Lozingsvoorschriften wasstraat of wasplaats (paragraaf 4.44 Bal)
Voor een wasstraat of wasplaats gelden lozingsvoorschriften uit paragraaf 4.44 van het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal). Het vuilwaterriool is de voorkeursroute.
Wanneer de regels van toepassing zijn
In hoofdstuk 3 en 4 van het Bal staat of de regels van toepassing zijn. De regels gelden als:
- uw activiteit onder het toepassingsbereik van paragraaf 4.44 valt en
- paragraaf 4.44 in hoofdstuk 3 van het Bal voor uw bedrijfstak is aangewezen
In bepaalde situaties is een omgevingsvergunning vereist.
Lozingsroutes
De voorgeschreven lozingsroute van afvalwater afkomstig van het wassen van gemotoriseerde voertuigen is het vuilwaterriool (artikel 4.558 van het Bal).
Er is geen plicht om dit afvalwater te lozen. Afvalwater kan ook afgevoerd worden naar een verwerker of worden hergebruikt. Als er geloosd wordt, dan moet dit via de voorgeschreven lozingsroute.
Emissiegrenswaarden vuilwaterriool
Bij het lozen van het afvalwater in het vuilwaterriool geldt de emissiegrenswaarde voor olie van 20 mg/l. Dit wordt gemeten in een steekmonster (artikel 4.559 van het Bal).
Slibvangput en olieafscheider
Ook kan het afvalwater voor vermenging met ander afvalwater door een slibvangput en olieafscheider worden geleid. Die slibvangput en olieafscheider moet voldoen aan NEN-EN 858-1 en NEN-EN 858-2. In dit geval geldt de emissiegrenswaarde voor olie niet.
Als een slibvangput en olieafscheider vóór 2 november 2010 zijn geplaatst en de olieafscheider is voldoende gedimensioneerd (afgestemd op de hoeveelheid water) geldt de emissiegrenswaarde ook niet.
Wanneer geen of nauwelijks olie wordt gebruikt in het proces of zo zorgvuldig wordt gewerkt dat geen olie in het afvalwater geraakt, kan voldaan worden aan de grenswaarde van 20 mg/l. Er is dan geen voorziening in de vorm van een olieafscheider nodig.
Meten en bemonsteren
Het Bal bevat voor deze activiteit geen verplichting tot bemonsteren. Als deze activiteit wordt bemonsterd, gelden de volgende normen:
- Voor het bemonsteren van afvalwater: NEN 6600-1. Het monster wordt niet gefiltreerd. Bij het analyseren van een monster worden onopgeloste stoffen meegenomen.
- Voor het conserveren van een monster: NEN-EN-ISO 5667-3.
- Op het analyseren van een monster worden onopgeloste stoffen meegenomen en is op het analyseren voor olie NEN-EN-ISO 9377-2 van toepassing.
Meer informatie over bemonsteren is te vinden op de pagina Meten, bemonsteren en analyseren van afvalwater.
Riooltekening
Er is een riooltekening waar duidelijk op staat:
- op welke punten welk afvalwater wordt geloosd.
- of de lozingspunten zijn aangesloten op het eigen vuilwaterriool of een schoonwaterriool.
- op welke lozingsroutes het eigen vuilwaterriool en het schoonwaterriool uitkomen.
Andere lozingsroute
Het waterschap kan bij maatwerkvoorschrift of vergunningvoorschrift een andere lozingsroute toestaan: lozen op het oppervlaktewater. In dat geval mag het afvalwater ook via die andere route worden geloosd. De voorkeursroute is dan geen verplichting meer voor de initiatiefnemer. De initiatiefnemer heeft in dat geval de keuze tussen lozen in het vuilwaterriool of lozen op het oppervlaktewater.
In een maatwerkvoorschrift of vergunningvoorschrift stelt het bevoegd gezag de emissiegrenswaarden voor de lozing vast. En hierin bepaalt het bevoegd gezag de meetmethoden voor het bemonsteren van het afvalwater. Een toelichting op deze regels staat op de pagina Decentrale regels wasstraat of wasplaats.
Let op: er gelden ook andere regels
Naast lozingsvoorschriften gelden ook andere voorschriften. Deze vindt u op de pagina Inhoudelijke regels wasstraat of wasplaats.
Zie ook
Overzichtspagina lozingsvoorschriften wasstraat of wasplaats
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.