Uitleg van de algemene systematiek van lozen in decentrale regels en voorschriften
Decentrale regels voor lozingen staan in het omgevingsplan van de gemeente, de waterschapsverordening van het waterschap en in de omgevingsverordening van de provincie. In het omgevingsplan en in de waterschapsverordening staat ook de bruidsschat. Decentrale overheden kunnen ook maatwerkvoorschriften en vergunningvoorschriften stellen over lozingen.
Omgevingsplan
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet heeft elke gemeente een omgevingsplan van rechtswege gekregen. Daar staat ook de bruidsschat in met onder andere lozingsregels en een eventuele hemelwaterverordening als de gemeente die had. De gemeente kan de bruidsschatregels aanpassen zodat deze beter aansluiten bij de lokale omstandigheden. Ook kan de gemeente maatwerkregels voor lozingen opnemen in het omgevingsplan als die mogelijkheid is gegeven in het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal) of in de provinciale omgevingsverordening.
De regels voor lozingen in het omgevingsplan gaan over lozen op de bodem en over lozen in de riolering. De Omgevingswet noemt dit milieubelastende activiteiten.
Bruidsschatregels in omgevingsplan
In de bruidsschat van de gemeente staan allerlei regels over lozingen die voorheen door het Rijk werden geregeld. Deze gaan over verschillende onderwerpen, zoals het lozen van huishoudelijk afvalwater, lozen van hemelwater, agrarische lozingen en andere bedrijfsmatige lozingen. Sommige bruidsschatregels gaan over bedrijven die onder het Bal vallen, maar er zijn ook regels voor bedrijven die niet onder het Bal vallen. En sommige regels gelden ook voor particulieren. De beschrijving van de lozingsroutes uit de bruidsschat voor milieubelastende activiteiten is vergelijkbaar met de algemene systematiek van lozen in het Bal.
De bruidsschatregels gelden totdat de gemeente zelf lozingsregels heeft opgesteld die beter passen bij de lokale situatie. Het is de bedoeling dat de gemeente dit doet voor het einde van de overgangsfase voor het omgevingsplan. Als de gemeente de bruidsschatregels aanpast, komen deze in het nieuwe gedeelte van het omgevingsplan te staan. Bij deze omzetting moet de gemeente wel rekening houden met de taken en bevoegdheden van het waterschap vanwege de samenhang van de instrumenten.
De bruidsschat bevat een specifieke zorgplicht voor milieubelastende activiteiten. Die is vrijwel gelijk aan de specifieke zorgplicht uit artikel 2.11 van het Bal. De specifieke zorgplicht geldt voor alle milieubelastende activiteiten die de bruidsschat regelt, en waarvoor niet al een specifieke zorgplicht is gesteld in het Bal. Ook als er algemene regels in het omgevingsplan staan voor die activiteit. En ook als er vergunningvoorschriften gelden voor die activiteit.
Meer informatie staat op de pagina Specifieke zorgplicht milieubelastende activiteit.
Maatwerkregels in omgevingsplan op basis van het Bal
Op basis van artikel 2.12 van het Bal kan de gemeente in veel gevallen met maatwerkregels afwijken van de regels die in het Bal zijn opgenomen over lozingen of deze regels aanvullen. Als het stellen van maatwerkregels op basis van het Bal mogelijk is, dan neemt de gemeente deze maatwerkregels op in het omgevingsplan. Maatwerkregels zijn generieke regels die bijvoorbeeld gelden voor een heel gebied of voor een groep bedrijven. Zo kan de gemeente bijvoorbeeld maatwerkregels stellen over het lozen van melkspoelwater. In artikel 4.815, lid 1, van het Bal is geregeld dat melkspoelwater op landbouwgrond kan worden verspreid of kan worden geloosd op het vuilwaterriool. In sommige gebieden is het misschien niet wenselijk dat het relatief schone melkspoelwater wordt geloosd op het vuilwaterriool. De gemeente kan dan met een maatwerkregel in het omgevingsplan regelen dat dit melkspoelwater alleen gelijkmatig mag worden verspreid over landbouwgronden.
De maatwerkregels in het omgevingsplan op basis van het Bal gaan dus altijd over lozingen die afkomstig zijn van een milieubelastende activiteit die is aangewezen in hoofdstuk 3 van het Bal.
