Handhaving vetscheiders (vetafscheiders)
Een nieuwe vetafscheider moet voldoen aan de NEN-EN 1825-1 en -2. Een oude vetafscheider (van voor 2004) hoeft niet aan deze norm te voldoen, maar moet wel zijn afgestemd op de hoeveelheid afvalwater die wordt geloosd.
Op deze pagina
- Zonder afscheider vet in afvalwater voorkomen
- Onderhoud
- Controlevoorziening
- Geuroverlast door het afvalwater
- Opbouw inspectie
Voor een vetafscheider en slibvangput kan maatwerk worden opgesteld. Ook is er in het Besluit activiteiten leefomgeving Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (Bal, artikel 4.407) overgangsrecht opgenomen.
Zonder afscheider vet in afvalwater voorkomen
Als het professioneel bereiden van voedsel op relatief kleinschalige wijze plaats vind, is het mogelijk om helemaal geen vethoudend water te lozen. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij een aantal horeca zaken. Dit kan door bewust gedrag verder beïnvloed worden. De samenstelling van het afvalwater is dan waarschijnlijk hetzelfde als het afvalwater van een huishouden. Daar is ook geen vetscheider nodig.
Het bevoegd gezag kan dan met een maatwerkvoorschrift Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) afwijken van de verplichting om via een vetafscheider te lozen. Dit kan op basis van paragraaf 22.3.15 van de bruidsschat Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) voor het omgevingsplan, in combinatie met artikel 22.45 van die bruidsschat.
Voorbeelden van preventiemaatregelen
- Maaltijdrestanten eerst zoveel mogelijk droog verwijderen. Pas daarna het servies afwassen.
- Zorgvuldiger omgaan met reinigingsmiddelen. Overdosering hiervan zorgt voor emulgeren (vermenging) van het vet met het afvalwater. De kans bestaat dat dit vet verderop in het riool stolt en tot verstopping leidt.
- Geen versnijdende apparatuur toepassen (gootsteen of voedselrestvermaler). Dat verbod staat in artikel 22.147 van de bruidsschat.
Onderhoud
In NEN-EN 1825-1 en -2 staat dat de afscheider minstens 1 keer per maand moet worden:
- geïnspecteerd
- geleegd
- schoongemaakt
Een bedrijf mag zelf het onderhoud uitvoeren. De inhoud van de slibvangput en vetafscheider mag het bedrijf met het bedrijfsafval afvoeren (via een erkende inzamelaar). Bij het legen van de vetafscheider vindt ook controle plaats op technische gebreken. Die gebreken moet het bedrijf zo snel mogelijk aanpakken.
Grenzen voor onderhoud
- De vulling van de slibopvangruimte mag maximaal 50% zijn.
- De vulling van de vetopslagruimte (tussen de schotten) mag maximaal 80% zijn.
De fabrikanten bepalen deze grenzen per type vetafscheider. Het overschrijden van de NEN-grenzen of de onderhoudsfrequenties uit de gebruiksvoorschriften, geeft aan dat er geen goed onderhoud is.
Het bevoegd gezag kan deze 'leeg haal eis' overigens aanscherpen of versoepelen. Dit om de goede werking van de afscheider te waarborgen. Deze mogelijkheid staat in artikel 3.131, lid 4.
Bij handhaving van vetafscheiders, meet het bevoegd gezag de dikte van de vetlaag. De 80% vulling van de vetopslagruimte betekent een vetlaagdikte van ongeveer 16 cm.
Controlevoorziening
Of een afscheider goed werkt, valt niet af te leiden uit het effluent (uitvloei afvalwater) van een afscheider. De vetconcentratie daarin wisselt namelijk sterk. En is afhankelijk van het soort werkzaamheden. Vetgehaltes in 2 direct na elkaar genomen monsters kunnen daardoor sterk van elkaar verschillen. Zelfs als de vetafscheider of slibvangput:
- goed gedimensioneerd is
- net schoongemaakt is
Een monster geeft daarom geen juist beeld. En kost teveel inspanning vergeleken met het resultaat. Daarom bestaat er ook geen eis voor het vetgehalte in het effluent. Hiermee vervalt de noodzaak van een controlevoorziening.
Let op: een controlevoorziening is wel nodig als er andere emissiegrenswaarden zijn. Deze moeten namelijk ook kunnen worden bemonsterd.
Eerste controle
Bij het plaatsen van een nieuwe of het aanpassen van een bestaande vetafscheider, zijn dit de controlepunten:
- Klopt de dimensionering van de afscheider? In een rapport moet staan waarom de vetafscheider geschikt is voor deze situatie.
- Is de afscheider goed geplaatst? Klopt de aansluiting van aan- en afvoerleidingen?
- Komt er alleen afvalwater van deze activiteit door de afscheider, dus geen afvalwater van sanitair of regenwater?
- Een vetafscheider is een wettelijk voorgeschreven bouwproduct. Is er bij de nieuwe vetafscheiders een CE-markering?
- Wordt de vetafscheider regelmatig geleegd? Volgens NEN-EN 1825-1 en -2 moet dit minstens 1 keer per maand. Op voorwaarde dat de werking goed blijft, mag dit minder vaak.
