Handhaving slibvangput en olieafscheider
Waar moet u op letten bij het beheer en onderhoud van een bestaande slibvangput en olieafscheider? En waar let u als handhaver op bij het plaatsen van een nieuwe, of het aanpassen van een bestaande, slibvangput en olieafscheider (NEN-EN 858-1 en NEN-EN 858-2)? Deze pagina geeft uitleg.
Op deze pagina
- Herkennen van een olieafscheider
- Meerdere stromen op 1 olieafscheider
- Overgangsrecht en handhaving
- Gebruik van de zuiveringsvoorziening
- Eenmalige controle
- Herhaalde routinecontroles
- Controlevoorziening
- Meting en monstername
- Opbouw inspectie
- Houd ook rekening met
Herkennen van een olieafscheider
Op de deksel van de afscheiderput staat het woord 'afscheider'. Bij de ingang van het mangat van de afscheider zit een naamplaatje. Het naamplaatje zit het liefst aan de binnenkant. Op het naamplaatje staat de volgende informatie:
- EN 858
- klasse (I of II)
- volume van de afscheiderput, in l of m3
- volume van de slibvangput, in l of m3
- opvangcapaciteit voor de afgescheiden olie, in L of m3
- dikte van de maximale opvanghoeveelheid, in mm
- bouwjaar
- naam of logo van de fabrikant
- het logo van de certificeringsinstantie
- een CE-markering
Meerdere stromen op 1 olieafscheider
Meerdere oliehoudende afvalwaterstromen mogen op 1 slibvangput en olieafscheider uitkomen. Bijvoorbeeld omdat een bedrijf een deel van zijn activiteit verplaatst naar een andere plek op het terrein. Zo hoeft de ondernemer geen nieuwe olieafscheider te plaatsen. Hiervoor gelden wel voorwaarden. De afscheider:
- werkt doelmatig
- is voldoende gedimensioneerd
- het effluent (uitvloei afvalwater) voldoet aan de lozingseis
- is voor controle bereikbaar
- er komt alleen oliehoudend afvalwater in de olieafscheider
Is er twijfel over 1 of meer van deze aspecten, dan kan het bevoegd gezag hiertegen optreden. Bijvoorbeeld als een nieuwe activiteit van een bedrijf voor meer afvalwater zorgt dan de afscheider aankan. Of omdat na de aanpassingen nog een ander soort afvalwater ook via de slibvangput en olieafscheider naar het riool stroomt. Want dit mag echt niet.
Overgangsrecht en handhaving
Door eerder uitgevoerd toezicht en handhaving mag worden aangenomen dat installaties die onder het overgangsrecht vallen, al die tijd al goed hebben gewerkt. Voor de handhaving is het dus belangrijk om te weten of de bedrijfsvoering is veranderd.
Capaciteitsberekening
Met BRL 5251-certificaten voor betonnen olieafscheiders (Beoordelingsrichtlijn) kon het bedrijf aantonen dat het voldeed aan NEN 7089. Olieafscheiders die aan deze norm voldoen, zorgen voor voldoende bescherming van het milieu.
Bij berekening volgens de NEN-EN 858-2:2003 is een grotere afscheider nodig dan bij de oude NEN. Met de Capaciteitsberekening olieafscheider kunt u de capaciteit berekenen volgens de nieuwe NEN-EN 858-2:2003.
Geen onderhoudsvoorschriften in NEN 7089, dus zorgplicht
De NEN 7089 had officieel geen onderhoudsvoorschriften. In bijlage A van NEN 7089 stond wel een advies voor een onderhoudsfrequentie van eenmaal per 2 maanden. Maar die bijlage maakt officieel geen deel uit van de NEN.
Voor olieafscheiders van vóór 1 maart 1997 is er helemaal geen wettelijk onderhoudsregime. De onderhoudsaanbeveling van NEN 7089 heeft niet de status van het onderhoudsregime in NEN-EN 858-2:2003. Vanuit het Bal geldt daarom voor deze situaties de zorgplicht Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) en daarnaast geldt de CE-markering.
Gebruikshandleiding
Belangrijk is wel dat het ook in al deze gevallen gaat om een bouwproduct dat ooit wettelijk is voorgeschreven. En het gebruik ook nu nog wettelijk is toegestaan, op voorwaarde dat de capaciteit voldoet. En in dat geval kan een toezichthouder op het gebruik ervan handhaven.
Dit betekent dat de installatie en onderhoud moeten worden uitgevoerd volgens de bijgeleverde gebruikshandleiding die deel uitmaakt van de CE-markering. En hierop kan en mag het bevoegd gezag handhaven.
Gebruik van de zuiveringsvoorziening
Een slibvangput en olieafscheider heeft altijd aandacht nodig. Van het moment van aanleg tot het moment van buiten gebruik stellen. Eigenaar, gebruiker en handhaver moeten hierbij rekening houden met een aantal controle- en aandachtspunten.
Eenmalige controle
Bij het plaatsen van een nieuwe of het aanpassen van een bestaande slibvangput en olieafscheider, zijn dit de controlepunten:
- Klopt de capaciteit van de slibvangput en olieafscheider?
- Is de afscheider goed geplaatst? Klopt de aansluiting van aan- en afvoerleidingen?
- Komt er alleen afvalwater van deze activiteit door de afscheider, dus geen afvalwater van sanitair of regenwater?
Tijdens (ver)bouwfase
De lozingssituatie moet bij de bouw in de rioleringstekening staan. Bij verbouw moet de dimensionering herberekend worden om de tekening te kunnen aanpassen.