In een aantal gevallen zijn maatwerkregels niet mogelijk, dat staat in de afdelingen 2.5 en 2.7 van het Bal. Dit betekent onder andere dat de mogelijkheid om maatwerkregels te stellen soms is ingeperkt bij een specifieke activiteit. Als dat zo is, dan staat dat bij die specifieke activiteit genoemd in het Bal. Zo staat er bijvoorbeeld in artikel 4.31 dat een aantal regels over grote stookinstallaties (paragraaf 4.3) niet met maatwerkregels (of maatwerkvoorschriften) mag worden versoepeld. In artikel 4.62a staat dat een grote stookinstallatie en de terreinen die daarbij horen zodanig worden geëxploiteerd dat het vrijkomen van verontreinigende stoffen van rookgasreiniging op of in de bodem, het oppervlaktewater of het grondwater wordt voorkomen. Op basis van artikel 4.31 Bal mag de gemeente deze regel dus niet versoepelen met maatwerkregels in het omgevingsplan.
Maatwerkregels in omgevingsplan op basis van de provinciale omgevingsverordening
In de omgevingsverordening kan de provincie opnemen dat de gemeente over bepaalde onderwerpen maatwerkregels mag stellen. Dit kan gaan om maatwerkregels waarbij de gemeente afwijkt van de provinciale regels of waarbij zij de provinciale regels aanvult. Een en ander is alleen mogelijk als de provincie dat expliciet heeft bepaald in de omgevingsverordening.
Vergunningplicht en beoordelingsregels in omgevingsplan
De gemeente kan vergunningplichten opnemen in het omgevingsplan. Dit kan voor lozingen op de bodem en in het schoonwaterriool, maar in sommige gevallen ook voor lozingen op het vuilwaterriool. Dit laatste bijvoorbeeld voor een bedrijventerrein met een krap gedimensioneerd vuilwaterstelsel. Met een vergunningplicht kunt u dan sturen op de hoeveelheid afvalwater die wordt geloosd bij alle bedrijven, dus ongeacht het type.
In het omgevingsplan staan ook de vereisten voor het indienen van de vergunningaanvraag.
Het omgevingsplan inzien
U kunt de regels van het omgevingsplan van de gemeente vinden in het onderdeel Regels op de kaart (verwijst naar een andere website) van het Omgevingsloket. U vindt daar ook een instructie over het gebruik van Regels op de kaart.
Waterschapsverordening
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet heeft ieder waterschap een waterschapsverordening van rechtswege, inclusief de bruidsschat met onder andere lozingsregels. Het waterschap kan de bruidsschatregels aanpassen zodat deze beter aansluiten bij de lokale omstandigheden. Ook kan het waterschap maatwerkregels voor lozingen opnemen in de waterschapsverordening als die mogelijkheid is gegeven in het Bal of in de provinciale omgevingsverordening.
De regels voor lozingen in de waterschapsverordening gaan over lozen op een oppervlaktewaterlichaam of op een zuiveringtechnisch werk, dat in beheer is bij het waterschap. De Omgevingswet noemt dit een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam en een lozingsactiviteit op een zuiveringtechnisch werk.
Bruidsschatregels in waterschapsverordening
In de bruidsschat staan allerlei regels over lozingen die voorheen door het Rijk werden geregeld. Deze gaan over verschillende onderwerpen, zoals lozen van huishoudelijk afvalwater, lozen van koelwater, lozen bij baggerwerkzaamheden, agrarische lozingen et cetera. Sommige bruidsschatregels gaan over bedrijven die onder het Bal vallen, maar er zijn ook regels voor bedrijven die niet onder het Bal vallen. En sommige regels gelden ook voor particulieren. De beschrijving van de lozingsroutes uit de bruidsschat voor lozingsactiviteiten is vergelijkbaar met de algemene systematiek van lozen in het Bal.
Het waterschap kan de bruidsschatregels aanpassen naar regels die beter passen bij de lokale situatie. De bruidsschatregels van het waterschap staan van rechtswege al gelijk in het nieuwe gedeelte van de waterschapsverordening. Deze regels blijven gelden tot het waterschap deze regels wijzigt in het kader van reguliere wijzigingen. Er geldt geen overgangstermijn zoals bij het omgevingsplan.
