Schadevergoeding van de waterbeheerder
De Omgevingswet bevat een algemene regeling voor schadevergoeding bij rechtmatig overheidshandelen (nadeelcompensatie). Deze regeling geldt ook voor handelingen van de waterbeheerder of de gemeente bij het invullen van hun watertaken. Er is een specifieke regeling voor schade door gedoogplichten, waaronder de gedoogplicht voor grondwateronttrekkingen.
Algemene regeling voor nadeelcompensatie
Afdeling 15.1 van de Omgevingswet bevat de regeling voor nadeelcompensatie. Deze regeling geldt voor alle overheden die de Omgevingswet uitvoeren, dus niet alleen voor de waterbeheerder. Hoe de overheid schade vergoedt die is ontstaan door rechtmatig overheidshandelen, vindt u op de pagina nadeelcompensatie.
Aangewezen schadeveroorzakende besluiten
Besluiten die schade kunnen veroorzaken
De overheid verleent alleen nadeelcompensatie bij een vastgesteld aantal besluiten die schade kunnen veroorzaken. Voor het waterbeheer zijn de aangewezen schadeveroorzakende besluiten onder andere:
- het vaststellen van een peilbesluit
- het vaststellen van een projectbesluit
- het vaststellen van regels in een waterschapsverordening
Vaststellen water(beheer)programma’s meestal geen schadeveroorzakend besluit
In een programma kunnen activiteiten worden beschreven die zonder meer zijn toegestaan. Deze aanwijzing geeft een rechtstreekse titel voor activiteiten, omdat geen afzonderlijk toestemmingsbesluit meer nodig is voor het behalen van de omgevingswaarde of andere doelstelling voor de fysieke leefomgeving waarop het programma ziet. De beschrijving van de activiteit in het programma vormt dan het schadeveroorzakende besluit in de zin van de Omgevingswet. Zie artikel 15.1, eerste lid onder c van de Omgevingswet.
De wettelijke vrijstellingen staan in het Besluit activiteiten leefomgeving, of de waterschapsverordening. In een waterbeheerprogramma worden geen activiteiten aangewezen die daarnaast zonder meer zijn toegestaan. In veel gevallen is nog altijd een melding nodig over de wateractiviteit en kan het bevoegd gezag maatwerkvoorschriften opstellen. Men kan daarom stellen dat waterprogramma’s en waterbeheerprogramma’s in de praktijk geen schadeveroorzakende besluiten zijn.
Schadevergoeding bij gedoogplichten
Voor de schade door gedoogplichten uit de afdelingen 10.2 en 10.3 van de Omgevingswet, bevat afdeling 15.2 een specifieke regeling. Deze regeling gaat voor op de algemene regeling voor schadevergoeding door rechtmatig overheidshandelen uit afdeling 15.1. Lees meer over de schadevergoeding bij gedoogplichten.
Wateroverlast en overstromingen
Een van de gedoogplichten voor het waterbeheer is de gedoogplicht voor wateroverlast en overstromingen.
De waterbeheerder vergoedt schade die is ontstaan door wateroverlast of overstroming alleen, als de schade is ontstaan door:
- het verleggen van een waterkering of
- maatregelen gericht op het vergroten van de afvoer- of bergingscapaciteit van het watersysteem. Zoals de aanwijzing van een bergingsgebied.
Schade door overstroming van gronden die van oudsher deel zijn van een oppervlaktewaterlichaam, komt dus niet voor vergoeding in aanmerking.
Omvang van de schadevergoeding
De omvang van de schadevergoeding verschilt per gedoogplicht.
Voor gedoogplichten die met een gedoogplichtbeschikking worden opgelegd, zoals de gedoogplicht voor aanleg, verlegging of versterking van een primaire waterkering, geldt dat alle schade wordt vergoed.
Bij gedoogplichten die van rechtswege gelden, wordt alleen de schade vergoed:
- die boven het normale maatschappelijke risico uitgaat
- waarbij de rechthebbende in vergelijking met anderen onevenredig zwaar wordt getroffen
De uitzondering op deze regel is de vergoeding van schade die is ontstaan door grondwateronttrekkingen.
Denk bij gedoogplichten die van rechtswege gelden aan de gedoogplicht voor onderhoud en herstel van waterstaatwerken. En aan de gedoogplicht voor het ontvangen van maaisel en baggerspecie bij regulier onderhoud.