Lozingsvoorschriften mechanisch en thermisch bewerken van metalen (paragraaf 4.18 Bal)
Voor mechanisch en thermisch bewerken van metalen gelden lozingsvoorschriften uit paragraaf 4.18 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal). Het gaat om afvalwater dat metalen kan bevatten. Niet het lozen, maar het hergebruiken van afvalwater heeft de voorkeur. Bij lozen is het vuilwaterriool de voorkeursroute. Hiervoor gelden emissiegrenswaarden.
Op deze pagina
Wat u moet u moet weten over deze lozingsvoorschriften:
- Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
- Wanneer de regels van toepassing zijn
- Beste beschikbare technieken (BBT)
- Verboden en voorwaarden Bal
- Overgangsrecht
- Gerelateerde wetgeving
- Controleaspecten
- Let op: er gelden ook andere voorschriften
Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
Bij deze activiteit gaat over het spaanloos, verspanend, thermisch bewerken en het mechanisch afwerken van metalen. In de metaalindustrie worden metaalbewerkingsvloeistoffen gebruikt. In de verschillende basisvloeistoffen zitten vaak additieven, zoals chloorverbindingen. Deze additieven zijn nodig om de prestaties van de gebruikte machines te verbeteren en corrosie ervan te verminderen. En om de standtijd van de gebruikte vloeistoffen te verlengen.
Er zijn grofweg 2 soorten metaalbewerkingsvloeistoffen:
- de watermengbare (onder andere emulsies)
- de niet-watermengbare koelsmeermiddelen (onder andere snijolie)
Metaalbewerkingsvloeistof zorgt voor een smerend of koelend effect. Daarnaast zorgt de vloeistof voor het gedeeltelijk afvoeren van metaaldeeltjes die bij een bewerking ontstaan. Ook al verschillen de bedrijfsprocessen in deze branche, het afvalwater is vergelijkbaar. Dit afvalwater bevat metalen, maar kan ook olieachtige vloeistoffen bevatten.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 3 en 4 van het Bal staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.18 valt
- paragraaf 4.18 in hoofdstuk 3 van het Bal voor uw bedrijfstak is aangewezen
Gebeurt deze activiteit bij een huishouden, school, scheepswerf, het uitoefenen van een beroep of bedrijf aan huis? Dan gelden deze regels niet.
Deze paragraaf gaat niet over het smelten en gieten van metalen.
Beste beschikbare technieken (BBT)
Bij het mechanisch bewerken van metalen ontstaat bijna geen afvalwater. Vaak kunnen stofdeeltjes en restanten van te bewerken metalen ‘droog’ worden opgeruimd. Dit is de beste beschikbare techniek (BBT). Alleen als daarna nog met water wordt gereinigd, ontstaat een afvalwaterstroom.
BBT bij het mechanisch bewerken van metalen is:
- droog reinigen, behalve als dat redelijkerwijs niet mogelijk is
- water dat als koelmiddel, spoelmiddel of smeermiddel wordt toegepast, zo veel mogelijk opnieuw gebruiken (artikel 4.292 van het Bal). Bijvoorbeeld door een gesloten watercircuit.
Water dat als koelmiddel wordt gebruikt, is vooral thermisch verontreinigd en kan metalen deeltjes bevatten. Als deze deeltjes zoveel mogelijk worden afgevangen, kan het water worden hergebruikt. Vaak ook op andere plekken in het bedrijf.
Bij spaanloze bewerkingen wordt geen materiaal weggenomen. Er wordt vaak hydraulische olie of smeerolie gebruikt als metaalbewerkingsvloeistoffen. Uitgangspunt is dat geen lozing plaatsvindt van deze vloeistoffen. Ze worden opnieuw gebruikt. Het restproduct (slib) moet als gevaarlijk afval worden afgevoerd. Voor sommige toepassingen wordt de vloeistof zo fijn verneveld, dat de vloeistof volledig verdampt en er geen restproduct ontstaat.
Verboden en voorwaarden
De voorkeursroute is lozen op vuilwaterriool. Er mag alleen geloosd worden op het vuilwaterriool, als het te lozen water voldoet aan een grenswaarde van 20 mg/l olie en 300 mg/l onopgeloste stoffen. Wanneer door preventieve maatregelen niet aan deze norm voldaan kan worden, moet een olieafscheider en slibvangput geplaatst worden.
Overgangsrecht
Het overgangsrecht bepaalt dat olieafscheiders die al in gebruik waren voor 2 november 2010 en voldeden aan de toenmalige norm, beschouwd mogen worden als olieafscheiders die voldoen aan NEN-EN 858. Dit geldt ook voor olieafscheiders van voor 1 maart 1997 die voldoende capaciteit hebben.
Gerelateerde wetgeving
De inhoud van de olieafscheider is gevaarlijk afval (EURAL 13.05). Ook hydraulische olie en smeerolie die niet langer kunnen worden toegepast als metaalbewerkingsvloeistoffen, zijn gevaarlijk afval.
De afgifte van vloeistoffen moet worden gezien als het afvoeren van (gevaarlijke)bedrijfsafvalstoffen. Daarvoor geldt titel 10.6 van de Wet milieubeheer (Wm):
- afgifte aan een erkende inzamelaar: artikel 10.37 Wm
- het bewaren van de betreffende gegevens: artikel 10.38 Wm
Controleaspecten
Let bij het controleren van de regels goed op de volgende zaken:
- Is er een olieafscheider en slibvangput aanwezig?
- Nee: zit er minder dan 20 mg/liter olie in enig steekmonster? Dan is een olieafscheider met slibvangput volgens NEN-EN 858-1 en -2 niet verplicht.
- Zo ja: Check de regels voor handhaving olieafscheiders en slibvangput.
- Wordt het gevaarlijke afval correct afgevoerd?
Om te bepalen of aan de lozingsvoorwaarden is voldaan, zijn de volgende normen van toepassing voor het bemonsteren en analyseren van afvalwater:
- Voor het bemonsteren van afvalwater geldt NEN 6600-1. Het monster wordt niet gefiltreerd. Bij het analyseren van een monster worden onopgeloste stoffen meegenomen.
- Voor het conserveren van een monster geldt NEN-EN-ISO 5667-3.
- Voor het analyseren van olie geldt NEN-EN-ISO 9377-2.
Bij lozing op een riool moet uit de riooltekening blijken:
- op welke punten welk afvalwater wordt geloosd.
- of de lozingspunten zijn aangesloten op het eigen vuilwaterriool of een schoonwaterriool.
- op welke lozingsroutes het eigen vuilwaterriool en het schoonwaterriool uitkomen.
Let op: er gelden ook andere voorschriften
Naast lozingsvoorschriften gelden ook andere voorschriften. Die vindt u op de pagina Inhoudelijke regels mechanisch en thermisch bewerken van metalen.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.