk moment te kunnen toetsen op de grenswaarde.
Bemonstering en monitoring
De aantallen monsters voor inkomende stedelijk afvalwater en het afvalwater dat wordt geloosd is vastgelegd. Het gaat om:
- jaarlijks monitoren influent en effluent
- dagelijks monitoren hoeveelheid geloosd effluent
- de goede bemonsteringsplekken bepalen
- jaarlijks monitoren grondwater onder zuivering
Ontwerpcapaciteit zuiveringtechnisch werk in i.e. | Aantal monsters per jaar voor de som van fosforverbindingen en de som van stikstofverbindingen | Aantal monsters per jaar voor het biochemische zuurstofverbruik en het chemisch zuurstofverbruik |
---|---|---|
2.000 tot 5.000 | 12 | 12 |
5.000 tot 50.000 | 24 | 12 |
50.000 tot 100.000 | 48 | 24 |
Meer dan 100.000 | 60 | 24 |
Op deze bemonsteringsaantallen is geen maatwerk mogelijk.
Maatwerk
Voorzienbare bijzondere bedrijfsomstandigheden
Het bevoegd gezag kan bij voorzienbare bijzondere bedrijfsomstandigheden met maatwerk tijdelijk minder strenge emissiegrenswaarden afspreken. Ook kan het extra maatregelen afspreken om de nadelige gevolgen voor de waterkwaliteit zoveel mogelijk te beperken. Voorzienbare bijzondere bedrijfsomstandigheden zijn bijvoorbeeld onderhouds- en reparatiewerkzaamheden.
75% rendementsdispensatie bij kleine en of oudere rwzi’s
Het bevoegd gezag kan met maatwerk minder strenge grenswaarden opnemen voor de parameters 'totaal stikstof' en 'totaal fosfor', als het gaat om de volgende rwzi's:
- de ontwerpcapaciteit is minder dan 20.000 i.e.
- de ontwerpcapaciteit is 20.000 i.e. of meer. En de rwzi is voor 1 september 1992 in gebruik genomen en sinds 1 september 1992 met niet meer dan 25% uitgebreid
Voorwaarde voor deze minder strenge grenswaarden is wel dat in het verzorgingsgebied is voldaan aan de 75% gebiedsdispensatie-regeling. De 75% gebiedsdispensatie-regeling geldt per verzorgingsgebied van een waterbeheerder. En houdt in dat de vermindering van de totale vracht voor alle zuiveringtechnische werken in dit gebied moet zijn:
- minimaal 75% voor 'totaal stikstof'
- en minimaal 75% voor 'totaal fosfor'
Ook is de voorwaarde dat deze lozing met ruimere grenswaarden toelaatbaar is vanuit waterkwaliteitsoogpunt. Toetsing hiervan gebeurt met de immissietoets.
Wil een waterbeheerder de rendementsdispensatie gebruiken? Dan moet hij een maatwerkverzoek doen bij het bevoegd gezag voor hogere emissiegrenswaarden. De hogere emissiegrenswaarden zijn alleen mogelijk voor stikstof en fosfaat.
Controleaspecten
Waterschappen en Rijkswaterstaat hebben een toezichtplan gemaakt voor rwzi's. Vragen die daarin aan bod komen zijn de volgende:
- Is het aanbod aan de rwzi veranderd?
- Belasting van de rwzi
- Onvoorziene omstandigheden
- Samenwerking met de gemeente (de beheerder van het riool waardoor afvalwater wordt aangevoerd)
- Meldgedrag
- Stand der techniek toepassen
- E-PRTR
- Aantal monsters en monsters met overtreding van de normen
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.