Droogte en verdroging
Door klimaatverandering komen langere droogteperiodes voor. Hierdoor, en ook door bijvoorbeeld ontwatering en waterwinning neemt verdroging van de bodem toe. Droogte en verdroging zijn nadelig voor de biodiversiteit, natuur, drinkwaterproductie, industrie en landbouw. Het is daarom belangrijk om maatregelen tegen verdroging te nemen. Ook burgers kunnen helpen.
Soorten droogte en verdroging
Droogte
Droogte komt voort uit een droge periode die afwijkt van een normale situatie en die zolang duurt of zo intens is, dat het normale evenwicht verstoord raakt.
Droogte is te onderscheiden in drie soorten:
- droogte qua weer (meteorologisch)
- droogte in de bodem (bodemvocht en grondwater)
- droogte in rivieren en beken (afvoer)
Verdroging
Verdroging betekent dat er te weinig goed grondwater aanwezig is om de natuur in stand te houden. Daardoor droogt de bodem in. Van verdroging is sprake als het gaat om een structureel probleem.
Oorzaken van droogte en verdroging
Droogte en verdroging kunnen komen door:
- klimaatverandering - door de opwarming van de aarde is vaker sprake van langere periodes van droogte en verdampt er meer water
- drainage (ontwatering) - het afvoeren van regen- en grondwater uit de bodem naar grotere watergangen. Daardoor gaat het grondwaterpeil omlaag
- waterwinning - het onttrekken van water uit de bodem voor drinkwater, landbouw en industrie
- andere oorzaken - bijvoorbeeld toename van verhard oppervlak, toename van verdamping door meer bebossing, zandwinning
Gevolgen van droogte en verdroging
- schade aan natuur en afname biodiversiteit - door verdroging groeien planten, bloemen, struiken, heide, grasland en bomen minder goed. Hierdoor ontstaat schade. Ook neemt de kans op bosbranden toe. Verder zijn vlinders, insecten en andere dieren voor hun voedselvoorziening afhankelijk van deze beplanting. De biodiversiteit neemt af bij verdroging. Sommige soorten verdwijnen zelfs helemaal.
- aanvoer van gebiedsvreemd water - in droge periodes wordt vaak water aangevoerd vanuit een ander gebied. Dit zorgt wel voor een hogere grondwaterstand, maar het water is van een andere kwaliteit. Dat is niet altijd goed voor de natuur ter plekke.
- drinkwaterproductie - door droogte en verdroging daalt de grondwaterstand en de waterstand in rivieren en meren. Daardoor is er minder water beschikbaar voor de drinkwaterproductie. Door de lagere afvoer van rivieren en dus geringere verdunning kan de waterkwaliteit bovendien verslechteren. Daardoor moeten er meer kosten gemaakt worden om er drinkwater van te maken.
- industrie - de industrie en ook energiecentrales zijn afhankelijk van voldoende koelwater. Door warmte en droogte is er minder koelwater beschikbaar. Hierdoor kan de productie minder efficiënt worden.
- landbouw - economische schade bij landbouwbedrijven door bijvoorbeeld een verminderde gewasopbrengst.
Als er op een bepaald moment sprake is van waterschaarste, treedt de verdringingsreeks in werking. Deze geeft een rangorde voor de verdeling van de beschikbare hoeveelheid water.
Maatregelen tegen verdroging
Provincies en waterschappen kunnen de volgende maatregelen nemen om verdroging te bestrijden:
- zoveel mogelijk vasthouden van water tijdens natte periodes. Hierdoor ontstaat een buffer die beschikbaar is tijdens een droogteperiode. Het water gaat naar bergingsgebieden Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) die speciaal zijn ingericht om water op te slaan. Dit zorgt er ook voor dat aanvoer van water uit een ander gebied niet nodig is.
