Verontreinigingsheffing
Voor het lozen van stoffen op oppervlaktewater moet verontreinigingsheffing worden betaald. Het Rijk (voor de rijkswateren) en de waterschappen (voor de regionale wateren) zijn bevoegd voor deze heffing. De Waterwet biedt de wettelijke grondslag. De opbrengst van de heffing wordt besteed aan het beheer van het watersysteem. Let op: de verontreinigingsheffing verschilt van de zuiveringsheffing.
Rijk en waterschappen leggen de verontreinigingsheffing op
De verontreinigingsheffing is de oudste milieuheffing die wij in Nederland kennen. De heffing is nog altijd in hoofdstuk 7 van de Waterwet verankerd. De verontreinigingsheffing van het Rijk belast lozingen op rijkswateren. De heffing van het waterschap ziet op lozingen op regionale oppervlaktewateren.
Rijk en waterschappen kunnen nadere regels stellen over de verontreinigingsheffing. Voor de rijksheffing zijn deze nadere regels te vinden in het Waterbesluit en de Waterregeling. En voor de waterschapsheffingen staan de nadere regels in de belastingverordening van het waterschap.
Aangifte verontreinigingsheffing
Voor rijkswateren wordt de verontreinigingsheffing opgelegd door het Bureau verontreinigingsheffing rijkswateren. Meer informatie over aangifte doen vindt u op aangifte verontreinigingsheffing rijkswateren.
Opbrengst verontreinigingsheffing wordt besteed aan het watersysteem
De opbrengst van de verontreinigingsheffing komt ten goede aan het beheer van het watersysteem. Het waterschap financiert de zorg voor het regionale watersysteem overigens vooral uit de opbrengst van de eigen watersysteemheffing. De financiering van de rijkswateren wordt voornamelijk via de rijksbegroting gedekt. De Rijksheffing draagt hier maar voor een klein deel aan bij.
Verschil tussen verontreinigingsheffing en zuiveringsheffing
De verontreinigingsheffing moet worden onderscheiden van de zuiveringsheffing. De zuiveringsheffing wordt alleen door waterschappen geheven.
Er zijn twee inhoudelijke verschillen, die gaan over de wijze van lozen en de bestemming van de heffingsopbrengst:
- De verontreinigingsheffing gaat over lozingen direct op oppervlaktewater, de zuiveringsheffing geldt voor lozingen via de riolering op een zuiveringtechnisch werk van een waterschap.
- De opbrengst van de verontreinigingsheffing wordt besteed aan het beheer van het watersysteem, de opbrengst van de zuiveringsheffing is bestemd voor de zuivering van afvalwater.
Dit onderscheid is het resultaat van de politieke wens om de kosten van het zuiveringsbeheer van de waterschappen te scheiden van het watersysteembeheer. Deze kosten zijn dan afzonderlijk en transparant in rekening te brengen bij bedrijven en burgers. De opbrengst van de zuiveringsheffing is voor de waterschappen veel hoger dan die van de verontreinigingsheffing.
Meer informatie over belastingen/heffingen van de gemeente op de website van de VNG en van de provincie op de website van de Rijksoverheid.
Leidend principe: de vervuiler betaalt
Voor zowel de verontreinigingsheffing als de zuiveringsheffing is het beginsel ‘de vervuiler betaalt' leidend. De vervuiler betaalt naar rato van de vervuilingswaarde van de lozing. Indirecte lozingen (lozingen op de openbare riolering) worden door het waterschap gezuiverd en de totale kosten daarvan worden via de zuiveringsheffing omgeslagen. Dit geldt echter niet voor de verontreinigingsheffing. Het tarief daarvan is bij de waterschappen wettelijk gelijkgesteld aan dat van de zuiveringsheffing.
Lees meer over de belangrijkste elementen van de verontreinigingsheffing.