Door de komst van de bruidsschat staat er in de waterschapsverordening een specifieke zorgplicht voor lozingsactiviteiten op een oppervlaktewaterlichaam of een zuiveringtechnisch werk. De formulering van deze specifieke zorgplicht is vrijwel hetzelfde als die van artikel 2.11 in het Bal. De specifieke zorgplicht geldt altijd, dus naast andere inhoudelijke regels over lozingsactiviteiten in de waterschapsverordening. En ook naast een eventuele omgevingsvergunning voor de lozingsactiviteit.
Maatwerkregels in waterschapsverordening op basis van het Bal
Net als de gemeente kan ook het waterschap op basis van artikel 2.12 van het Bal in veel gevallen met maatwerkregels afwijken van de regels die in het Bal zijn opgenomen over lozingen of deze aanvullen. Als het stellen van maatwerkregels op basis van het Bal mogelijk is, dan neemt het waterschap deze maatwerkregels op in de waterschapsverordening. Ook deze maatwerkregels zijn generiek en gelden bijvoorbeeld voor een heel gebied of voor een groep bedrijven. Zo staan in de bruidsschat waterschapsverordening in aanvulling op artikel 4.1058 Bal bijvoorbeeld al maatwerkregels over het opslaan van goederen die bij contact met water kunnen uitlogen (artikel 2.32, bruidsschat waterschapsverordening).
De maatwerkregels in de waterschapsverordening op basis van het Bal gaan dus altijd over lozingen die afkomstig zijn van een milieubelastende activiteit die is aangewezen in hoofdstuk 3 van het Bal.
In een aantal gevallen zijn maatwerkregels niet mogelijk. Dat staat in de afdelingen 2.5 en 2.7 van het Bal. Dit betekent onder andere dat de mogelijkheid om maatwerkregels te stellen soms is ingeperkt bij een specifieke activiteit. Als dat zo is, dan staat dat bij die specifieke activiteit genoemd in het Bal. Zo staat bijvoorbeeld in artikel 4.106 Bal dat de regels over een titaandioxide-installatie (paragraaf 4.5) niet met een maatwerkregel (of maatwerkvoorschrift) mogen worden versoepeld. In artikel 4.108 Bal staan emissiegrenswaarden bij lozen op een oppervlaktewaterlichaam. Op basis van artikel 4.106 Bal mag het waterschap deze emissiegrenswaarden dus niet versoepelen met maatwerkregels in de waterschapsverordening.
Vergunningplicht en beoordelingsregels in waterschapsverordening
Het waterschap kan vergunningplichten in de waterschapsverordening opnemen. Zoals een vergunningplicht voor het lozen van grote hoeveelheden afvalwater op een oppervlaktewaterlichaam. Daarbij moet het waterschap ook de beoordelingsregels voor de vergunning opnemen. Artikel 6.2 van het Besluit kwaliteit leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bkl) bepaalt welke beoordelingsregels het waterschap in ieder geval moet opnemen in de waterschapsverordening. Bijvoorbeeld om te voldoen aan de Kaderrichtlijn Water.
In de waterschapsverordening staan ook de vereisten voor het indienen van de vergunningaanvraag.
De waterschapsverordening inzien
U kunt de regels van de waterschapsverordening vinden in het onderdeel Regels op de kaart (verwijst naar een andere website) van het Omgevingsloket. U vindt daar ook een instructie over het gebruik van Regels op de kaart.
Omgevingsverordening
Als er provinciale belangen spelen bij lozingen, kunnen er regels staan in de omgevingsverordening. Bijvoorbeeld voor de bescherming van grondwater voor de drinkwaterwinning.
De omgevingsverordening inzien
U kunt de regels van de omgevingsverordening van de provincie vinden in het onderdeel Regels op de kaart (verwijst naar een andere website) van het Omgevingsloket. U vindt daar ook een instructie over het gebruik van Regels op de kaart.
Maatwerkvoorschriften voor lozingen
Een maatwerkvoorschrift is gericht op een concreet individueel geval. Dit is een apart besluit gericht tot 1 lozer. Maatwerkvoorschriften worden dus niet opgenomen in het omgevingsplan, de waterschapsverordening of de omgevingsverordening. Het bevoegd gezag kan maatwerkvoorschriften stellen op basis van het Bal en op basis van de eigen decentrale regelgeving.
