Zwemmen in oppervlaktewater
Er zijn in Nederland ruim 700 zwemlocaties in oppervlaktewater. Op deze zwemlocaties worden tijdens het badseizoen de hygiëne en de veiligheid gecontroleerd. Informatie hierover is te vinden op zwemwater.nl.
Voor zwemmen in zwembaden gelden andere regels.
Inhoud
- Europese Zwemwaterrichtlijn
- Verantwoordelijkheden
- Aanwijzen zwemlocaties
- Wildzwemmen
- Veiligheid
- Zwemwaterprofielen
- Controle zwemwaterkwaliteit
- Indeling zwemlocaties in categorieën
- Omgevingswaarden voor zwemwater
- Informeren van het publiek
- Rapportage aan Europese Unie
Europese Zwemwaterrichtlijn
De Zwemwaterrichtlijn uit 2006 heeft tot doel om de milieukwaliteit en de gezondheid van de mens te beschermen. De regels zijn aanvullend op die van de Kaderrichtlijn Water Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup). De Zwemwaterrichtlijn is van toepassing op locaties waar naar verwachting een groot aantal mensen zal zwemmen.
De Zwemwaterrichtlijn bevat regels voor:
- de controle van deze locaties en de indeling van de zwemwaterkwaliteit
- het beheer van de zwemwaterkwaliteit
- het informeren van het publiek over de zwemwaterkwaliteit
Verantwoordelijkheden
In afdeling 3.2 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) staan regels voor zwemwaterbeheer. Hieruit volgen verplichtingen voor provincie en waterbeheerder. Omgevingsdiensten voeren zwemwatertaken uit namens de provincies. Op ongeveer 2/3 deel van de zwemlocaties is de waterbeheerder een waterschap. Op ongeveer 1/3 deel is Rijkswaterstaat de waterbeheerder.
Taken van de provincie
- elk voorjaar aanwijzen van de zwemlocaties
- de duur van het badseizoen per zwemlocatie vaststellen
- op de zwemlocaties jaarlijks een onderzoek naar de veiligheid verrichten. Hieraan gekoppeld stellen zowel provincie als waterbeheerder maatregelen vast voor de verbetering van de veiligheid
- passende maatregelen nemen voor behoud of verbetering van de zwemwaterkwaliteit
- het publiek informeren over de zwemlocaties en de zwemwaterkwaliteit. De provincie kan als het nodig is een negatief zwemadvies of zwemverbod instellen
Taken van de waterbeheerder
- voor de zwemlocaties een zwemwaterprofiel opstellen en deze regelmatig beoordelen en zo nodig actualiseren
- tijdens het badseizoen zwemwaterkwaliteit controleren door de zwemlocatie te monitoren. Dat staat in paragraaf 11.2.4 van het Bkl.
- vaststellen of de zwemlocaties ingedeeld worden in de categorie 'slecht', 'aanvaardbaar', 'goed' of 'uitstekend'
- passende maatregelen te nemen voor behoud of verbetering van de zwemwaterkwaliteit
- bij onverwachte situaties die negatieve gevolgen kunnen hebben op de kwaliteit van het zwemwater passende maatregelen nemen
Aanwijzen zwemlocaties
De provincie wijst locaties aan waar naar verwachting een groot aantal mensen zal zwemmen, en waar zwemmen niet permanent verboden is of wordt ontraden. Bij het aanwijzen van zwemlocaties betrekt de provincie informatie over de:
- ontwikkelingen van het aantal zwemmers
- de infrastructuur
- faciliteiten
- genomen maatregelen om het zwemmen te bevorderen
De provincie stelt de zwemlocaties vast in overeenstemming met de waterbeheerder. Hiervoor wordt volgens landelijke afspraken het Protocol aanwijzen en afvoeren zwemlocaties gevolgd.
Wildzwemmen
Steeds vaker zwemmen mensen buiten op allerlei plekken, zeker op zomerse dagen. Niet alleen op de aangewezen zwemlocaties, maar ook daarbuiten. Soms geeft dat niet, maar soms is het gevaarlijk en ongewenst. Om dat in goede banen te leiden is de ‘Wegwijzer wildzwemmen’ ontwikkeld.