Tijdens bouwfase
Punten 1 tot en met 4 zijn belangrijk in de (ver)bouwfase. De lozingssituatie moet daarom in de rioleringstekening staan. Bouwinspectie kan met een wachtmoment (bouwinspectieterm). Daarna kan de aannemer verder bouwen. Hierdoor is zeker dat de installatie in orde is bij oplevering.
De vetafscheider moet voldoen aan den NEN-EN 1825-1 en een CE-markering hebben. Ook moet er een prestatieverklaring zijn.
Administratief toezicht
Bij punten 1, 2, 4 en 5 is er administratief toezicht. De ondernemer moet de documenten voor de CE-markering kunnen tonen. Dit geldt ook voor afvaldocumenten, instructie van personeel en borging daarvan in de organisatie.
Documenten opvragen
Kan de ondernemer de documenten niet tonen? Dan kan de ondernemer die zelf opvragen bij de leverancier of fabrikant. Ook de handhaver kan aan de leverancier of fabrikant vragen om gegevens over de CE-markering van de vetafscheider.
Kan de fabrikant of leverancier deze documenten niet leveren? Dan voldoet de vetafscheider niet aan de NEN-EN 1825-1. Dit wordt gemeld bij de Inspectie Leefomgeving en Transport.
Herhaalde controles
Bij een vervolgcontrole let het bevoegd gezag op het beheer van de installatie.
- In de NEN-EN-1825 staat dat de afscheider eens per maand moet worden geleegd. Dan moet ook meteen worden gecontroleerd op gebreken. In afwijking van de NEN mag de afscheider minder vaak worden geleegd als dit geen nadelige gevolgen heeft voor het doelmatig functioneren van de afscheider. Daarvoor is geen maatwerkvoorschrift nodig. Met een maatwerkvoorschrift kan deze eis wel strenger worden gemaakt. Dat hangt af van de samenstelling van het afvalwater.
- Is de afscheider beschadigd of aangetast?
- Hoe dik zijn de sliblaag en vetlaag? Volgens de NEN mag de slibopvangruimte voor maximaal 50% gevuld zijn. En de vetopslagruimte (tussen de schotten) voor maximaal 80%. Dit betekent een vetlaagdikte van ongeveer 16 cm. Klopt dit niet? Dan gaat het onderhoud van de vetafscheider niet volgens de regels.
Meting en monstername
Het meten van de vetlaagdiktes kan bijvoorbeeld met een peilstok of laagdiktemeter. Het nemen van een monster is niet nodig. Er is geen lozingseis voor het vetgehalte in het effluent.
Geuroverlast door het afvalwater
Het afvalwater van deze activiteit kan bij lozing op het vuilwaterriool zorgen voor een stinkend riool. Dit zorgt over grote afstand voor geuroverlast. Dat is in strijd met de zorgplicht in het Bal (artikel 2.11 Bal) en de bruidsschat voor het omgevingsplan (artikel 22.44 omgevingsplan). Het bevoegd gezag kan maatwerkmaatregelen voorschrijven om deze geuroverlast te beperken of direct handhaven op overtreding van de zorgplicht.
Opbouw inspectie
- Dossieronderzoek: gegevens afscheider bekend? Resultaten en afspraken eerdere controles?
- Resultaten en afspraken eerdere inspecties
- Nieuwe afscheider: punten 1 tot en met 4 Eerste controle.
- Administratieve controle:
- is er een rapport over de vetafscheider?
- gegevens afscheider: prestatieverklaring, CE-markering, dimensionering, leeftijd; en kloppen de gegevens met elkaar en met de werkelijkheid?
- vetafval kan mee met het bedrijfsafval. Dan is er geen aparte bon of nota
- vraag naar borging onderhoud binnen bedrijf (wie regelt dit, is er een onderhoudscontract?)
- Fysieke controle
- controleer laagdikte vet (maximaal 16 cm) en vulling slibopvangruimte (maximaal 50%). Deze normen hebben te maken met de eisen waaraan het product moet voldoen, op basis van het ontwerp door de fabrikant (zie CE-markering). Boven deze waarden kan de afscheider het afvalwater niet goed scheiden.
- Overgangsrecht.
- is er vetafscheider die niet aan de huidige norm voldoet?
- voldoet de vetafscheider aan de eisen van het overgangsrecht?
Besluit activiteiten leefomgeving (Bal)
Het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) is één van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet. Het Bal bevat regels van het Rijk over activiteiten in de fysieke leefomgeving.
Maatwerkvoorschrift
Maatwerkvoorschrift als bedoeld in artikel 4.5, Omgevingswet. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
Artikel 4.5, Omgevingswet bepaalt dat het bevoegd gezag met een maatwerkvoorschrift een algemene regel voor een activiteit in een concrete situatie specifiek kan maken.
Bruidsschat
De term ‘bruidsschat’ wordt gebruikt voor de regels die door het Rijk als onderdeel van het Invoeringsbesluit Omgevingswet automatisch zijn toegevoegd aan het tijdelijk deel van het omgevingsplan van alle gemeenten en aan elke waterschapsverordening.
In de bruidsschat staan regels over activiteiten die voor inwerkingtreding van de Omgevingswet door het Rijk werden gesteld. Onder de Omgevingswet is het stellen van deze regels gedecentraliseerd naar gemeenten en waterschappen. De regels van de bruidsschat zijn een bijzondere vorm van overgangsrecht.