Kaderrichtlijn Water
De Kaderrichtlijn Water (KRW) is een Europese richtlijn die op 22 december 2000 van kracht is geworden. Doelstelling is het realiseren en behouden van chemisch schoon en ecologisch gezond oppervlaktewater en grondwater. De EU-lidstaten moeten deze ‘goede toestand’ uiterlijk in 2027 realiseren. Er zijn uitzonderingsmogelijkheden.
Alle waterbeheerders in Nederland zijn verantwoordelijk voor een deel van de uitvoering van de KRW.
Voor stoffen die niet aan de norm voldoen, helpt de basisdocumentatie de waterbeheerder bij het ontwerpen van het monitorings- en maatregelenprogramma.
Voor de Kaderrichtlijn Water (KRW) zijn beschermde gebieden aangewezen. In deze gebieden gelden aanvullende omgevingswaarden.
Voor een snel inzicht in de nutriëntensituatie in de Nederlandse KRW-waterlichamen is een online tool beschikbaar: KRW-NUTrend.
De KRW-Verkenner is een analyse-instrument voor het doorrekenen van maatregelen die voor de Europese Kaderrichtlijn Water worden genomen.
Het 'monitoringsprogramma KRW' bestaat deels uit monitoring oppervlaktewater en deels uit monitoring grondwater.
In de Kaderrichtlijn Water staan eisen voor de goede kwantitatieve toestand en de goede chemische toestand van grondwater. De Grondwaterrichtlijn vult de chemische aspecten voor grondwater verder in.
De Nationale Analyse Waterkwaliteit informeert over de voortgang en resultaten van het waterkwaliteitsbeleid.
Per maart 2022 gelden geactualiseerde stroomgebiedbeheerplannen (SGBP's).
KRW-maatregelen zijn per stroomgebied uitgewerkt: Rijn, Maas, Schelde en Eems.
De leidraad helpt bij het in beeld brengen van dier- en plantensoorten en hun habitat.
Voor de KRW impuls worden stoffen beschouwd waarvan het de prognose is dat de nomen in 2027 niet gehaald worden zonder aanvullende maatregelen