Veiligheid
Zwemmen in open water is altijd voor eigen risico. Voor het aanwijzen van locaties beoordeelt de provincie of er veilig kan worden gezwommen. Hiervoor is een Handreiking fysieke veiligheid zwemmers beschikbaar. De provincies adviseren iedereen die in open water wil zwemmen dit te doen op de aangewezen zwemlocaties. Zwemmen buiten de officiële zwemlocaties kan gevaarlijk zijn. Zo kan zwemmen in rivieren en kanalen gevaarlijk zijn door de zuiging van schepen en door een gevaarlijke (onder)stroming. Meer informatie over veilig zwemmen in open water is te vinden op de website van Rijkswaterstaat.
Zwemwaterprofielen
De waterbeheerder moet ervoor zorgen dat voor elke aangewezen zwemlocatie een zwemwaterprofiel Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) beschikbaar is. Het zwemwaterprofiel gaat in op de mogelijke gezondheidsrisico's voor de zwemmer op de zwemlocatie. Het zwemwaterprofiel draagt bij aan het vaststellen van benodigde maatregelen als de zwemwaterkwaliteit niet in orde is. Voor het opstellen van een zwemwaterprofiel is de Handreiking bij het opstellen van een zwemwaterprofiel beschikbaar.
In het zwemwaterprofiel staan de zwemzone en het controlepunt op kaart weergegeven. Voor het begrenzen van de zwemzone is in het rapport KRW en oppervlaktewater een protocol uitgewerkt. Het controlepunt wordt gebruikt voor de monitoring van de waterkwaliteit. De waterbeheerder moet het zwemwaterprofiel na afloop van de termijnen genoemd in bijlage III van de Zwemwaterrichtlijn, beoordelen en zo nodig actualiseren.
De waterkwaliteit op officiële zwemlocaties wordt gemonitord om inzicht te krijgen in eventuele gezondheidsrisico’s voor zwemmers. Deze gezondheidsrisico's worden in Nederland vooral veroorzaakt door fecale bacteriën en overmatige groei van blauwalgen Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) (cyanobacteriën). Fecale bacteriën, ofwel poepbacteriën, komen voor in de ontlasting van mensen en dieren.
Blauwalgen zijn bacteriën die er meestal uitzien als blauwgroen wier. Veel blauwalgen groeien optimaal in stilstaand en voedselrijk water, bij een temperatuur tussen de 20 en 30 °C. Zij komen dan ook meestal tot bloei in warme zomers, juist wanneer er veel gezwommen wordt. Bepaalde blauwalgen zijn in staat om giftige stoffen – cyanotoxines – te produceren. Deze gifstoffen kunnen gezondheidsklachten veroorzaken. Veel blauwalgen die deze cyanotoxines kunnen produceren zijn ook drijflaagvormers. In deze drijflagen kan de concentratie cyanotoxines erg hoog worden. Voor het onderdeel blauwalgen is de Handreiking beschrijven blauwalgen in het zwemwaterprofiel.
Soms kunnen ook andere micro-organismen gezondheidsrisico's veroorzaken, zoals organismen die zwemmersjeuk veroorzaken. Zie daarvoor het Protocol Zwemmersjeuk.
Het actuele zwemwaterprofiel van elke zwemlocatie is te vinden op de website zwemwater.nl.
Controle zwemwaterkwaliteit
De waterbeheerder zorgt gedurende het badseizoen voor het monitoren van de zwemwaterkwaliteit.
De waterbeheerder monitort op alle zwemlocaties op intestinale enterokokken en Escherichia coli (E.coli). Dat zijn indicatoren voor fecale bacteriën. Het monitoren gebeurt volgens de methoden zoals beschreven in bijlagen I, IV en V van de Zwemwaterrichtlijn. De waterbeheerder mag andere referentiemethoden of normvoorschriften gebruiken. Het resultaat moet wel gelijkwaardig zijn. Nadere bestuurlijke afspraken over de monitoring zijn vastgelegd in de Beslisnotitie werkwijze individuele metingen en meetfrequentie microbiologische parameters zwemwater. De waterbeheerder controleert visueel ook op andere soorten vervuiling (teerachtige residuen, glas, plastic, rubber).
