Uitleg van de algemene systematiek van lozen in de bruidsschat
In hoofdstuk 7 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet staat de bruidsschat. Hierin zijn lozingsroutes en lozingsvoorwaarden beschreven voor activiteiten die decentrale overheden mogen aanpassen naar regels die passen bij de lokale situatie.
Voormalige rijksregels
De bruidsschat bevat voormalige rijksregels. Dat is een belangrijke verandering in het nieuwe stelsel van het omgevingsrecht. Onder de Waterwet waren lozingen van stoffen en warmte helemaal via rijksregels geregeld.
De beschrijving van de lozingsroutes uit de bruidsschat voor milieubelastende activiteiten is vergelijkbaar met de algemene systematiek van lozen in het Bal. Het gaat om activiteiten met lozingen op de bodem of op de riolering in beheer van de gemeente. Of om activiteiten met lozingen op een oppervlaktewater Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) in beheer van een waterschap of zuiveringtechnisch werk van een waterschap.
Decentrale regels gemeente
Totdat de gemeente in het omgevingsplan zelf lozingsregels heeft opgesteld, geldt het tijdelijk deel van het omgevingsplan: de bruidsschat.
Specifieke zorgplicht omgevingsplan
De bruidsschat bevat een specifieke zorgplicht voor milieubelastende activiteiten. Die is vrijwel gelijk aan de specifieke zorgplicht uit artikel 2.11 van het Bal. De specifieke zorgplicht geldt voor alle milieubelastende activiteiten die de bruidsschat regelt, en waarvoor niet al een specifieke zorgplicht is gesteld in het Bal. Ook als er algemene regels in het omgevingsplan staan voor die activiteit. En ook als er vergunningvoorschriften gelden voor die activiteit.
Meer informatie staat op de pagina Specifieke zorgplicht milieubelastende activiteit.
Vergunningplicht lozingsroute en beoordelingsregels in het omgevingsplan
De gemeente kan een vergunningplicht in het omgevingsplan opnemen. Dit kan voor lozingen op de bodem en het schoonwaterriool. Voor lozingen op het vuilwaterriool is alleen maatwerk op grond van de zorgplicht mogelijk.
In het omgevingsplan staat een verbod om lozingsactiviteiten uit te voeren zonder omgevingsvergunning. Dit houdt in dat vóór de lozing plaatsvindt op het oppervlaktewater, de initiatiefnemer een lozing moet beoordelen, om na te gaan of de lozing wel kan. Dit moet voordat hij een vergunningaanvraag indient bij de gemeente.
In de verordening staan ook vereisten voor het indienen van de vergunningaanvraag.
Decentrale regels waterschap
Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet gelden ook de regels die van rechtswege zijn toegevoegd aan de waterschapsverordening: de bruidsschat van de waterschapsverordening. Deze regels komen van rechtswege te staan in het nieuwe gedeelte van de waterschapsverordening. Deze regels blijven gelden tot het waterschap deze regels wijzigt.
De waterschapsverordening geldt alleen voor regionale wateren, want de activiteiten bij rijkswateren zijn al uitputtend geregeld in het Bal.
Bruidsschat aanpassen
Na inwerkingtreding van de Omgevingswet kunnen gemeenten en waterschappen de bruidsschatregels omzetten naar regels die passen bij de lokale situatie. Het Rijk geeft het decentrale bestuur de ruimte om hier zelf een afweging in te nemen.
Bij deze omzetting moeten gemeente én waterschap wel rekening houden met de taken en bevoegdheden van het andere bestuursorgaan. Men moet met elkaar rekening houden vanwege de samenhang van de instrumenten.
Omgevingsplan
De gemeenten kunnen dit regelen in het omgevingsplan van de gemeente (artikel 2.4 van de Omgevingswet). Het gaat dan om het afvoeren van afvalwater op het riool of de bodem. Die zijn in beheer van de gemeente.
Waterschapsverordening
Waterschappen kunnen dit regelen in hun waterschapsverordening (artikel 2.5 van de Omgevingswet). Het gaat dan om lozingen op een oppervlaktewater in beheer van dat waterschap. Of om een lozing op het zuiveringtechnisch werk van dat waterschap.
