Lozingsvoorschriften autodemontage en tweewielerdemontage (paragraaf 4.47 Bal)
Voor het demonteren van auto’s en tweewielers gelden lozingsvoorschriften uit paragraaf 4.47 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal). Bij het demonteren komen verontreinigende stoffen in het afvalwater terecht. Daarom gelden er maatregelen om dit te voorkomen of te minimaliseren.
Op deze pagina
- Wanneer gelden de regels
- Beste beschikbare technieken (BBT)
- Verboden en voorwaarden
- Overgangsrecht
- Aanverwante wetgeving
- Controle aspecten
- Let op: er gelden ook andere voorschriften
Wanneer gelden de regels
In hoofdstuk 3 en 4 van het Bal staat of de regels gelden. De regels gelden als:
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.47 van het Bal valt
- uw activiteit onder paragraaf 3.5.1 Autodemontagebedrijf en tweewielerdemontagebedrijf valt
Beste beschikbare technieken (BBT)
BBT is voorkomen dat er vloeibare oliehoudende afvalstoffen in het milieu terechtkomen. Dat kan door de activiteit te verrichten boven een bodembeschermende voorziening en in aanvulling daarop maatregelen te nemen. Voorkomen dat hemelwater op deze voorziening terechtkomt bijvoorbeeld.
Bij zorgvuldig werken en direct opruimen na het morsen, ontstaat in veel gevallen geen afvalwater. Een slibvangput en olieafscheider is dan niet nodig om aan de emissiegrenswaarden te voldoen.
Verboden en voorwaarden
Als er wel lozingen plaatsvinden, moet men in het vuilwaterriool lozen. Voor olie in het afvalwater geldt dan een lozingseis van 20 mg/l.
Men mag het afvalwater ook behandelen in een slibvangput met olieafscheider die voldoet aan NEN 858-1 en -2.
Er is geen plicht om dit afvalwater te lozen. Maar als geloosd wordt, moet dat via de voorgeschreven route. Het gaat hier namelijk alleen om het te lozen afvalwater. Afvalwater kan men ook afvoeren naar een verwerker of hergebruiken.
Overgangsrecht
Een slibvangput en olieafscheider die voor 2 november 2010 is geplaatst, hoeft niet te voldoen aan de NEN-EN 858-1 en 2. Van belang is dat de olieafscheider voldoende gedimensioneerd is. Daarom is de voorwaarde opgenomen dat de olieafscheider is afgestemd op de hoeveelheid water.
Aanverwante wetgeving
De inhoud van de olieafscheider is gevaarlijk afval (EURAL 13.05). Hierop is titel 10.6 Wet milieubeheer (Wm) van toepassing. Dit betekent dat het afval moet worden afgegeven aan een erkende inzamelaar (artikel 10.37 Wm). En dat de gegevens hierover moeten worden bewaard (artikel 10.38 Wm).
Controleaspecten
Let bij het controleren van de regels goed op de volgende zaken:
- Ontstaat er afvalwater vanaf een bodembeschermende voorziening? Voor olie in het afvalwater geldt dan een lozingseis van 20 mg/l. Als hier niet aan kan worden voldaan, is er dan een olieafscheider?
- Is er een olieafscheider en slibvangput? Zo ja:
- Check de regels voor handhaving olieafscheiders en slibvangput.
Let op: er gelden ook andere voorschriften
Naast lozingsvoorschriften gelden ook andere voorschriften, bijvoorbeeld bodem- en afvalvoorschriften. Die vindt u op de pagina Inhoudelijke regels autodemontage en tweewielerdemontage.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.