Waterveiligheid - aspect leidraad waterakkoorden
Veel zaken rondom waterveiligheid zijn bij wet geregeld, zoals de zorgplicht voor de waterkering en normering van waterkeringen op nationaal en regionaal niveau. Desondanks is het denkbaar dat partijen nadere (beheer) afspraken over waterveiligheid maken en deze laten landen in een waterakkoord. Het gaat hierbij dan met name om samenwerking, communicatie en informatie-uitwisseling.
Waterkeringen
Waterbeheerders hebben een zorgplicht voor waterkeringen en moeten kunnen aantonen dat zij deze zorgplicht adequaat uitvoeren. Eén van de onderdelen hiervan is het beheersen van risico’s van aangrenzende arealen en het effect hiervan op de waterkering. Bij rivieren bestaat er een relatie tussen waterpeilen en de standzekerheid van keringen. Rivierbed en waterkering kennen vaak verschillende beheerders. Ontwikkelingen in het rivierbed kunnen van invloed zijn op waterpeilen en de standzekerheid.
Beheerders van rivierbedden en keringen kunnen afspraken maken over het uitwisselen van informatie rondom ontwikkelingen in het rivierbed. Dit kan bijdragen aan de adequate uitvoering van de zorgplicht van de keringbeheerder. Eenzelfde soort afspraak is denkbaar tussen keringbeheerders en beheerders van bergingsgebieden. Hierbij kan het dan ook gaan om niet-waterbeheerders, zoals terreinbeherende organisaties. Dergelijke afspraken kunnen mogelijk landen in een waterakkoord.
Ook afspraken over het toezicht houden op dijken bij hoogwater of stormvloed kunnen, wanneer relevant, opgenomen worden in een waterakkoord. Zo beheert Rijkswaterstaat langs diverse kunstwerken kleine stukken dijktrajecten, maar zijn waterschappen in situaties van hoogwater, droogte en stormvloed beter uitgerust met dijkwachters/dijklegers die de keringen, indien nodig, regelmatig inspecteren. Daar waar mogelijkheden zijn om elkaar hierbij te helpen kunnen afspraken worden gemaakt in een waterakkoord.
Ruimtelijke adaptatie en meerlaagsveiligheid
Meerlaagsveiligheid (MLV) gaat, naast het op orde hebben van keringen (1e laag; geregeld bij wet), over het zodanig inrichten van de ruimte dat hiermee gevolgbeperking van overstromingen mogelijk is (2e laag) en het op orde hebben van crisisorganisatie (3e laag). In het kader van ruimtelijke adaptatie kunnen overheden en private partijen maatregelen nemen om (de gevolgen van) overstromingen te verkleinen door het slim inrichten van de fysieke leefomgeving. Dit noemen we de 2e laag van MLV.
Afspraken over de 2e en 3e laag, en daarmee de verdere inrichting van waterveiligheid, kunnen opgenomen worden in een waterakkoord, of er kan naar verwezen worden (als het opgenomen is in een ander afsprakendocument). Net als rondom de zorgplicht kan het gaan over het informeren over ontwikkelingen die mogelijk effect kunnen hebben op de totale waterveiligheid.
Ruimtelijke adaptatie kan leiden tot maatregelen die invloed hebben op het waterbeheer van eigen en andermans watersystemen. Met het oog op ruimtelijke adaptatie kunnen regionale kaders, uitvoeringsagenda’s en maatregelen doorlopen worden, waarna mogelijk concrete operationele afspraken kunnen landen in een waterakkoord.
Aandachtspunt bij ruimtelijke adaptatie is het aantal en type partijen dat hierbij betrokken kan zijn en de mogelijke complexiteit die dit met zich meebrengt in het maken van afspraken. Het is dan ook verstandig de afweging te maken of de complexiteit van het aantal partijen en de te maken afspraken opweegt tegen de bijdrage die geleverd wordt aan de waterveiligheid en of het waterakkoord hiervoor het juiste instrument is.
Operationeel kan afgesproken worden om elkaar te informeren wanneer bepaalde waterbergingsgebieden worden ingezet.
Waterveiligheid in relatie tot waterkwantiteit
Het op orde hebben van de infrastructuur voor waterveiligheid draagt in sommige regio’s bij aan het goed functioneren van het watersysteem wanneer het gaat om waterkwantiteit en het voorkomen van wateroverlast bij extreme neerslag. Zo speelt in de Midden-Limburgse en Noord-Brabantse kanalen de toestand van de kades (bestemd voor het garanderen van waterveiligheid in het achterland) een belangrijke rol in de mogelijkheden die er zijn om grote hoeveelheden water snel te kunnen af voeren. In een waterakkoord kunnen mogelijk afspraken op worden genomen met het oog op informatie-uitwisseling rondom de toestand van de kades en betekenis hiervan voor operationeel beheer rondom waterkwantiteitaspecten.