Het Nationaal Water Programma 2022-2027 en de totstandkoming
Het Nationaal Water Programma 2022–2027 geeft een overzicht van de ontwikkelingen binnen het waterdomein en legt nieuw ontwikkeld beleid vast. We werken aan schoon, veilig en voldoende water, dat klimaatadaptief en toekomstbestendig is. Ook is er aandacht voor de raakvlakken van water met andere sectoren.
Nederland en water zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. We leven met, naast, op en in het water.
Er liggen grote opgaven voor het waterdomein
-
Nederland moet zich aanpassen aan de gevolgen van klimaatverandering.
-
We moeten blijven werken aan een goede bescherming tegen overstromingen en een klimaatrobuuste zoetwatervoorziening tegen toenemende droogte.
-
Ook de zorg voor goede waterkwaliteit en duurzame drinkwatervoorziening verdient aandacht.
Daarnaast zijn allerlei functies afhankelijk van water, zoals de scheepvaart, de landbouw en de natuur. Op de Noordzee moeten vele functies, waaronder de opgaven voor windenergie, natuurontwikkeling, duurzame visserij, scheepvaart en zandwinning, in balans met elkaar een plek krijgen. Om aan te geven hoe we omgaan met de uitdagingen van ons water, ontwikkelde de Rijksoverheid het Nationaal Water Programma 2022-2027 (pdf, 36 MB).
Het Nationaal Water Programma 2022-2027 is vastgesteld op 18 maart 2022. In het Nationaal Water Programma (NWP) 2022-2027 beschrijft de Rijksoverheid de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid en de uitvoering ervan in de rijkswateren en -vaarwegen.
Belangrijke onderdelen van het NWP zijn
-
de stroomgebiedbeheerplannen
-
het overstromingsrisicobeheerplan en
-
het Programma Noordzee
Alle documenten die horen bij het NWP vindt u op de NWP-pagina. Liever een snelle blik op de inhoud? Lees dan de overzichtelijke publieksversie NWP.
Samen ontwikkeld met medeoverheden
De ministeries van Infrastructuur en Waterstaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (nu Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur) hadden de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het opstellen van het NWP. Zij ontwikkelden dit samen met medeoverheden, drinkwaterbedrijven, maatschappelijke organisaties en branche- en sectorpartijen. Om de uitdagingen rondom water het hoofd te bieden is samenwerking cruciaal.
Inhoudelijke thema’s
Het NWP beschrijft de nationale beleids- en beheerdoelen op het gebied van
- klimaatadaptatie
- waterveiligheid
- zoetwater en waterverdeling
- waterkwaliteit en natuur
- scheepvaart en
- de functies van de rijkswateren.
Denk aan het omgaan met droogte, onze dijken, en het borgen van de drinkwatervoorziening en de bevaarbaarheid van onze rivieren en kanalen. Hierbij kijken we naar de raakvlakken binnen en tussen de verschillende waterthema’s, ook in de verschillende watergebieden (dit zijn: Noordzee, Zuidwestelijke Delta, Waddengebied, IJsselmeergebied, Rivieren, Kanalen en Rijnmond-Drechtsteden). Dat brengt samenhang in het waterbeleid aan. Daarnaast laten we de raakvlakken zien tussen water en andere thema’s als landbouw, landschap, bodem en het energie- en klimaatbeleid. Het programma biedt daarmee overzicht en inzicht in wat ons nu en in de toekomst te wachten staat.
Wettelijke bijlagen bij het NWP
Belangrijke onderdelen van het NWP zijn de stroomgebiedbeheerplannen, het overstromingsrisicobeheerplan en het Programma Noordzee. Deze zijn als wettelijke bijlagen opgenomen.
Op grond van de Kaderrichtlijn Water (KRW) worden elke 6 jaar stroomgebiedbeheerplannen (SGBP’s) opgesteld voor de Nederlandse delen van de stroomgebiedsdistricten Rijn, Maas, Schelde en Eems. Hierin staan de doelen, het waterkwaliteitsbeeld en de maatregelen om de waterkwaliteit verder te verbeteren.
