Lozingsvoorschriften werkzaamheden met verplaatsbaar mijnbouwwerk (paragraaf 4.109 Bal)
Voor werkzaamheden met verplaatsbaar mijnbouwwerk gelden lozingsvoorschriften uit paragraaf 4. 109 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal). Het afvalwater dat vrijkomt bij het maken of aanpassen van een boorgat met een verplaatsbaar mijnbouwwerk op land wordt niet geloosd.
Op deze pagina
Wat u moet u moet weten over deze lozingsvoorschriften:
- Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
- Wanneer de regels van toepassing zijn
- Beste beschikbare technieken (BBT)
- Verboden en voorwaarden Bal
- Gerelateerde wetgeving
- Controleaspecten
- Let op: er gelden ook andere voorschriften
Hoe het afvalwater bij deze activiteit ontstaat
Een verplaatsbaar mijnbouwwerk is een samenstelling van systemen. Naast de boortoren worden hulpinstallaties opgesteld, zoals dieselgestookte aggregaten, boorvloeistofbehandeling, opslag van boorpijpen en hulpmaterialen en de opslag van brandstoffen.
Het bovenste deel van het boorgat wordt verstevigd door het heien van een brede boorput. Dit voorkomt dat bodem en grondwater verontreinigd raken. Boorvloeistof wordt tijdens het boren gebruik voor:
- het afvoeren van vermalen of opgeboord gesteente (boorgruis) naar de oppervlakte
- het afpleisteren van de boorgatwand om boorvloeistofverliezen naar de doorboorde formaties te beperken om instorting van het boorgat te voorkomen
- het koelen van de boorbeitel
- het geven van voldoende tegendruk om te voorkomen dat formatiegas of vloeistoffen in het boorgat stromen
- het verminderen van wrijving tussen boorpijpen en boorgatwand
Water wordt bij het boren op land voor verschillende doeleinden gebruikt. Bijvoorbeeld voor het schoonspoelen of afspuiten van de apparatuur op de locatie. En voor het schoonspoelen van verhardingen tijdens het boren. Daarbij ontstaat afvalwater.
Door gebruik van boorvloeistof kan het spoelwater verontreinigen. Bij boorvloeistof op basis van water gaat het om klei, mineralen of verdikkingsmiddelen. Bij boorvloeistof op basis van olie zijn het olieachtige stoffen die het water verontreinigen.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 3 en 4 van het Bal staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.109 van het Bal valt en
- uw activiteit onder paragraaf 3.10.1 Mijnbouw valt
Beste beschikbare technieken
Tijdens het boren met een verplaatsbaar mijnbouwwerk ontstaat afvalwater. Vanwege de samenstelling (spoelwater met boorvloeistof) is het BBT om dit afvalwater op te vangen, niet te lozen en af te voeren (artikel 4.1123 van het Bal).
Bij deze activiteit zijn preventiemaatregelen voor afstromend hemelwater moeilijker realiseren (artikel 4.1123 van het Bal). Daarom is het laten aflopen van een vloeistofdichte of aaneengesloten bodemvoorziening naar een olieafscheider en slibvangput BBT. Dit heeft een tweeledig doel: enerzijds wordt voorkomen dat oliehoudend afvalwater op het riool wordt geloosd, anderzijds is het een calamiteitenvoorziening.
Verboden en voorwaarden Bal
De voorkeursroute is lozen op vuilwaterriool.
Hemelwater mag alleen worden geloosd als het voor vermenging met ander afvalwater door een olieafscheider en slibvangput stroomt. Die moet voldoen aan NEN-EN 858-1 en NEN-EN 858-2.
Gerelateerde wetgeving
Het afvalwater dat tijdens het boren met een verplaatsbaar mijnbouwwerk ontstaat, is gevaarlijk afval. De inhoud van de olieafscheider ook. Dat moet op een andere manier worden afgevoerd. Daarvoor geldt titel 10.6 van de Wet milieubeheer (Wm):
- Het afval moet worden afgegeven aan een erkende inzamelaar (artikel 10.37 Wm).
- De gegevens hierover moeten worden bewaard (artikel 10.38 Wm).
Controleaspecten
Let bij het controleren van de regels goed op de volgende zaken:
- Is er maatwerk voor een andere lozingsroute?
- Wordt gewerkt volgens BBT? Er wordt dus geen spoelwater met boorvloeistof geloosd, maar afgevoerd.
- Is er een olieafscheider en slibvangput aanwezig?
- Ja: check de regels voor handhaving olieafscheiders en slibvangput.
- Voor olieafscheiders is hier geen overgangsrecht aangegeven!
- Wordt het gevaarlijke (vloeibare) bedrijfsafval correct afgevoerd?
Meten en bemonsteren
Voldoet de lozing aan de emissiegrenswaarden? Voor het bemonsteren en analyseren van afvalwater gelden de volgende normen:
- voor het bemonsteren van afvalwater: NEN 6600-1
Het monster wordt niet gefiltreerd. Bij het analyseren van een monster worden onopgeloste stoffen meegenomen. - voor het conserveren van een monster: NEN-EN-ISO 5667-3
- voor analyse van een monster voor onopgeloste stoffen: NEN-EN 872
- voor analyse van een monster voor olie NEN-EN-ISO 9377-2
Riooltekening
Bij lozing op een riool is er een riooltekening waar duidelijk op staat:
- op welke punten welk afvalwater wordt geloosd
- of de lozingspunten aansluiten op het eigen vuilwaterriool of een schoonwaterriool
- op welke lozingsroutes het eigen vuilwaterriool en het schoonwaterriool uitkomen
Let op: er gelden ook andere voorschriften
Naast lozingsvoorschriften gelden ook andere voorschriften. Deze vindt u op de pagina Inhoudelijke regels werkzaamheden met verplaatsbaar mijnbouwwerk.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.