KRW tussenevaluatie - klimaatverandering en invasieve soorten
Waterbeheerders en andere overheden moeten anticiperen op de effecten van klimaatverandering om negatieve gevolgen voor mens en ecologie waar mogelijk te voorkomen.
Aanpak menselijke belastingen
Klimaatverandering vergroot ook de noodzaak om menselijke belastingen aan te pakken. In perioden van droogte kunnen bijvoorbeeld concentraties van schadelijke stoffen toenemen, waardoor het nog belangrijker is om te voorkomen dat deze in het water terechtkomen. Ook wordt het bij verminderde aanvulling van het grondwater nog belangrijker om onttrekkingen te reguleren.
Invasieve soorten
De komst van invasieve soorten (exoten) kan een negatieve impact hebben op het ecosysteem. Bijvoorbeeld doordat inheemse soorten worden verdrongen of schade wordt toegebracht aan waterflora- of fauna. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de Amerikaanse rivierkreeft. Dat kan een belemmering vormen voor het ecologisch KRW-doelbereik. De problematiek komt nu vooral voor in de sloten van laag-Nederland, maar lijkt zich uit te breiden. De opgave voor KRW-oppervlaktewaterlichamen is om de effecten zo veel mogelijk te beheersen, mede om uitzonderingen op het KRW-doelbereik te kunnen motiveren.
Negatieve effecten klimaatverandering beperken
De KRW-maatregelen uit de huidige maatregelenprogramma’s, en ook maatregelen uit het Deltaprogramma en de Programmatische Aanpak Grote Wateren, zijn mede gericht op het mitigeren van negatieve effecten van klimaatverandering op de waterkwaliteit en -kwantiteit. Bijvoorbeeld door water beter vast te houden, infiltratie te bevorderen en regenwater af te koppelen van het riool. Richting de nieuwe planperiode 2028-2033 zal extra aandacht nodig zijn voor de gevolgen van klimaatverandering en de betekenis daarvan voor de KRW-opgaven en -maatregelen.