Op zwemlocaties waar zich volgens het zwemwaterprofiel blauwalgen kunnen voordoen, monitort de waterbeheerder volgens het blauwalgenprotocol. In bijlage 5 van het blauwalgenprotocol over benthische blauwalgen is tabel 1 (pdf, 5.9 kB) aangevuld met een vermelding wanneer een waarschuwing, negatief zwemadvies of zwem- en strandverbod wordt afgegeven.
Indeling zwemlocaties in categorieën
Na afloop van het badseizoen stelt de waterbeheerder voor elke zwemlocatie de categorie-indeling vast. Hiervoor gebruikt hij de meetgegevens ven E.coli en intestinale enterokokken van de laatste 4 badseizoenen.
De Zwemwaterrichtlijn kent vier categorieën:
- uitstekend
- goed
- aanvaardbaar
- slecht
Bijlage II van de Zwemwaterrichtlijn geeft aan hoe de categorie-indeling plaatsvindt. De indeling is afhankelijk van de percentielwaarden van microbiologische tellingen van E.coli en intestinale enterokokken.
Op zwemlocaties met kortstondige verontreinigingen kan de waterbeheerder procedures instellen voor de voorspelling en de aanpak daarvan (artikel 3.11 Bkl). Bij een kortstondige verontreiniging gaat het om een besmetting met bacteriën zoals bedoeld in bijlage I, kolom A van de Zwemwaterrichtlijn. Een kortstondige verontreiniging moet duidelijk aantoonbare oorzaken hebben. Bovendien mogen de bacteriën de zwemwaterkwaliteit naar verwachting niet langer aantasten dan 72 uur vanaf het begin van de aantasting. De waterbeheerder mag monsters die genomen zijn tijdens een kortstondige verontreiniging bij de categorie-indeling van de zwemlocatie onder voorwaarden buiten beschouwing laten. In bijlage II van de Zwemwaterrichtlijn staan de procedures die daarbij van toepassing zijn.
Bij indeling in de categorie slecht gelden de volgende voorwaarden:
- De provincie neemt aan het begin van het badseizoen passende zwemwaterbeheersmaatregelen. Daarbij hoort dat de provincie een negatief zwemadvies geeft of een zwemverbod instelt. Dit doet de provincie om blootstelling van zwemmers aan verontreiniging te voorkomen.
- De waterbeheerder stelt de oorzaken vast waardoor de categorie 'aanvaardbaar' niet is bereikt. Ook neemt de beheerder maatregelen om die oorzaken te voorkomen, te beperken of weg te nemen.
- De provincie licht vanaf het begin van het badseizoen het publiek in.
De provincie mag een plaats niet meer als zwemlocatie aanwijzen als de locatie in 5 opeenvolgende jaren in de categorie 'slecht' viel. In dat geval geeft de provincie een permanent negatief zwemadvies of stelt een zwemverbod in.
Omgevingswaarden voor zwemwater
In artikel 2.19 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) staat een rijksomgevingswaarde voor zwemwater:
- zwemlocaties moeten minimaal voldoen aan de klasse 'aanvaardbaar'
- dit is een resultaatsverplichting voor aangewezen zwemlocaties
Zowel de provincie als de waterbeheerder zijn verplicht passende maatregelen te nemen voor behoud of verbetering van de zwemwaterkwaliteit. Ook moeten ze passende maatregelen nemen voor het laten toenemen van het aantal locaties die voldoen aan de categorie 'uitstekend' of 'goed' (artikel 3.6 lid 4 Bkl).
De provincie kan in de omgevingsverordening Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup) strengere of aanvullende omgevingswaarden stellen voor de zwemwaterkwaliteit.
Informeren van het publiek
Het is de taak van de provincie het publiek te voorzien van algemene en actuele informatie over zwemwater. De provincies maken voor de communicatie naar de burger vooral gebruik van zwemwater.nl. Op deze website zijn de telefoonnummers van de provincies vermeld waar men terecht kan voor vragen, opmerkingen of klachten over een zwemlocatie.
In de handleiding aanleveren gegevens zwemwaterportaal staat hoe waterbeheerders en provincies op een uniforme wijze met de landelijke zwemwaterwebsite werken.
Daarnaast plaatst de provincie informatieborden op de locatie. Voor deze borden is een toolbox voor het maken van borden beschikbaar. Een provincie kan voor de communicatie daarnaast ook andere media gebruiken.
