Op deze pagina
Minerale olie
Minerale olie is een stof die niet in het afvalwater hoort. In het Bal staan daarom regels voor situaties waarbij minerale olie in afvalwater terecht kan komen. Bijvoorbeeld bij het tanken en wassen van personenauto's en vrachtwagens. Maar ook bij werkplaatsen voor motorvoertuigen of bij een tankstation.
Olie en water scheiden
De makkelijkste manier om olie en water te scheiden is met een olieafscheider. De grootte van een olieafscheider hangt af van de hoeveelheden olie en water.
Besluit activiteiten leefomgeving
Een directe lozing van oliehoudend afvalwater in oppervlaktewater of bodem is niet de bedoeling. Olie mag namelijk niet direct in het milieu terechtkomen.
Het Bal regelt alleen lozingen met oliehoudend afvalwater op het vuilwaterriool. Andere lozingsroutes zijn verboden. Behalve lozing van afvalwater van een sanering. Dat mag wel.
Eisen oliehoudend afvalwater per paragraaf/activiteit
- 4.18 Mechanisch en thermisch bewerken van metalen
- 4.20 Mechanisch bewerken van diverse materialen
- 4.21 Reinigen, lijmen en coaten van diverse materialen
- 4.22 Onderhouden en repareren van verbrandingsmotoren, gemotoriseerde voertuigen, vaartuigen of werktuigen
- 4.39 Kleinschalig tanken
- 4.40 Grootschalig tanken
- 4.43 Grootschalig tanken van brandstoffen aan vaartuigen
- 4.44 Wasstraat of wasplaats
- 4.47 Autodemontage en tweewielerdemontage
- 4.58 Jachthaven
- 4.94 Opslaan van diesel, oxiderende, bijtende of aquatoxische vloeistoffen of oliën, vetten of pekel in bovengrondse opslagtanks
- 4.95 Opslaan van diesel, oxiderende, bijtende of aquatoxische vloeistoffen of oliën, vetten of pekel in een tankcontainer of verpakking die als opslagtank wordt gebruikt
- 4.97 Opslaan van diesel, oxiderende, bijtende of aquatoxische vloeistoffen of oliën, vetten of pekel in ondergrondse opslagtanks
- 4.104 Opslaan van goederen
- 4.109 Werkzaamheden met verplaatsbaar mijnbouwwerk
- 22.3.8.1 Lozen van grondwater bij sanering of ontwatering
- 22.3.14 Wassen van motorvoertuigen
Decentrale regels
In hoofdstuk 7 van het Invoeringsbesluit Omgevingswet staan de regels voor milieubelastende activiteiten die niet onder het Besluit activiteiten leefomgeving vallen (de bruidsschat). Hierin staat hoe u moet omgaan met oliehoudend afvalwater bij die activiteiten.
Totdat de gemeente in het omgevingsplan zelf lozingsregels heeft opgesteld, geldt het tijdelijk deel van het omgevingsplan: de bruidsschat.
Bij inwerkingtreding van de Omgevingswet gelden ook de regels die van rechtswege zijn toegevoegd aan de waterschapsverordening: de bruidsschat van de waterschapsverordening. Deze regels komen van rechtswege te staan in het nieuwe gedeelte van de waterschapsverordening. Deze regels blijven gelden tot het waterschap deze regels wijzigt.
Bruidsschat aanpassen
Na inwerkingtreding van de Omgevingswet kunnen gemeenten en waterschappen de bruidsschatregels omzetten naar regels die passen bij de lokale situatie. Bij deze omzetting moeten gemeente én waterschap wel rekening houden met de taken en bevoegdheden van het andere bestuursorgaan. Men moet met elkaar rekening houden vanwege de samenhang van de instrumenten.
Bodemsanering, grondwatersanering en proefbronnering
Voor oliehoudend afvalwater gelden andere regels als het gaat om een bodemsanering, grondwatersanering of proefbronnering. Dan mag een lozing in de bodem en op het oppervlaktewater namelijk wel. Maar alleen als de waarden niet boven een maximum komen. De grenswaarde voor minerale olie in afvalwater is 500 microgram per liter (0,5 mg/l).
Deze waarden zijn niet haalbaar met een normale olieafscheider. Hiervoor zijn andere technieken nodig.
Andere lozingsroutes dan vuilwaterriool
De gemeente moet toestemming geven voor het lozen van oliehoudend afvalwater op de bodem of in een schoonwaterriool. Voor een lozing in oppervlaktewater is toestemming van de waterbeheerder nodig. Uitgezonderd hiervan zijn de lozing vanaf een bodemsanering, grondwatersanering of proefbronnering.
Olieafscheider
Een olieafscheider moet voldoen aan de NEN-EN 858. Voluit de NEN-EN 858-1:2002 of NEN-EN 858-1:2002/A1:2004 en NEN-EN 858-2:2003. Een slibvangput en olieafscheider is een wettelijk voorgeschreven bouwproduct. Daarom moeten deze een CE-markering hebben.
Grenswaarden
Voldoet een olieafscheider aan de NEN-EN 858? Dan haalt hij de grenswaarde (standaardlozingseis) van 200 mg/l olie. De norm van 200 mg/l geldt voor elk steekmonster. Dit betekent dat de gemiddelde olieconcentratie veel lager moet zijn.