Herhaalde controles: goed beheer van de installatie
Bij een slibvangput en olieafscheider is het belangrijk om de afvalstoffen regelmatig te verwijderen. En om die op de juiste manier af te geven aan een erkende inzamelaar die staat op de VIHB-lijst. Zijn afgiftebonnen beschikbaar? Controleer dan vooraf de afgiftekarakteristiek in het Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA).
- In de NEN-EN-858 staat dat de slibvangput en olieafscheider eens per 6 maanden gecontroleerd moet worden. Het gaat daarbij om een visuele en fysieke controle van de oliescheider. Afhankelijk van de resultaten moet het legen van de slibvangput en olieafscheider vaker of juist minder vaak. Dit bepaalt het bevoegd gezag met maatwerk.
- Visueel: lijkt de afscheider beschadigd of aangetast? Werkt de vlotter?
- Fysiek: meting sliblaag en olielaag. Volgens de NEN mag de slibopvangruimte voor maximaal 50% gevuld zijn. De olieopslagruimte mag voor maximaal 80% gevuld zijn. Dit betekent een olielaagdikte van ongeveer 16 cm. Iets wat per type afscheider kan verschillen, maar wat duidelijk in de productbeschrijving van de slibvangput en olieafscheider staat. Bij een te dikke olielaag is het onderhoud van de afscheider niet goed genoeg.
Aandachtspunten herhaalde routinecontroles
Bij punt 1 gaat het om administratief toezicht op de afvaldocumenten, instructie van personeel en borging daarvan in de organisatie. Bij punten 2 en 3 is sprake van fysiek toezicht.
Gecertificeerde bedrijven laten een uitvoerig onderhoudsdocument achter. Hierin staat ook belangrijke informatie voor de inspectie (zoals mankementen aan de afscheider). Het is niet verplicht om het onderhoud door een Kiwa-gecertificeerd bedrijf te laten uitvoeren.
Controlevoorziening
Het afvalwater dat door een slibvangput en olieafscheider stroomt, moet vóór vermenging met een andere afvalwaterstroom door een controlevoorziening stromen. Deze controlevoorziening moet goed toegankelijk zijn. En de ondernemer moet de monstername mogelijk maken.
Het nemen van monsters en het analyseren van het afvalwater is nadrukkelijk een taak voor het bevoegd gezag. Vermoedt het bevoegd gezag dat de lozing niet voldoet aan de normen? Dan zal het bevoegd gezag dit moeten aantonen.
Meting en monstername
In de NEN 6600-1 staat hoe het afvalwater bemonsterd en bewaard moet worden. Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) verwijst voor de voorwaarden van monsterneming naar deze NEN. Meestal betekent dit dat een bemonsteringsvoorziening nodig is om een goed monster te kunnen nemen. En er is praktijkkennis nodig voor het nemen van een monster. Een diploma is niet nodig.
In de praktijk is monstername niet vaak nodig. Administratieve controles en meting van de laagdiktes is vaak effectiever. Meting van de dikte van de laag olie kan bijvoorbeeld met een peilstok of olielaagmeter.
Geen goede monstername mogelijk
Lukt het niet om een goed monster te nemen van de installatie van een ondernemer? Neemt het bevoegd gezag tijdens een controle toch een monster? En is de concentratie minerale olie in het afvalwater hoger dan de concentratiegrenswaarde? Dan kan het bevoegd gezag het bedrijf alleen aanschrijven op de controlevoorziening. Na aanpassingen zal het bevoegd gezag opnieuw een monster moeten nemen om de concentratie juist te kunnen vaststellen.
Opbouw inspectie
- Dossieronderzoek: zijn gegevens van de slibvangput en olieafscheider bekend?
- Is er voor deze locatie ook sprake van overgangsrecht? Voldoet de voorziening nog? Geldt de zorgplicht voor het onderhoud?
- Wat zijn de resultaten en afspraken uit eerdere controle(s)?
- Een slibvangput en olieafscheider is een wettelijk voorgeschreven bouwproduct. Is er een CE-markering? Komen de gegevens overeen met de aangetroffen situatie?
- Administratieve controle:
- afgiftebonnen LMA
- vraag naar borging onderhoud binnen bedrijf (wie regelt dit, is er een onderhoudscontract?)
- gegevens afscheider: capaciteit, leeftijd
- Nieuwe afscheider: eenmalige controle
- Bestaande afscheider: gebruikelijke inspectie
- Fysieke controle:
- Check laagdikte olie (maximaal 16 cm) en vulling slibopvangruimte (maximaal 50%). Deze richtlijnen gaan over de eisen waaraan het product moet voldoen op basis van het ontwerp door de fabrikant (zie EC-verklaring). Dit kan invloed hebben op het goed functioneren van de afscheider. Boven deze waarden kan de afscheider het afvalwater niet goed scheiden.
- Eventueel monstername bij controlevoorziening
Houd ook rekening met
Naast de informatie over handhaving slibvangput en olieafscheider moet u ook rekening houden met:
Zorgplicht
De zorgplicht in de Omgevingswet geldt voor overheden, bedrijven en burgers. De wet kent een algemene zorgplicht, een algemeen verbod en een specifieke zorgplicht.
De algemene zorgplicht houdt in dat zowel overheden, bedrijven als burgers verantwoordelijk zijn voor een veilige en gezonde fysieke leefomgeving.
Het algemeen verbod houdt in dat het verboden is een activiteit te verrichten of na te laten als daardoor aanzienlijke nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving (dreigen te) ontstaan.
Een specifieke zorgplicht is toegespitst op specifieke activiteiten voor concreet genoemde belangen. Zoals het regelmatig legen van een lekbak.
Lees meer over het begrip zorgplicht in de Omgevingswet.