Bergingsgebieden
Bergingsgebieden Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) hebben als doel om binnen een watersysteem Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) voldoende ruimte voor de berging van (regen)water te creëren om daarmee te kunnen voldoen aan de normen voor regionaal oppervlaktewater. Bergingsgebieden zijn onderdeel van het watersysteem Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup).
Waterbeheerder beslist over inzet bergingsgebieden
Met de vastlegging van een bergingsgebied in het omgevingsplan en de legger Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) is de waterbeheerder bevoegd om het in gebruik te nemen. Het ene bergingsgebied zal op een bepaald moment automatisch onder water lopen. Terwijl het in gebruik nemen van een ander bergingsgebied afhankelijk is van een handeling van de waterbeheerder. Denk aan het openzetten van een schuif. Voor het in gebruik nemen van een bergingsgebied is geen apart besluit nodig. Dat zou vanwege de benodigde snelheid van handelen ook niet logisch zijn.
Deel van het watersysteem
Bergingsgebieden maken deel uit van het watersysteem Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) als geheel. Een bergingsgebied is een waterstaatswerk. Dit is bijvoorbeeld belangrijk bij de aanleg of wijziging van bergingsgebieden. Vaak zullen bepaalde activiteiten in het bergingsgebied in de waterschapsverordening zijn aangewezen als beperkingengebiedactiviteiten Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). Hiervoor kan een projectbesluit of omgevingsvergunning nodig zijn.
Geen oppervlaktewaterlichaam
Bergingsgebieden maken juridisch gezien geen deel uit van de oppervlaktewaterlichamen van waaruit zij soms water zullen ontvangen. De reden hiervoor is dat het goed is om verschil te maken tussen:
- gebieden die door hun natuurlijke ligging met enige regelmaat onder water lopen, zoals de lager gelegen gronden naast een rivier en
- daarbuiten gelegen gebieden die door menselijke tussenkomst - fysiek of op andere wijze - meer incidenteel een bergingsfunctie vervullen
De wetgever heeft in de begripsbepaling van ‘bergingsgebied’ (art. 1.1 en bijlage, onderdeel A, van de Omgevingswet) onderscheid gemaakt tussen de natuurlijke bergingsruimte en een meer kunstmatige waterberging. Op die manier hoeft niet elk deel van een oppervlaktewaterlichaam dat van nature vaak overstroomt, de functie bergingsgebied te krijgen.
Opnemen in het omgevingsplan
Uit de definitie volgt dat bergingsgebieden in het omgevingsplan als (mede)functie de tijdelijke berging van water moeten krijgen (‘gebied waaraan op grond van deze wet een functie voor waterstaatkundige doeleinden is toegedeeld’).
Het waterschap inventariseert de wateropgave en de daarbij behorende ruimtelijke aspecten. En verzoekt de gemeente om medewerking te verlenen door de gewenste bergingsgebieden de functie waterberging te geven in het omgevingsplan. Als het gebied andere gebruiksfuncties heeft, zorgt de gemeente voor afstemming tussen de verschillende functies.
Een bergingsgebied wordt meestal ingezet voor de tijdelijke berging en uiteindelijk de afvoer van het teveel aan oppervlakte- of regenwater. Maar een bergingsgebied kan ook andere doelen hebben. Dit kan zolang het maar past binnen de doelstellingen van de Omgevingswet. Zo kan een bergingsgebied ook gebiedseigen water bergen om in perioden van waterschaarste nog water van de gewenste kwaliteit te hebben.
Legger en duldplicht wateroverlast
Een bergingsgebied moet op de legger Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) worden opgenomen. Hiermee geeft de waterbeheerder aan dat het bergingsgebied als onderdeel van het watersysteem onder zijn beheer valt. Opname is nodig omdat hierdoor duidelijk de geografische ligging en omvang wordt bepaald.
Met het vaststellen van een bergingsgebied bepaalt de waterbeheerder ook het gebied waar de duldplicht van wateroverlast en overstroming volgens artikel 10.3, vierde lid, van de Omgevingswet geldt. Op basis van dit artikel, moet de rechthebbende van het stuk grond wateroverlast in het gebied en overstroming van het gebied accepteren. Hierbij kan hij wel een beroep doen op de schadevergoedingsregeling van hoofdstuk 15 van de Omgevingswet (afdeling 15.2).
Noodoverloopgebieden
Noodoverloopgebieden Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) worden alleen opzettelijk onder water gezet, als de normale bergingscapaciteit van een watersysteem niet groot genoeg is. Het gaat dus om bovenmaatgevende omstandigheden, waarop het watersysteem niet is berekend. Dit in tegenstelling tot bergingsgebieden. Het begrip 'noodoverloopgebied' maakt ook duidelijk dat het om zeer uitzonderlijke situaties moet gaan. Het onder water zetten van een noodoverloopgebied in bovenstroomse gebieden gebeurt om grotere maatschappelijke schade benedenstrooms te voorkomen. Want: als een noodoverloopgebied bovenstrooms onder water wordt gezet, hoeft er benedenstrooms minder water te worden verwerkt.
Burgemeester en veiligheidsregio beslissen over inzet noodoverloopgebieden
Noodoverloopgebieden vervullen een functie met het oog op de openbare orde en veiligheid. Als een waterbeheerder een noodoverloopgebied heeft aangewezen, is de Wet Veiligheidsregio's van toepassing. Dit betekent dat het in gebruik nemen van een noodoverloopgebied een bevoegdheid is van de burgemeesters en veiligheidsregio(‘s), die gebaseerd is op de Gemeentewet.
Geen deel van het watersysteem
Noodoverloopgebieden maken geen deel uit van het watersysteem en zijn zelf ook geen waterstaatswerk.
Geen oppervlaktewaterlichaam
Aangezien noodoverloopgebieden geen deel uitmaken van het watersysteem, maken ze ook geen deel uit van het oppervlaktewaterlichaam van waaruit zij water ontvangen. Het is ook niet bij wet verplicht om noodoverloopgebieden in de legger op te nemen.
Opnemen in het omgevingsplan
Noodberging of noodoverloopgebieden worden wel ruimtelijk vastgelegd in het omgevingsplan.