Een goed gedimensioneerde en goed onderhouden combinatie van slibvangput en olieafscheider haalt deze norm. Daarom is gedrag (good housekeeping) ook zo belangrijk. Zo mag het gebruik van reinigingsmiddelen en hogedrukreiniger geen negatief effect hebben op de olieafscheider.
Geen olieafscheider nodig
Als de grenswaarde maximaal 20 mg/l is, is geen olieafscheider nodig. Dit kan als:
- Er geen of nauwelijks olie wordt gebruikt in het proces.
- Er zo zorgvuldig wordt gewerkt dat er geen olie in het afvalwater komt.
Strengere eisen, maatwerk
Blijkt uit een BBT-toets Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) dat scherpere normen nodig zijn? Dan zijn nog betere technieken nodig. Bijvoorbeeld een coalescentie-afscheider. Coalescentiescheiders worden gecombineerd met gewone olieafscheiders. De olieafscheider vangt dan het grootste deel van de olie op.
Coalescentiescheider
In een coalescentiescheider zitten meerdere platen, gaasfilters of pakkingsmateriaal. Allemaal contactpunten waar oliehoudend water langsstroomt. Al langsstromend botsen kleine druppels tegen dit oppervlak. En daardoor tegen elkaar. Om zo samen te vloeien tot grotere druppels. Grotere druppels zijn beter en sneller van water te scheiden dan kleine druppels. Het rendement is daarom beter dan van een normale oliescheider. Een coalescentiescheider kost wel meer dan een normale olieafscheider.
Meerdere stromen op 1 olieafscheider
Meerdere oliehoudende afvalwaterstromen mogen op 1 afscheider uitkomen. Bijvoorbeeld omdat een bedrijf een deel van zijn activiteit verplaatst naar een andere plek op het terrein. Zo hoeft de ondernemer geen nieuwe oliescheider te plaatsen. Hiervoor gelden wel voorwaarden. De afscheider:
- werkt doelmatig
- is voldoende gedimensioneerd
- het effluent (uitvloei afvalwater) voldoet aan de lozingseis
- voor controle bereikbaar
Is er twijfel over 1 of meer van deze aspecten, dan kan het bevoegd gezag hiertegen optreden. Bijvoorbeeld als een nieuwe activiteit van een bedrijf voor meer afvalwater zorgt dan de afscheider aan kan.
Andere stromen
Een oliehoudende afvalwaterstroom én ander afvalwater mogen niet over dezelfde olieafscheider stromen.
Afvalwater dat al door de olieafscheider is, mag geloosd worden in een vuilwaterriool. In het Bal staan genoeg maatregelen om het milieu te beschermen.
Afvoer van de inhoud van olieafscheider
De inhoud van een olieafscheider is gevaarlijk afval (EURAL 13.05). Dit geldt ook voor de inhoud van de slibvangput die erbij hoort. Dit afval valt onder titel 10.6 Wet milieubeheer (Wm):
Dit geldt mogelijk ook voor andere afvalstoffen in deze afvalwaterstroom. Zie ook EURAL 16.10.
De ondernemer mag de olieafscheider wel zelf leeg halen. Maar het is beter om dit door een inzamelaar te laten doen. De ondernemer moet namelijk altijd kunnen aantonen wat er met het gevaarlijk afval gebeurt. Bijvoorbeeld met een onderhoudscontract met een erkende inzamelaar.
Overgangsrecht
Gaat het om een slibvangput en olieafscheider van vóór 2 november 2010? Die hoeven niet te voldoen aan de NEN-EN 858-1 en 2. Op 2 november 2010 is de NEN 7089 ingetrokken, waardoor er niet naar verwezen kan worden. Olieafscheiders die aan deze norm voldoen, zorgen voor voldoende bescherming van het milieu. Van belang is wel dat de olieafscheider voldoende gedimensioneerd is. Daarom is de voorwaarde opgenomen dat ze zijn afgestemd op de hoeveelheid water.
Ingetrokken NEN 7089
De NEN 7089 gold voor lozingssituaties die nu onder het Bal vallen. Met BRL 5251-certificaten voor betonnen olieafscheiders (Beoordelingsrichtlijn) kon het bedrijf aantonen dat het voldeed aan NEN 7089. Dit is belangrijk om rekening mee te houden bij handhaving. Dit geldt ook voor andere type olieafscheiders met voldoende capaciteit.
Andere capaciteitsberekening
Belangrijk verschil is de capaciteitsberekening. Bij berekening volgens de NEN-EN 858-2:2003 is een grotere afscheider nodig dan bij de oude NEN. In de berekeningstabel kunt u de capaciteit berekenen volgens de nieuwe NEN-EN 858-2:2003.
Geen onderhoudsvoorschriften
De NEN 7089 had officieel geen onderhoudsvoorschriften. In bijlage A van NEN 7089 stond wel een advies voor een onderhoudsfrequentie van eenmaal per 2 maanden. Maar die bijlage maakt geen deel uit van de NEN. Voor olieafscheiders van vóór 1 maart 1997 is er helemaal geen onderhoudsregime. De onderhoudsaanbeveling van NEN 7089 heeft niet de status van het onderhoudsregime in NEN-EN 858-2:2003.
Voor deze situaties geldt de zorgplicht Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).