Het Overstromingsrisicobeheerplan (ORBP) beschrijft de doelen en maatregelen van het overstromingsrisicobeheer in Nederland.
Het Programma Noordzee combineert onder meer de opgave voor windenergie op de Noordzee met natuurontwikkeling (vergroten biodiversiteit), duurzame visserij en ruimte voor de scheepvaart. Onder de Kaderrichtlijn Mariene Strategie worden maatregelen genomen om de milieutoestand van de Noordzee te verbeteren.
Het milieueffectrapport (PlanMER) bij NWP
Ter ondersteuning van de besluitvorming van het Nationaal Water Programma 2022–2027 stelden de ministeries een PlanMER op. Dit is een rapport dat de gevolgen van het NWP voor onze leefomgeving en het milieu beschrijft. Ter voorbereiding van het PlanMER is in een Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) de scope en diepgang beschreven. De NRD heeft ter inzage gelegen en de reacties hierop zijn verwerkt in de reactienota.
Terugblik op het participatieproces
Een integraal waterprogramma waar partners en betrokkenen goed mee uit de voeten kunnen is belangrijk, zowel qua beleid als in de uitvoering.
Omdat water zo belangrijk is voor Nederland, werkte de Rijksoverheid al in een vroeg stadium samen met partijen die hierin een belang hebben en organiseerden we afstemming. Dit deden we met medeoverheden, drinkwaterbedrijven, maatschappelijke organisaties en branche- en sectorpartijen. De koepels (UvW, IPO, VNG en Vewin) waren vertegenwoordigd in de programmastructuur van het NWP. Partijen die bij het waterbeleid en -beheer betrokken zijn, raadpleegden we op verschillende momenten. Het participatieproces kende verschillende participatiemomenten, zoals te zien is op de tijdlijn van het participatieplan (pdf, 280 kB).
Terugblik op zienswijzeprocedure
Het Ontwerp Nationaal Water Programma 2022-2027 en bijlagen lagen tussen maart en september 2021 ter inzage. Gedurende deze maanden kon iedereen met een specifieke zienswijze reageren op de inhoud van deze plannen.
Vanuit heel Nederland en diverse buurlanden werden zienswijzen ingediend. De 89 ingediende zienswijzen bestonden uit ongeveer 1490 deelzienswijzen. 13 zienswijzen waren afkomstig uit het buitenland: 7 uit Duitsland, 2 uit België, 2 uit Schotland, 1 uit Denemarken en 1 uit Engeland. Het merendeel van de zienswijzen werd ingediend door maatschappelijke partijen (maatschappelijke organisaties, belangenverenigingen en branche- en sectororganisaties), gevolgd door medeoverheden (31%) en bedrijven (16%).
Meer dan de helft van de deelzienswijzen had betrekking op de Noordzee en het Programma Noordzee. Ook de gebieden Wadden en IJsselmeer en de onderwerpen waterkwaliteit, klimaatadaptatie en waterveiligheid kregen veel zienswijzen. Het merendeel van de zienswijzen ging over het beleidsdeel. De zienswijzen toonden zorgen over en betrokkenheid bij de veelheid aan ontwikkelingen in het waterdomein. Uit veel ingediende zienswijzen kwam de wens naar voren voor een stevigere en meer integrale regierol van de rijksoverheid bij de complexe ruimtelijke vraagstukken. Deze wens bleek eerder ook uit het participatietraject.
Eerdere participatiesessies
Naast de zienswijzeprocedure werden thema- en gebiedssessies georganiseerd voor maatschappelijke organisaties, sectorpartijen en medeoverheden. En het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving (OFL) organiseerde een consultatie met waterstakeholders.
Andere landen werden ook betrokken, omdat het rivierwater via de buurlanden Nederland instroomt en doorstroomt naar zee. Alles wat bovenstrooms gebeurt, is van directe invloed op de Nederlandse watersituatie. En andersom: wanneer Nederland ingrepen doet, kan dat in andere landen gevolgen hebben. Landen rondom de Noordzee werken hierin ook nauw samen. De Nederlandse overheid informeerde deze buurlanden van de plannen van het NWP.