Maatwerkvoorschriften op basis van het Bal
Op basis van artikel 2.13 van het Bal kan het bevoegd gezag in veel gevallen met een maatwerkvoorschrift afwijken van de algemene regels die in het Bal zijn opgenomen voor lozingen. Zo kan bijvoorbeeld voor het lozen van koelwater een maatwerkvoorschrift worden gesteld voor een andere lozingsroute dan in het Bal is opgenomen. Als zo'n maatwerkvoorschrift is gesteld, ontstaat er voor de initiatiefnemer een keuze. Deze kan kiezen om te lozen via de voorgeschreven route in het Bal of via de alternatieve lozingsroute. In het maatwerkvoorschrift staan de eisen die aan de lozing worden gesteld, bijvoorbeeld in de vorm van emissiegrenswaarden voor de lozing. Als emissiegrenswaarden worden gesteld, bepaalt het bevoegd gezag in het maatwerkvoorschrift ook de meetmethoden voor het bemonsteren van het afvalwater.
Een maatwerkvoorschrift wordt dus, anders dan maatwerkregels, niet opgenomen in het omgevingsplan van de gemeente of in de waterschapsverordening van het waterschap.
Een maatwerkvoorschrift is niet mogelijk als over dat onderwerp een voorschrift aan een omgevingsvergunning als bedoeld in hoofdstuk 3 van het Bal kan worden verbonden. Dat staat in artikel 2.13, lid 4, van het Bal.
Maatwerkvoorschriften op basis van decentrale regelgeving
Het stellen van maatwerkvoorschriften voor lozingen op basis van decentrale regelgeving is alleen mogelijk als dit door de gemeente, het waterschap of de provincie in hun eigen decentrale regelgeving is aangegeven. Dat staat in artikel 4.5, lid 1, van de Omgevingswet. De mogelijkheid om af te wijken van de eigen decentrale regelgeving met een maatwerkvoorschrift staat in lid 2 van artikel 4.5. Verder is het mogelijk om te bepalen dat een maatwerkvoorschrift niet kan worden gesteld als over het onderwerp een voorschrift aan een omgevingsvergunning kan worden verbonden. Dat staat in lid 3 van artikel 4.5. Het is ook mogelijk, als dat in de decentrale regelgeving is bepaald, om met een maatwerkvoorschrift af te wijken van maatwerkregels. Dit wordt ook wel stapelen van maatwerk genoemd.
Meer informatie staat op de pagina Maatwerkvoorschrift.
Vergunningvoorschriften voor lozingen
Een andere vorm van maatwerk zijn voorschriften die aan een vergunning kunnen worden verbonden. Veel bepalingen die van toepassing zijn op maatwerkvoorschriften, zijn ook van toepassing op vergunningvoorschriften. Dat staat in artikel 4.5 van de Omgevingswet.
Vergunningvoorschriften op basis van het Bal
Als er sprake is van een omgevingsvergunning op basis van hoofdstuk 3 Bal, kan het bevoegd gezag in veel gevallen met een vergunningvoorschrift afwijken van de regels die in het Bal zijn opgenomen voor een bepaalde lozing. Dit staat ook in artikel 2.13 Bal. Veel bepalingen voor maatwerkvoorschriften zijn ook van toepassing op vergunningvoorschriften. Maar bij vergunningvoorschriften staat het afwijken van de regels uit het Bal dus in de voorschriften die bij de vergunning horen. Dit kan zowel gaan om een vergunning voor een milieubelastende activiteit, als om een vergunning voor een lozingsactiviteit.
In de vergunningvoorschriften staan de eisen die aan de lozing worden gesteld, bijvoorbeeld in de vorm van emissiegrenswaarden voor de lozing. Als emissiegrenswaarden worden gesteld, bepaalt het bevoegd gezag in de vergunningvoorschriften ook de meetmethoden voor het bemonsteren van het afvalwater.
Vergunningvoorschriften op basis van decentrale regelgeving
Het stellen van vergunningvoorschriften op basis van decentrale regelgeving is alleen mogelijk als dit door de gemeente, het waterschap of de provincie in hun eigen decentrale regelgeving is aangegeven. Dat staat in artikel 4.5, lid 1, van de Omgevingswet. De mogelijkheid om af te wijken van de eigen decentrale regelgeving met een vergunningvoorschrift staat in het tweede lid van artikel 4.5 Omgevingswet.
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.