Eisen aan een noodplan voor Seveso-inrichtingen
Een intern noodplan is verplicht voor hogedrempelinrichtingen. Beoordeling gebeurt in ieder geval elke 3 jaar. In een hogedrempelinrichting moet altijd een actuele stoffenlijst beschikbaar zijn.
Doelen en eisen
De doelen van een intern noodplan zijn:
- zware ongevallen beheersen en de gevolgen ervan zoveel mogelijk beperken
- de maatregelen tegen de gevolgen van zware ongevallen uitvoeren
- en aan een ieder relevante gegevens en bescheiden verstrekken
De eisen aan een noodplan zijn de volgende:
- Het intern noodplan bevat de gegevens en bescheiden, bedoeld in bijlage IV bij de Seveso-richtlijn.
- Het intern noodplan wordt in ieder geval elke 3 jaar beoordeeld en beproefd, en zo nodig bijgewerkt.
De exploitant houdt bij het bijwerken van het noodplan rekening met het volgende:
- de werkmethoden en productiemethoden in de Seveso-inrichting
- de veranderingen van technische en organisatorische aard bij de hulpverleningsorganisaties
- de veranderingen in het veiligheidsinzicht die voor de risico’s belangrijke gevolgen kunnen hebben
Dit staat in artikel 4.22 van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal).
Het interne noodplan en het externe noodplan (rampbestrijdingsplan) gaan beide in op te nemen maatregelen bij een calamiteit. Het intern noodplan bevat de maatregelen die de onderneming moet nemen. Het externe (rampbestrijdings)plan bevat de maatregelen die buiten de onderneming moeten worden genomen. Uiteraard is het van groot belang dat de inhoud van beide plannen op elkaar is afgestemd.
Raadpleging werknemers en inzage
Artikel 4.23 van het Bal gaat over het raadplegen van werknemers in de volgende situaties:
- voordat de exploitant (delen van) het veiligheidsrapport aan het bevoegd gezag stuurt
- bij het opstellen van een intern noodplan
Als een ondernemingsraad of een personeelsvertegenwoordiging ontbreken, legt de exploitant het intern noodplan of veiligheidsrapport voor aan:
- belanghebbende werknemers
De exploitant raadpleegt over het intern noodplan ook:
- werknemers van andere werkgevers met een langlopende overeenkomst
Op verzoek krijgen de volgende personen inzage in het veiligheidsrapport en intern noodplan:
- de werknemers
- de bedrijfshulpverleners
- de externe hulpverleningsorganisaties
- de deskundige werknemers en andere deskundige personen
- de deskundige personen of een arbodienst
- de zelfstandige en de werkgever die zelf arbeid verricht in de Seveso-inrichting
Inzage en raadplegen van het veiligheidsrapport gaat alleen over onderdelen 1, 2, onder b en d, 3, 4, en 5 van bijlage II bij de Seveso-richtlijn. Deze houden verband met de bescherming van de veiligheid en gezondheid van werknemers.
Actuele lijst van de aanwezige gevaarlijke stoffen
In een hogedrempelinrichting moet altijd een actuele stoffenlijst beschikbaar zijn. Ook stoffen die op basis van aard of hoeveelheid een risico vormen, horen op deze lijst te staan. De lijst bevat de gegevens over aard, fysische vorm en hoeveelheid van deze stoffen. De lijst bevat de volgende gegevens die voor de hulpverlening van de overheid direct toegankelijk moeten zijn:
- de chemische stofnaam of handelsnaam
- de hoeveelheid die maximaal aanwezig is
- het CAS-nummer of het veiligheidsinformatieblad
- het VN-nummer
- het gevaarsidentificatienummer
Als de 3 laatstgenoemde gegevens niet bestaan, zijn gegevens beschikbaar over het gevaar voor een explosie, een brand en een toxische wolk.
Dit staat in artikel 4.24 van het Bal.
Deze actuele lijst is nodig voor de inzet van de veiligheidsregio. Deze lijst bevat in hoofdlijn dezelfde informatie als de lijst met de gevaarlijke stoffen, bedoeld in artikel 4.5 van het Bal. Voor de bestrijding van ongevallen moet deze lijst echter actueel zijn. En deze lijst is specifieker. Op de actuele lijst moet staan welke stoffen in welke installatie of onderdeel van de Seveso-inrichting aanwezig zijn. In de praktijk maakt de exploitant gebruik van snelle elektronische informatie-uitwisseling om de lijst met de veiligheidsregio te delen. Rekening houdend met mogelijke uitval van deze elektronische informatie-uitwisseling moet binnen ook altijd een uitdraai beschikbaar zijn.
Overgangsrecht voor intern noodplan
Een Seveso-inrichting die onder het toepassingsbereik van deze paragraaf komt te vallen, moet direct een intern noodplan hebben. Dit is niet in alle gevallen redelijk en dus staat in artikel 4.28 van het Bal overgangsrecht. Dit stelt dat de exploitant het interne noodplan na 2 jaar gereed moet hebben. In de volgende gevallen moet direct na inwerkingtreding het interne noodplan klaar zijn:
- bij inrichtingen die nieuw in werking worden gesteld
- bij inrichtingen die door een wijziging van de hoeveelheid gevaarlijke stoffen onder het toepassingsbereik van de richtlijn komen te vallen
- bij inrichtingen die van een lagedrempelinrichting een hogedrempelinrichting worden, of omgekeerd
- als het om een bestaande Brzo-inrichting gaat