- verminderen van verhard oppervlak
- herstellen van de sponswerking van hoge gronden
- verbreden en verondiepen van watergangen
Ook burgers kunnen meewerken aan verdrogingsbestrijding. Zij kunnen bijvoorbeeld een regenton gebruiken in de tuin voor hergebruik van water, tegels in de tuin vervangen door planten of gras en zuinig omgaan met water.
Verdrogingsbestrijding in het (Nationaal) Bestuursakkoord Water
In het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW, 2003/2008) en het Bestuursakkoord Water Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (BAW, 2011) hebben het Rijk en de koepels afspraken gemaakt over onder andere verdrogingsbestrijding. Koepels zijn de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), het Interprovinciaal Overleg (IPO) en de Unie van Waterschappen (UvW). Belangrijk uitgangspunt bij die afspraken is dat de maatregelen voor verdrogingsbestrijding samenhangen met maatregelen voor wateroverlast, waterkwaliteit en ecologie.
Deltaprogramma Zoetwater
In het Deltaprogramma Zoetwater werken overheden en veel stakeholders (zoals bijvoorbeeld natuurorganisaties, de land- en tuinbouw en drinkwaterbedrijven) samen aan projecten die zorgen voor voldoende zoetwater, nu en in de toekomst.
Droogte en verdroging in de Omgevingswet
Nationale Omgevingsvisie (NOVI)
In het ontwerp van de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is het probleem van droogte en verdroging opgenomen in samenhang met klimaatadaptatie. Ook de Beleidstafel Droogte komt daarbij aan bod, die na de extreme droogte van 2018 is opgericht. Deze tijdelijke tafel heeft de vragen en knelpunten die opkwamen tijdens deze extreme droogte onderzocht. Ook heeft ze aanbevelingen gedaan zodat Nederland bij een volgende droogte beter is voorbereid.
De inzet is het ontwikkelen van een robuust systeem om de schade bij droogte voor maatschappelijke en economische functies ook op lange termijn zoveel mogelijk te beperken. In Nederland is bijvoorbeeld veel behoefte aan bouwlocaties. Verstedelijking zorgt echter voor een toename van verhard oppervlak. Hierdoor kan in dat gebied meer verdroging optreden. Door het nemen van klimaatadaptieve maatregelen, zoals het aanleggen van extra waterberging in de vorm van een infiltratievoorziening naar de bodem, kunnen verdrogingsproblemen worden voorkomen. Het tegengaan van verdroging heeft op die manier een positief effect op stedenbouwkundige ontwikkeling.
In de ruimtelijke inrichting zal meer rekening moeten worden gehouden met waterbeschikbaarheid. Dit is nu vastgelegd in de Nationale Omgevingsvisie met een voorkeursvolgorde voor waterbeheer en dit zal ook worden vastgelegd in het Nationaal Waterprogramma.
Omgevingsvisies provincies en gemeenten
Ook provincies en gemeenten kunnen in hun omgevingsvisie beleid opnemen over droogte en het tegengaan van verdroging. Het beleid dat in de omgevingsvisies staat, is de basis voor het nemen van verdere maatregelen in bijvoorbeeld water(beheer)programma’s en voor het vaststellen van bindende regelgeving in de omgevingsverordening en het omgevingsplan.
Voor meer informatie over waterbeschikbaarheid, kunt u kijken op de webpagina waterbeschikbaarheid van klimaatadaptatienederland.nl
Bergingsgebied
Gebied waaraan op grond van de Omgevingswetwet een functie voor waterstaatkundige doeleinden is toegedeeld, niet zijnde een oppervlaktewaterlichaam of onderdeel daarvan, dat dient ter verruiming van de bergingscapaciteit van 1 of meer watersystemen en dat ook als bergingsgebied op de legger is opgenomen. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
Bestuursakkoord Water
Overeenkomst uit 2011 tussen Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven met als doel te blijven zorgen voor veiligheid tegen overstromingen, goede kwaliteit water en voldoende zoet water. Deze afspraken lopen tot 2021 en blijven van toepassing. Meer informatie staat op de pagina Bestuursakkoord Water.