Vaststelling
Het waterakkoord wordt vastgesteld, ondertekend en bekendgemaakt naar de buitenwereld. De vorige fasen zijn een aanloop naar deze fase, waarbij de betreffende personen al eerder betrokken zijn.
Bij ondertekening van het waterakkoord moet rekening gehouden worden met de doorlooptijd en regelmaat van samenkomen van de bestuurders van betrokken partijen. Zo is het ondertekenen/actualiseren van een waterakkoord bij de ene waterbeheerder gedelegeerd naar het dagelijks bestuur dat vaak bij elkaar komt. Bij andere waterbeheerders is dit toebedeeld aan het algemeen bestuur, dat veel minder vaak vergadert.
Aangeraden wordt in ieder geval om het concept waterakkoord collegiaal te laten toetsen door collega’s of waterbeheerders die niet direct betrokken zijn bij de uitwerking van het waterakkoord om de kwaliteit van een waterakkoord aan te scherpen.
De deelnemende partijen maken gezamenlijk een afweging over de effecten die het waterakkoord heeft op de omgeving. Zij kiezen afhankelijk daarvan voor een procedure voor de vaststelling van het waterakkoord. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in:
- Waterakkoord met beperkte (geen) effecten/rechtsgevolgen voor derden (lichte procedure): omgeving en betrokken belanghebbenden informeren en communicatie om de omgeving te informeren over de afspraken;
- Waterakkoord met (mogelijke) effecten/rechtsgevolgen op derden en/of gebruiksfuncties (Awb procedure): omgeving en partners informeren, consulteren en inspraakprocedure met officiële publicatie van het (ontwerp-)besluit.
Als inspraakreacties consequenties hebben voor de inhoud van het waterakkoord moeten deze worden doorgevoerd in het waterakkoord. Aanvullend kan er voor gekozen worden om deze samen te vatten en als bijlage aan het waterakkoord toe te voegen.
Nadat het consultatie- en inspraakproces is doorlopen kan het ontwerp-waterakkoord voor goedkeuring worden voorgelegd aan de betrokken bestuurders. Na de bestuurlijke goedkeuring wordt het waterakkoord, desgewenst in een gezamenlijke bestuurlijke bijeenkomst, door alle deelnemende partijen ondertekend om de afspraken te bekrachtigen.
Er is geen wettelijk voorgeschreven looptijd voor een waterakkoord. Geadviseerd wordt aan te sluiten bij de looptijd van de beleidscyclus van de betreffende water(beheer)programma's, dan kan het waterakkoord ook meegenomen worden bij de evaluatie van de water(beheer)programma's.
Partijen stellen een waterakkoord vast voor de duur van de looptijd die zij onderling hebben afgesproken. Na de looptijd, of tijdens de looptijd (als zich aanleidingen voordoen of er behoefte is vanuit deelnemende partijen), kunnen zij het akkoord verlengen, actualiseren, herzien of beëindigen.
In het verleden werden (tussentijdse) wijzigingen van het waterakkoord doorgaans bekrachtigd met een bestuurlijke brief waarin de wijzigingen werden beschreven. In het kader van transparantie van een waterakkoord is het raadzaam om deze manier van wijzigingen niet te hanteren en in plaats daarvan werkelijke wijzigingen door te voeren in het akkoord zelf.
Het is goed om al tijdens het proces om te komen tot een waterakkoord na te denken over de communicatie over een waterakkoord. De communicatie zal al tijdens het proces op gang komen en doorlopen worden na vaststelling en ondertekening van een waterakkoord; over communicatie tijdens de uitvoering van een waterakkoord kunnen dan ook afspraken worden gemaakt. Zo kan gestreefd worden naar een bredere bekendheid van een waterakkoord. Denk hierbij bijvoorbeeld aan:
- Communicatie tussen de, bij het akkoord betrokken, partijen: hoe zij elkaar informeren over zaken rondom de uitvoering van het waterakkoord;
- Interne communicatie, gericht op: eigen organisatie (met oog op inzet, tijd en kosten); aanliggende Rijkswaterstaat directies en waterschappen (ambtelijk en bestuurlijk); overige partners, zoals provincies en gemeenten (ambtelijk en bestuurlijk).
Het gaat dan bijvoorbeeld om afspraken over:
- Welke onderwerpen gecommuniceerd worden;
- Via welk platform de communicatie tussen partijen verloopt;
- Wanneer (tijdens welke situaties) gecommuniceerd wordt;
- Hoe vaak een standaard (terugkerend) communicatiemoment plaatsvindt.
- Externe communicatie: gericht op watergebruikers die niet betrokken zijn bij waterakkoord, maar wel belangen hebben bij het waterbeheer (o.a. omgevingspartijen, drinkwaterbedrijven, landbouw).