Actuele gegevens over de zwemwaterkwaliteit kunt u ook vinden in de zwemwater-app (voor Android en iOS/Apple).
De provincie ontvangt de resultaten van de controles van de waterbeheerder. Als de gezondheid of veiligheid van zwemmer in het geding is kan de provincie een waarschuwing of negatief zwemadvies geven, of een zwemverbod instellen:
- waarschuwing: er is een gering gezondheidsrisico. Vooral kwetsbare groepen (jonge kinderen, oudere mensen) wordt afgeraden te gaan zwemmen
- negatief zwemadvies: er is een gezondheidsrisico, u kunt beter niet gaan zwemmen
- zwemverbod: het risico is zo groot dat zwemmen voor niemand is toegestaan
De provincie is verplicht om tijdens het badseizoen het publiek in te lichten over (artikel 10.39 Omgevingsbesluit Klik hier voor uitleg over dit begrip (opent in popup)):
- de indeling van de zwemlocatie in de categorieën van de Zwemwaterrichtlijn
- resultaten van controles van de zwemwaterkwaliteit die sinds de laatste indeling hebben plaatsgevonden
- risico's voor de gezondheid en de veiligheid van zwemmers
- genomen maatregelen om blootstelling van zwemmers aan teerachtige residuen, glas, plastic of ander afval te voorkomen, als dat naar het oordeel van de provincie nodig is
- uitkomsten van onderzoek naar de veiligheid
Rapportage aan Europese Unie
Rijkswaterstaat en waterschappen rapporteren de gegevens van de controles van de zwemlocaties elk jaar digitaal aan het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Daarnaast rapporteren de waterbeheerders jaarlijks over de categorie-indeling van de zwemlocaties en de genomen maatregelen om de zwemwaterkwaliteit te verbeteren. Zij moeten deze informatie uiterlijk op 31 oktober van elk jaar aanleveren over de zwemlocaties die onder hun beheer vallen. Dat staat in artikel 10.37 van het Omgevingsbesluit.
Het ministerie rapporteert deze gegevens aan de Europese Commissie (EC). De EC geeft elk jaar een overzicht van de zwemwaterkwaliteit per lidstaat.
Kaderrichtlijn Water (KRW)
Europese richtlijn die de kwaliteit van oppervlaktewater en grondwater borgt.
Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PbEG 2000, L 327). Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
Ga naar de tekst van de Kaderrichtlijn Water.
Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl)
Het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is een van de 4 algemene maatregelen van bestuur (AMvB's) onder de Omgevingswet.
Zwemwaterprofiel
Een zwemwaterprofiel is een uitgebreide karakterschets van een zwemlocatie, met een beschrijving van mogelijke oorzaken van gezondheidsrisico’s voor de zwemmer. Meer informatie op de pagina zwemmen in oppervlaktewater.
Blauwalg
Bacteriën die eruit zien als wieren. Er is een Blauwalgenprotocol dat een handvat biedt hoe om te gaan met blauwalgen op een zwemwaterlocatie. In de zwemwaterrichtlijn worden blauwalgen expliciet genoemd als gevaar voor de zwemwaterkwaliteit waar adequaat mee moet worden omgegaan. Lees meer over zwemmen in oppervlaktewater.
Omgevingsverordening
Omgevingsverordening als bedoeld in artikel 2.6 van de Omgevingswet. Deze begripsbepaling staat in de bijlage bij de Omgevingswet.
Artikel 2.6, Omgevingswet bepaalt dat er voor het grondgebied van de provincie 1 omgevingsverordening is waarin regels over de fysieke leefomgeving zijn opgenomen.
Omgevingsbesluit
Het Omgevingsbesluit regelt in aanvulling op de Omgevingswet onder meer welk bestuursorgaan het bevoegd gezag is om een omgevingsvergunning te verlenen en welke procedures gelden. Daarnaast regelt dit besluit wat de betrokkenheid is van andere bestuursorganen bij de besluitvorming. Het regelt ook een aantal op zichzelf staande onderwerpen, zoals de milieueffectrapportage en financiële bepalingen.
Het Omgevingsbesluit is voor alle doelgroepen relevant, dus voor zowel burgers en bedrijven, als voor overheden.