Specifieke zorgplicht waterschapsverordening
Door de komst van de bruidsschat staat er in de waterschapsverordening een specifieke zorgplicht voor lozingsactiviteiten op een oppervlaktewaterlichaam of een zuiveringtechnisch werk (artikel 2.4 van de waterschapsverordening). De formulering van deze specifieke zorgplicht is hetzelfde als in het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Zie artikel 2.11 van het Bal over zorgplicht.
De specifieke zorgplicht in de waterschapsverordening geldt naast de inhoudelijke regels over lozingsactiviteiten. Die staan in afdeling 2.2 tot en met 2.18 van de waterschapsverordening. En de zorgplicht geldt ook naast een eventuele omgevingsvergunning voor de lozingsactiviteit.
Vergunningplicht lozingsroute en beoordelingsregels in de waterschapsverordening
Het waterschap kan een vergunningplicht in een waterschapsverordening opnemen. Zoals een vergunningplicht voor het lozen van grote hoeveelheden afvalwater. Dit kan ook voor niet algemeen geregelde lozingsactiviteiten, afkomstig van milieubelastende activiteiten.
In de waterschapsverordening staat een verbod om lozingsactiviteiten uit te voeren zonder omgevingsvergunning. Dit houdt in dat vóór de lozing plaatsvindt op het oppervlaktewater, de initiatiefnemer een lozing moet beoordelen, om na te gaan of de lozing wel kan. Dit moet voordat hij een vergunningaanvraag indient bij het waterschap.
In de verordening staan ook vereisten voor het indienen van de vergunningaanvraag.
Beoordelingsregels voor vergunningen in het omgevingsplan of de waterschapsverordening
Bij een vergunningplicht in een omgevingsplan of waterschapsverordening staan altijd beoordelingsregels Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Deze beoordelingsregels moet het bevoegd gezag altijd opnemen om de vergunningaanvraag te kunnen toetsen. Met de beoordelingsregels schrijft het waterschap op hoe het een vergunningaanvraag voor activiteiten gaat beoordelen.
De beoordelingsregel legt dus uit wanneer het bevoegd gezag de vergunning kan verlenen of moet weigeren. Artikel 6.2 van het Besluit kwaliteit leefomgeving bepaalt welke beoordelingsregels het waterschap in ieder geval moet opnemen in de waterschapsverordening. Bijvoorbeeld om te voldoen aan de Kaderrichtlijn Water.
Maatwerkvoorschrift
Een mogelijkheid om lokaal maatwerk toe te passen is het maken van een maatwerkvoorschrift Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Dit geldt zowel voor het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal), als het omgevingsplan en de waterschapsverordening.
Hiermee kan het bevoegd gezag juist voor concrete gevallen afwijken van algemene regels. Deze geldt voor één activiteit die door een specifiek persoon of bedrijf wordt uitgevoerd.
Handhaving moet opletten
Zodra waterschappen of gemeenten eigen regels hebben opgesteld, vervallen de rijksregels uit de bruidsschat voor die lokale situatie. Bij het controleren van de regels moet een handhaver dan ook goed op de volgende zaken letten:
- Gelden de regels van het omgevingsplan of de regels van de bruidsschat omgevingsplan?
- Gelden de regels van de waterschapsverordening of de regels van de bruidsschat waterschapsverordening, gecombineerd met de geldende waterschapsverordening?
Overigens kunnen de provincies ook aanvullende regels stellen over lozingen in de bodem of het oppervlaktewater. Bijvoorbeeld in grondwaterbeschermingsgebieden.
Geconsolideerde tekst bruidsschat
Op de pagina Alles over de bruidsschat vindt u de tekst en de toelichting van de bruidsschat waterschapsverordening en bruidsschat omgevingsplan.
Oppervlaktewater
Water in een oppervlaktewaterlichaam.
Een oppervlaktewaterlichaam is volgens de definitie in de bijlage bij de Omgevingswet het 'samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, en de bijbehorende bodem en oevers, alsmede flora en fauna'.
Beoordelingsregel
Een beoordelingsregel is een inhoudelijke regel waaraan het bevoegd gezag een aanvraag voor een omgevingsvergunning toetst.
Lees meer over de beoordelingsregel onder de Omgevingswet.
Maatwerkvoorschrift
Maatwerkvoorschrift als bedoeld in artikel 4.5, Omgevingswet. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
Artikel 4.5, Omgevingswet bepaalt dat het bevoegd gezag met een maatwerkvoorschrift een algemene regel voor een activiteit in een concrete situatie specifiek kan maken.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.